Jan 2022 Flashcards

1
Q

sentence

A

de zin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

paragraph

A

de alinea

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

mislopen

A
to miss (out)
to go wrong
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

de teruggave

A

refund

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

de heffing

A

levy, assessment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

geruisloos

A

noiseless

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

aanpassen (aan)

A
to adapt (to)
to try on
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

het rendement

A

yield, return

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

handhaven

A

to maintain, enforce

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

belemmeren

A

to hinder, obstruct

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

een standpunt onderschrijven

A

to subscribe to, endorse a viewpoint

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

humid

A

vochtig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

to spell

A

spellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

they mean a lot to me

A

zij betekenen veel voor mij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

incasseren

A

to collect, receive

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

invoeren

A

to import, introduce

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

de opname

A

admission, hospitalization

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

comic strip

A

het stripverhaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

de kelderbox

A

storage cellar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

de smoes

A

excuse, story

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

ontkomen

A

to escape, get away

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

weten te ontkomen

A

to manage to escape

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

read the last chapter

A

lees het laatste hoofdstuk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

I need a Dutch language dictionary

A

ik heb een Nederlandstalig woordenboek nodig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
I don't understand the meaning of that
ik begrijp de betekenis daarvan niet
26
did you ask me something
vroeg je iets aan mij
27
beautiful weather is coming
er is mooi weer op komst
28
weather forecast
de weersvoorspelling
29
the weatherman predicts bad weather
de weerman voorspelt slecht weer
30
tomorrow the weather will be nice
morgen zal het mooi weer zijn
31
het overleg
consultation, deliberation
32
nogmaals
once again
33
binnenvallen
to invade
34
plaatsvervangend
substitute, acting
35
de reeks
series, sequence
36
na afloop
afterwards
37
onderstrepen
to underline, underscore
38
geruststellen
to reassure , ease
39
in hoeverre
to what extent
40
keihard
rock hard
41
oplaaien
to flare up, break out
42
op het winkentouw zitten
to lie in wait for
43
onbenut
unused, idle
44
you should be ashamed
je zou je moeten schamen
45
I would like to speak French
ik zou graag frans willen spreken
46
we would introduce ourselves to you
we zouden ons aan jullie voorstellen
47
would you like to go to the movies with me
zou je met me naar de bioscoop willen gaan
48
verminken
to mutilate
49
to have the last word
de laatste zeggenschap hebben
50
hydrogen
de waterstof
51
reeds
already
52
van iets afzien
to abandon, give up smth
53
opzeggen
to cancel, terminate
54
this is a geography class
dit is een les aardrijkskunde
55
star
de ster
56
the earth will keep spinning
de aarde zal blijven ronddraaien
57
the moon orbits around the earth
de maan draait rond de aarde
58
if he had enough drink he would not be thirsty
als hij genoeg te drinken had had jij geen dorst
59
I wouldn't do that if I were you
dat zou ik niet doen als ik jou was
60
I would find it strange if that store did not sell shampoo
ik zou het raar vinden als die winkel geen shampoo verkocht
61
universe
het universum
62
astronomy
de sterrenkunde
63
galaxy
sterrenstelsel
64
milky way
de Melkweg
65
telescope
de telescoop
66
asteroid
de asteroïde
67
planet
de planeet
68
that coat would have been more expensive
die jas zou duurder zijn geweest
69
if we had a car, then we would not need to take a taxi
als we een auto hadden, dan zouden we geen taxi hoeven te nemen
70
I would learn more if I had time
ik zou meer leren als ik tijd zou hebben
71
it would have been fun to visit that amusement park
het zou leuk zijn geweest om dat pretpark te bezoeken
72
did you really think that you could stop me
dacht je echt dat je me zou kunnen stoppen
73
death
de dood
74
I think you have a chance
volgens mij heb je een kans
75
de verruwing
coarsening, vulgarization
76
predictable
voorspelbaar
77
de verontwaardiging
indignation, outrage
78
de duiding
interpretation, reading
79
met iets omgaan
to handle, manage smth
80
de horeca
hotel/catering industry
81
we have to change the asteroids orbit to save the world
we moeten de baan van de asteroïde veranderen om de wereld te redden
82
alien
het buitenaardse wezen
83
this rocket takes a satellite into space
deze raket brengt een satelliet de ruimte in
84
the earth's orbit is not exactly a circle
de baan van de aarde is niet precies een cirkel
85
they have built a tall tower out of bricks
ze hebben een hoge toren van bakstenen gebouwdq
86
chairman
de voorzitter
87
aan iets voorafgaan
to precede smth
88
blessing
de zegen
89
curse
de vloek
90
de bijstand
assistance, social security
91
op iets bezuinigen
to economize, cost cut smth
92
de voorlichting
information, advice, education
93
regelrecht
straight, direct, outright
94
volcanic eruption
de vulkaanuitbarsting
95
volcanic eruption
de vulkaanuitbarsting
96
deels
partially
97
herstellen
to recover | to repair, restore
98
ashes
de as
99
vegen
to brush, sweep
100
de voorraad
stock, supply
101
air pressure
de luchtdruk
102
currency
de valuta
103
iets achter de hand hebben
to have something in reserve
104
nut hebben | het nut
to serve a useful purpose | usefulness, point
105
voorbarig
premature
106
onderdrukken
to suppress
107
je kunt er niet bij
you can't fathom it
108
sjoemelen
to cheat
109
buiten beschouwing houden
to not be in consideration
110
ijdel
vain
111
de melding
notification
112
afleiden | ik was afgeleid
to distract
113
betrokken zijn met
to be engaged in
114
voorkomend
kind, courteous
115
I forgot | I don't remember
ik ben het vergeten | ik herinner het me niet
116
ik had 't er uit
I covered the costs
117
ik heb zeeën van tijd
I have lots of time
118
jezelf terugtrekken
to become withdrawn
119
oppervlakkig | de oppervlakte
superficial | surface
120
je hebt het getroffen
you're lucky
121
dat maak je nooit mee
you never encounter that
122
to deposit/withdraw money
geld storten/opnemen
123
beetnemen
to play a joke on
124
to nod
knikken
125
inladen
to load in
126
to shake your head (no)
nee scheudden
127
ik kan er niks aan doen
it's not my fault
128
to massage
masseren
129
to pet, caress
aaien
130
beven
to tremble, shake
131
wiebelen
to wobble, rock
132
voorzeggen
to prompt (an answer)
133
beredeneren
to argue, reason out
134
vereren
to worship, adore
135
bezien
to consider, regard
136
whatsappen
whatsapp
137
rillen, drillen, trillen
to shake
138
kirren
to coo
139
beledigen
to offend
140
he gave a speech about the weather
hij hield een toespraak over het weer
141
the internet
het internet
142
broadcaster
de omroep
143
He is looking for a golden statuette
hij is op zoek naar een gouden beeldje
144
the radio is off
de radio staat uit
145
I collect all kinds of devices from the previous century
ik verzamel allerlei apparaten uit de vorige eeuw
146
schoppen
to kick
147
eerlijk
fair
148
de kier
crack
149
uitpuilen
to bulge, spill out
150
broeierig
sultry
151
there has not been a good search at all
er is helemaal niet goed gezocht