les 6 Flashcards

(21 cards)

1
Q

Wat is moderniteit?

A

Een periode gekenmerkt door de ontwikkeling van nieuwe ideeën en wetenschappelijke vooruitgang

De opkomst van het subject en rationalisme zijn belangrijke elementen van moderniteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn godsdienstoorlogen?

A

Conflicten die voortkomen uit religieuze verschillen en overtuigingen

Deze oorlogen waren prominent in de periode van de moderniteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wie introduceerde de nieuwe wetenschap?

A

Francis Bacon

Bacon benadrukte het belang van empirisch onderzoek en inductieve redenering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de rol van wijsbegeerte in de wetenschap en het subject?

A

Wijsbegeerte dient als fundament voor wetenschappelijk denken en het begrip van het subject

Dit benadrukt de relatie tussen filosofie en wetenschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is rationalisme?

A

Een stroming die stelt dat kennis voortkomt uit de rede

René Descartes is een belangrijke vertegenwoordiger van het rationalisme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is empirisme?

A

Een filosofische benadering die stelt dat kennis voortkomt uit ervaring en waarneming

John Locke en David Hume zijn bekende empiristen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is scepticisme?

A

Een kritische houding ten opzichte van kennisclaims, vaak met betrekking tot causale inferentie

Het onderzoekt de mogelijkheid van ware kennis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is kritisch idealisme?

A

Een filosofische benadering van Kant die de grenzen van menselijke kennis onderzoekt

Het benadrukt de rol van het subject in kennisverwerving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is absoluut idealisme?

A

De filosofie van Hegel die stelt dat de werkelijkheid een uitdrukking is van een absolute geest

Dit systeem integreert zowel subjectieve als objectieve elementen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is historisch materialisme?

A

De Marxistische benadering die stelt dat materiële omstandigheden de basis vormen voor sociale en politieke structuren

Dit benadrukt de rol van economische factoren in de geschiedenis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat betekent ‘Aufklärung’?

A

Verlichting; het proces van emancipatie van de mens uit onmondigheid

Dit concept is verbonden met de ontwikkeling van kritisch denken en rede.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de twee belangrijkste kritieken van Kant?

A

Kritik der reinen Vernunft en Kritik der praktischen Vernunft

Deze werken behandelen respectievelijk kennis en moraliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de synthetische a priori-uitspraken?

A

Uitspraken die kennis bieden onafhankelijk van ervaring, maar niet triviaal zijn

Kant onderzoekt hun mogelijkheid in zijn werk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de Copernicaanse revolutie in de filosofie?

A

De verschuiving van objectgerichtheid naar subjectgerichtheid in kennis

Dit idee werd gepopulariseerd door Kant.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn a priori-voorwaarden?

A

Voorwaarden die voorafgaan aan ervaring en noodzakelijk zijn voor kennis

Deze voorwaarden zijn essentieel voor Kant’s epistemologie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de transcendentale esthetiek?

A

De studie van de a priori-vormen van waarneming, zoals tijd en ruimte

Dit is een belangrijk onderdeel van Kant’s kritiek.

17
Q

Wat zijn de categorieën van het verstand?

A

Basisconcepten die de waarneming structureren: kwaliteit, kwantiteit, relatie, modaliteit

Deze categorieën zijn essentieel voor Kant’s epistemologie.

18
Q

Wat is de categorische imperatief?

A

De morele wet die de rede zichzelf oplegt, gericht op universaliteit

Dit is een centraal concept in Kant’s ethiek.

19
Q

Wat is het hoogste goed volgens Kant?

A

Volmaakte zedelijkheid en praktische realisering van geluk

Dit concept verbindt moraliteit met geluk.

20
Q

Vul in de lege plek: De _____ is een onkenbaar maar ervaren concept binnen de ethiek.

21
Q

Wat zijn de postulaten van de praktische rede?

A

Onsterfelijkheid, bestaan van God, vrijheid

Deze postulaten zijn essentieel voor Kant’s ethische systeem.