Objectif Express 2 - Unité 6 Flashcards
Wie zal verantwoordelijk zijn voor de stand?
Qui sera responsable du stand?
X zal zich bezighouden met de huur (het huren) van het meubilair.
X s’occupera de la location du mobilier.
X zal verantwoordelijk zijn voor de organisatie.
X sera en charge de l’organisation.
X, houdt u zich bezig met de uitnodigingen?
X, vous vous chargez des invitations?
Ik zal u onze juiste plaats (locatie) aanduiden zodra de organisatoren mij de informatie zullen hebben doorgegeven.
Je vous indiquerai notre emplacement exact dès que les organisateurs m’auront communiqué l’information.
Ik zal u informeren wanneer ik erover gediscussieerd zal hebben met de directeur marketing.
Je vous informerai quand j’en aurai discuté avec le directeur marketing.
De uitnodiging zou vanaf nu moeten worden ontworpen.
Il faudrait concevoir l’invitation dès maintenant.
Ik zal mij er kunnen mee bezighouden vanaf maandag.
Je pourrai m’en occuper à partir de lundi.
Wat is er voorzien (gepland) voor de communicatie op de stand?
Qu’est-ce qui est prévu pour la communication sur le stand?
We zijn van plan om ook een brochure uit te delen.
Nous comptons aussi distribuer une brochure.
We zijn van plan om reclameartikelen uit te delen.
Nous avons l’intention de distribuer des objets publicitaires.
We hebben gepland om onze belangrijkste klanten uit te nodigen op een kleine receptie / een cocktail.
Nous avons prévu d’inviter nos principaux clients à une petite réception / un cocktail.
Een affiche
Une affiche
Een gids (= een overzicht)
Un annuaire
Een badge
Un badge
Een brochure
Une brochure
Een catalogus
Un catalogue
Een (af)sluiting, beëindiging, slot
Une clôture
Een exposant, tentoonsteller/exposeren, tentoonstellen
Un exposant/exposer
Een feestelijke opening / feestelijk openen
Une inauguration / inaugurer
Meubilair
Un mobilier
Een reclameartikel
Un objet publicitaire
Een organisator/organiseren
Un organisateur / organiser
Een bord (bv. un panneau publicitaire = een reclamebord)
Un panneau