les 1 Flashcards

(11 cards)

1
Q

Wat symboliseert Plato’s allegorie van de grot?

A

Het proces van denken en verlichting

De grot vertegenwoordigt de overgang van onwetendheid naar kennis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de twee soorten verwondering volgens de filosofie?

A
  • Actieve verwondering: Kritisch nadenken over de wereld
  • Passieve verwondering: De wereld nemen zoals ze is

Actieve verwondering leidt tot diepere vragen en inzichten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe verschilt filosofie van ideologie?

A

Filosofie is wetenschappelijk en open voor kritiek, terwijl ideologie absolute zekerheden bevat en vaak conservatief is

Filosofie gebruikt een technisch vocabularium en blijft altijd open voor vragen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat betekent Hegel’s uitspraak: ‘Die Philosophie ist ihre Zeit in Gedanken erfasst’?

A

Filosofie vat haar tijd in gedachten

Dit benadrukt dat filosofische vragen en antwoorden historisch bepaald zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn wereldbeelden volgens de tekst?

A
  • Iedereen wordt geboren in een bepaald wereldbeeld
  • Wereldbeelden zijn deels onbewust
  • Wereldbeelden veranderen door revoluties en breuken

Filosofie kan zowel kritisch-progressief als conservatief-legitimerend werken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat bepaalt een canon in de filosofie?

A

Welke filosofische werken belangrijk zijn

De canon is historisch bepaald, maar ook zelfkritisch en evoluerend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat betekent de overgang van mythos naar logos?

A

De overgang van verhalende wereldverklaring naar rationele reflectie

Dit markeert het begin van kritische analyse en filosofie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat leidde tot cultuurverschuivingen in de 6e eeuw v.Chr.?

A

Contact met andere volkeren

Dit resulteerde in de vervanging van mondelinge traditie door schriftelijke cultuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de betekenis van ‘phusis’ in de context van de natuurfilosofie?

A

Natuurlijke processen

Dit betekent dat de natuur niet langer als heilig werd gezien, maar als iets dat onderzocht kon worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de oorsprong van de kosmologie?

A

De ordening van de kosmos in de filosofie

Dit ontstond uit de overgang van mythos naar logos.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het basisprincipe van materialisme?

A

De wereld is opgebouwd uit één oerstof

Dit idee kwam op tijdens de ontwikkeling van de natuurfilosofie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly