les 9 Flashcards

(18 cards)

1
Q

Wat is fenomenologie?

A

De studie van ervaring, zoals die verschijnt in het bewustzijn, zonder aannames over een objectieve werkelijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe beïnvloedt de waarnemer de kwantummechanica?

A

De waarnemer beïnvloedt wat er gemeten wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het resultaat van de relativiteitstheorie voor de waarneming van tijd en ruimte?

A

Tijd en ruimte zijn relatief aan de waarnemer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat stelt Husserl over de relatie tussen kennis en ervaring?

A

Kennis hangt niet los van de ervaring; er is geen neutraal, objectief standpunt los van het subject.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de ‘Lebenswelt’ volgens Husserl?

A

De dagelijkse leefwereld die de basis vormt van alle kennis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de eerste stap in de fenomenologische reductie?

A

Uitschakeling van wetenschappelijk objectivisme en twijfel aan de vanzelfsprekendheid van wetenschappelijke kennis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is intentionaliteit in de fenomenologie?

A

De relatie tussen bewustzijn en fenomeen; bewustzijn is altijd gericht op iets.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn noesis en noema?

A

Noesis: bewustzijnsdaad; Noema: inhoud van het bewustzijn/fenomeen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het onderscheid tussen subject en object volgens Husserl?

A

De klassieke kloof is een pseudo-probleem; bewustzijn is altijd op iets gericht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat betekent de uitspraak ‘Zurück zu den Sachen selbst’?

A

Terug naar de dingen zelf; terug naar de ervaring zoals die zich voordoet, voor interpretatie of vooroordelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de rol van de leefwereld in de wetenschap volgens Husserl?

A

De leefwereld is fundamenteler dan wetenschap of theorie; wetenschap abstraheert van directe ervaring.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een Einstellung?

A

Een manier van kijken of benaderen; afhankelijk van je houding verschijnt de wereld anders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de binnen- en buitenhorizon in de waarneming?

A

Inwendige horizon: wat je nu ziet; uitwendige horizon: wat je nog kunt zien of verwachten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het verschil tussen subjectivisme en het transcendentale subject?

A

Subjectivisme: individuele ervaring; transcendentale subject: structurele voorwaarde voor ervaring.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de conclusie van Husserl over bewustzijn en de wereld?

A

De wereld verschijnt altijd via bewustzijn, en bewustzijn bestaat enkel in relatie tot iets anders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Vul in: Fenomenologie zoekt naar de structuur van _______.

17
Q

Wat is de centrale probleemstelling van Husserl?

A

Wetenschap is losgeraakt van de dagelijkse ervaringswereld.

18
Q

Wat is de betekenis van apodictische zekerheid in de fenomenologie?

A

Een pure, zekere basis voor kennis.