les 3 Flashcards
(20 cards)
Wat markeert de overgang van mythos naar logos in de filosofie?
De evolutie van mythische verklaringen naar rationele, logische verklaringen
Dit proces werd beïnvloed door natuurfilosofen zoals Heraclitus en Parmenides.
Wie legden de basis voor de filosofie die Aristoteles verder ontwikkelde?
Natuurfilosofen zoals Heraclitus en Parmenides
Hun werk droeg bij aan de overgang naar meer rationele denkstructuren.
Hoe beïnvloedden de sofisten en Socrates de ethiek?
Zij beïnvloedden de ontwikkeling van ethische concepten in de filosofie
Dit leidde tot verdere systematisering door Plato en Aristoteles.
Wat is een probleem met Plato’s ethische leer?
Het systematische karakter van zijn leer en de gelijkschakeling tussen deugd en inzicht
Dit werd door Aristoteles verworpen.
Wat is Plato’s uitgangspunt over een rechtvaardige staat?
Een rechtvaardige staat levert rechtvaardige zielen op
Een daad is enkel rechtvaardig als het vanuit een rechtvaardige, morele ziel vertrekt.
Hoe beschrijft Plato het proces van het kennen van ideeën?
We hadden voor onze geboorte kennis, maar zijn deze vergeten door reïncarnatie
Zintuigen vormen een trigger voor wederherinneringen (anamnese).
Wie is Aristoteles en wat is zijn tijdperk?
Aristoteles (384-322 v.Chr.)
Hij wordt gezien als de grondlegger van een systematische wetenschap.
Wat is de basis van Aristoteles’ methode?
Logica
Zijn methodologie weerspiegelt structuren van verstand en werkelijkheid.
Noem de 10 basiscategorieën ontwikkeld door Aristoteles.
- Substantie
- Kwaliteit
- Hoeveelheid
- Relatie
- Tijd
- Activiteit
Deze categorieën zijn essentieel voor zijn logica.
Wat zijn substantie en accidenten volgens Aristoteles?
Substantie is dat wat identiek blijft; accidenten zijn veranderlijke eigenschappen
Dit onderscheid is cruciaal in Aristoteles’ filosofie.
Wat zijn de vier oorzaken in Aristoteles’ causale verklaring?
- Materia causa
- Forma causa
- Efficiens causa
- Finalis causa
Deze oorzaken helpen bij het begrijpen van de essentie van dingen.
Wat was Aristoteles’ opvatting over toeval in de natuur?
Hij geloofde niet dat alles door toeval ontstond
Natuurlijke processen hebben een vaste regelmaat.
Wat is hylemorfisme?
Alles bestaat uit vorm en materie
Dit concept is fundamenteel in Aristoteles’ denken over de werkelijkheid.
Wat betekent ‘entelechie’ in Aristoteles’ filosofie?
Het streven naar perfectie
Dit concept is nauw verbonden met zijn ideeën over act en potentie.
Wat is de hoogste zijnde volgens Aristoteles?
Een pure vorm en pure act, de ‘onbewogen beweger’
Dit is de eerste oorzaak van alles.
Wat is de definitie van geluk in Aristoteles’ ethiek?
Maximale actualisering van menselijke vermogens
Eudaimonia wordt bereikt door een deugdzaam leven.
Wat is deugd volgens Aristoteles?
Het juiste midden tussen extremen
Dit is een kernconcept in zijn ethiek.
Hoe bestudeerde Aristoteles staten?
Hij bestudeerde 158 staten
Dit leidde tot zijn inzichten in economie en politiek.
Wat is de rol van de staat volgens Aristoteles?
De hoogste vorm van sociale en economische dynamiek
Hij zag de staat als essentieel voor het welzijn van de mens.
Wat beschouwde Aristoteles als onnatuurlijk in de economie?
Geldverzameling zonder doel
Dit idee is verbonden met zijn visie op de rol van de staat.