June 2021

Question 1

to afford

Answer 1

zich veroorloven om

Question 2

You cannot afford to buy a car

Answer 2

Je kunt het je niet veroorloven om een auto te kopen

Question 3

I am bored

Answer 3

Ik verveel me

Question 4

I wonder how much this costs

Answer 4

Ik vraag me af hoeveel dit kost

Question 5

I promise to be nice to them

Answer 5

Ik beloof om aardig tegen hen te zijn

Question 6

I am annoyed by something

Answer 6

Ik erger me ergens aan

Question 7

I am ashamed of you

Answer 7

Ik schaam me voor jou

Question 8

I think that you are mistaken

Answer 8

Ik denk dat je je vergist

Question 9

May I have another cup of coffee

Answer 9

Mag ik nog een kopje koffie

Question 10

I am waiting for his call

Answer 10

Ik wacht op zijn telefoontje

Question 11

Who gave it to him?

Answer 11

Wie heeft het aan hem gegeven?

Question 12

I have never thought about that before

Answer 12

Ik heb daar nog nooit over nagedacht

Question 13

The bandage has to stay on it

Answer 13

Het verband moet erop blijven zitten

Question 14

to cause

Answer 14

veroorzaken

Question 15

faucet

Answer 15

de kraan

Question 16

Where is the bathroom

Answer 16

Waar is het toilet

Question 17

sink

Answer 17

de gootsteen

Question 18

Take a shower

Answer 18

Neem een douche

Question 19

to offer

Answer 19

aanbieden

Question 20

to support

Answer 20

steunen

Question 21

to hate

Answer 21

haten

Question 22

Is it worth it to keep this old lamp

Answer 22

Is het het waard om deze oude lamp te bewaren

Question 23

to doubt smth

Answer 23

twijfelen aan iets

Question 24

They move the table from the living room to the kitchen

Answer 24

Ze verplaatsen de tafel van de woonkamer naar de keuken

Question 25

Can you refill my glass

Answer 25

Kunt u mijn glas nog een keer vullen

Question 26

What do you need this brush for

Answer 26

Waarvoor heb je deze borstel nodig

Question 27

This shampoo smells like fruit

Answer 27

Deze shampoo ruikt naar fruit

Question 28

Enjoy your vacation

Answer 28

Geniet van jullie vakantie

Question 29

I want to be able to determine my own future

Answer 29

Ik wil mijn eigen toekomst kunnen bepalen

Question 30

This drug prevents you from getting sick

Answer 30

Dit geneesmiddel voorkomt dat je ziek wordt

Question 31

That looks tasty

Answer 31

Dat ziet er lekker uit

Question 32

I just want to.improve the world

Answer 32

Ik wil gewoon de wereld verbeteren

Question 33

Your mother always looks so tired

Answer 33

Je.moeder ziet er altijd zo.moe uit

Question 34

scissors

Answer 34

de schaar

Question 35

How long ago is it that you cleaned this toilet

Answer 35

Hoelang is het geleden sinds je dit toilet hebt schoongemaakt

Question 36

toothpaste

Answer 36

tandpasta

Question 37

You must also dry off your toes

Answer 37

Je.moet ook je tenen afdrogen

Question 38

You didn't use this old toothpaste right

Answer 38

Je hebt deze oude tandpasta toch niet gebruikt

Question 39

He asked me to write a book

Answer 39

Hij heeft me gevraagd een boek te schrijven

Question 40

sponge

Answer 40

de spons

Question 41

I used the razor to shave

Answer 41

Ik heb het scheermes gebruikt om me te scheren

Question 42

tissue, handkerchief

Answer 42

de zakdoek

Question 43

nail polish

Answer 43

nagellak

Question 44

lipstick

Answer 44

lippenstift

Question 45

bucket

Answer 45

emmer

Question 46

I think you need a tissue

Answer 46

Ik denk dat je een zakdoekje nodig hebt

Question 47

You are here

Answer 47

U bevindt zich hier

Question 48

You need to get dressed in two minutes

Answer 48

Je moet je in twee minuten aankleden

Question 49

I cannot imagine that

Answer 49

Dat kan ik me niet voorstellen

Question 50

I'm looking forward to it

Answer 50

Ik verheug me erop

Question 51

Nobody is surprised by that country

Answer 51

Niemand verbaast zich over dat land

Question 52

I used to listen to music often

Answer 52

Vroeger luisterde ik vaak naar muziek

Question 53

It happened long ago

Answer 53

Het gebeurde lang geleden

Question 54

There are no dangerous objects on my luggage

Answer 54

Er zitten geen gevaarlijke voorwerpen in mijn bagage

Question 55

The embassy is on the other side of the street

Answer 55

De ambassade staat op de andere kant van de straat

Question 56

The nut is salty

Answer 56

De noot is zout

Question 57

The baby has grown

Answer 57

De baby is gegroeid

Question 58

I like the color of this flower

Answer 58

Ik vind de kleur van deze bloem mooi

Question 59

My mother takes the subway to the city

Answer 59

Mijn moeder gaat met de metro naar de stad

Question 60

I followed the signs to Amsterdam

Answer 60

Ik heb de borden naar Amsterdam gevolgd

Question 61

Maybe you have forgotten to pay the bills?

Answer 61

Misschien ben je vergeten om de rekeningen te betalen?

Question 62

sand

Answer 62

het zand

Question 63

crop

Answer 63

het gewas

Question 64

soil

Answer 64

de grond

Question 65

gorge

Answer 65

de kloof

Question 66

cave

Answer 66

de grot

Question 67

The sidewalk is for pedestrians

Answer 67

De stoep is voor voetgangers

Question 68

heat

Answer 68

de hitte

Question 69

the cold

Answer 69

de kou

Question 70

environment

Answer 70

het milieu

Question 71

The damage to the environment was very serious

Answer 71

De schade aan het milieu was heel ernstig

Question 72

Turn right at the third intersection

Answer 72

Sla rechtsaf bij het derde kruispunt

Question 73

Who has the right of way

Answer 73

Wie heeft er voorrang

Question 74

When you turn you usually do not have the right of way

Answer 74

Als je afslaat heb je meestal geen voorrang

Question 75

Who is interested in steak

Answer 75

Wie is er geïnteresseerd in biefstuk

Question 76

That looks tasty

Answer 76

Dat ziet er lekker uit