Lesson 22 Flashcards
KENNEN WIJ ELKAAR?
- Ik GELOOF het NIET.
Know we eachother?
I BELIEVE it NOT.
JIJ WOONT BIJ mij in de STRAAT.
YOU LIVE AT me in the street.
(you live in my street)
Ik ZIE JOU VAAK FIETSEN.
I SEE YOU OFTEN CYCLING.
Wat is jou naam?
What is your name?
Ik BEN Tom.Tom van der Meer.
Ben JE hier ALLEEN?
- NEE, MET mijn VRIEND.
HIJ staat DAAR. En jij? Ben jij alleen?
I AM Tom. Tom van der Meer.
Are YOU here ALONE?
- NO, WITH my FRIEND.
He stands THERE. And you? Are you alone?
Nee, mijn VROUW is ER ook.
Daar staat ZE.
No, my WIFE is THERE too.
There stands SHE
Daar STAAN ONZE KINDEREN, DIE JONGEN en DAT MEISJE.
There STAND OUR CHILDREN, THAT BOY and THAT GIRL.
O, ZIJN dat JOUW kinderen?
LEUKE kinderen.
Oh, ARE that YOUR children.
NICE children.
ZE SPELEN ALTIJD BUITEN.
THEY PLAY ALWAYS OUTSIDE.
Ik zie ze vaak.
I see them often.
Hoe HETEN ze?
How NAMED they?
Onze ZOON heet Martin, onze DOCHTER Anna.
Our SON named Martin, our DAUGHTER Anna.
Hou OUD zijn ze?
How OLD are they?
Martin is TWAALF en Anna BIJNA ELF.
Martin is TWELVE and Anna ALMOST ELEVEN.
HEB jij GEEN kinderen?
HAVE you NONE children?
Nee, NOG niet.
Ik ben nog JONG, VIERENTWINTIG.
No, STILL not.
I am still YOUNG, TWENTYFOUR.
Ik heet Isabel.
En hoe heet jij?
I named Isabel.
And how named you?
IK BEN Tom
I Am Tom
Jij BENT Isabel
You are Isabel
BEN JIJ hier alleen?
ARE YOU here alone?
HIJ IS daar.
HE IS there.
11 elf
12 twaalf
13 dertien
14 veertien
15 vijftien
16 zestien
17 zeventien
18 achtien
19 negentien
20 twintig
21 eenentwintig
22 tweeentwintig
30 dertig
40 veertig
50 vijftig
60 zestig
70 zeventig
80 tachtig
90 negentig
100 honderd
Already given
Hoe heet jij?
Mijn naam is Cleotie
Hoe oud ben jij?
Ik ben 37 jaar oud.