les 5 Flashcards
(18 cards)
Wat is empirisme?
Kennis ontstaat uit ervaring, zonder aangeboren ideeën
Empirisme staat in contrast met rationalisme, dat uitgaat van aangeboren ideeën.
Wie is John Locke?
Een Engelse filosoof en een van de belangrijkste denkers van de Verlichting
Vaak beschouwd als de vader van het liberalisme.
Wat betekent ‘tabula rasa’ volgens Locke?
Een mens wordt geboren als een ‘onbeschreven blad’
Gedachten en kennis worden gevormd door ervaring.
Wat zijn natuurlijke rechten volgens Locke?
Leven, vrijheid en eigendom
Dit is een centraal onderdeel van Locke’s politieke filosofie.
Wat is de rol van de volkssoevereiniteit in Locke’s filosofie?
De macht van de regering komt van het volk, niet van God of erfelijke monarchie
Dit principe beïnvloedde de Amerikaanse en Franse Revolutie.
Wat zijn de drie zaken die Locke beschouwt als fundament van menselijke kennis?
Oorsprong, rijkwijdte, zekerheid
Deze elementen vormen de basis voor Locke’s epistemologie.
Wat stelt David Hume over indrukken en ideeën?
Indrukken zijn directe ervaringen, ideeën zijn zwakkere kopieën van indrukken
Dit onderscheid is cruciaal voor Hume’s epistemologie.
Wat zijn de relaties van ideeën volgens Hume?
Logisch, noodzakelijk waar
Dit zijn waarheden die we kunnen kennen door puur denken.
Wat zijn ‘matters of fact’ volgens Hume?
Waarheden gebaseerd op ervaring, altijd onzeker
Deze kunnen alleen gekend worden door ervaring.
Wat is het inductieprobleem volgens Hume?
We baseren voorspellingen op ervaringen uit het verleden zonder garantie voor de toekomst
Dit probleem raakt aan de fundamenten van causaliteit.
Wat is de ‘vork van Hume’?
Alle zinvolle uitspraken behoren óf tot relations of ideas óf tot matters of fact
Dit onderscheid stelt dat niet-ondersteunde uitspraken zinloos zijn.
Wat stelt Hume over causaliteit?
Causaliteit is gebaseerd op gewoonte en ervaring, niet op reden
Dit leidt tot het probleem van causaliteit.
Wat is het is-ought probleem volgens Hume?
Men kan niet zomaar van een feitelijke situatie (‘is’) afleiden hoe iets zou moeten zijn (‘ought’)
Dit probleem heeft invloed op ethiek en moraal.
Wat was Hume’s kritiek op religie?
Religieuze overtuigingen zijn vaak gebaseerd op emoties, niet op rationele bewijzen
Hume bekritiseerde het ontologisch en teleologisch godsbewijs.
Wat is de conclusie over wiskunde en logica volgens Hume?
Wiskunde en logica zijn absoluut zeker, feiten uit de wereld zijn nooit absoluut zeker
Dit onderscheid heeft grote implicaties voor epistemologie.
Wat zijn de drie problematische intuïties van Hume?
Mind, substantie, causaliteit
Deze intuïties raken aan de kern van zijn scepticisme.
Wat betekent ‘substantie’ volgens Locke?
Een onbekende drager van eigenschappen
Substantie is verondersteld maar niet gekend.
Wat is de betekenis van ‘impressions’ in Hume’s filosofie?
Zintuiglijke indrukken die als zeker worden beschouwd
Dit zijn de basis voor alle kennis volgens Hume.