PM week 3

Question 1

4 manieren van regulieren van individueel gedrag zijn

Answer 1

motivatie
proces theorieën
theorie over arbeidsoriëntatie en arbeidsrelatie
leidinggevenden en motivatie

Question 2

Wat is motivatie?

Answer 2

motivatie stuurt gedrag en zorgt ervoor dat je ergens langere of kortere tijd je energie in wilt steken

Question 3

motivatie is een combi van

Answer 3

drijfsveren, ambities, capactiteit &

inhoud van taken, soort samenwerking en soort leiderschap

Question 4

wat is intrinsieke motivatie

Answer 4

motivatie die vanuit jezelf komt (ambities en drijfveren)

Question 5

wat is extrinsieke motivatie

Answer 5

motivatie die buiten jezelf ligt (door je baas of sociale contacten)

Question 6

McGregor X Y theorie

Answer 6

de manier waarop een leidinggevende naar een medewerker kijkt, beïnvloed de manier waarop ze met hen omgaan

Question 7

menstype X

Answer 7

kenmerken: lui, dom, ongeïnteresseerd

dus manager gaat bevelen geven en werkzaamheden opdragen

Question 8

menstype Y

Answer 8

kenmerken: actief, verstandig, betrouwbaar

dus manager laat de medewerker autonoom en laat diegene zich verbinden met zijn doelen en ambities

Question 9

wat is arbeidsmotivatie

Answer 9

alles dat iemand motiveert om zo te werken dat we de beoogde doelen behalen

Question 10

Hoe stuur/reguleer je mws op basis van intrinsieke motivatie?

Answer 10

taken passen bij vaardigheden, kennis en ambitie

Question 11

hoe stuur/reguleer je mws op basis van extrinsieke motivatie?

Answer 11

prestaties worden beloond en gewaardeerd naar verwachting

Question 12

Wat zijn beoogde doelen?

Answer 12

ze zijn dynamisch: er is steeds verandering

HRM moet dus vaak met mws in gesprek gaan om op te hoogte te blijken van de doelen

Question 13

Wat is de volgorde van de Pyramide van Maslow

Answer 13

1. zelfverwerkelijking
2. waardering
3. sociale contacten
4. geborgenheid
5. fysiologische behoeften

Question 14

2 redenen om gedrag in organisaties te verklaren zijn:

Answer 14

1. de mens als calculerend wezen (scientific management)

2. uitkomst van uitwisselingproces (Vroom, Adams, Locke & Latham)

Question 15

de mens als calculerend wezen (scientific management)

Answer 15

het zo efficiënt mogelijk indelen van de productie
dat wat een mw doet, moet hij voor beloond worden
financiële prikkels als arbeidsmotivatie
geen andere behoeften dan geld

Question 16

uitkomst van uitwisselingproces (vroom, adams, locke & latham)

Answer 16

motivatie is de uitkomst van het proces waar mensen dingen meemaken en daardoor gemotiveerd of gedemotiveerd worden

Question 17

effect van hawthorne

Answer 17

wie als mens behandeld wordt, zal beter presteren (aandacht en steun)
organisatie speelt in op de behoeften van mws

Question 18

sociale behoeften

Answer 18

sociale ondersteuning, emoties en vriendschappen op het werk zijn belangrijk

Question 19

wat is een procestheorie

Answer 19

gedrag als uitkomst van uitwisselingsproces wn en organisatie

Question 20

welke 4 procestheorieën behandelen wij?

Answer 20

verwachtingstheorie (vroom)
vergelijkingstheorie (adams)
goals setting theorie (locke & latham)
zelfverwezenlijkingstheorie (deci & ryan)

Question 21

verwachtings theorie (vroom)
mensen kiezen arbeidsgedrag op basis van drie factoren

Answer 21

succesverwachting (mw denkt dat het haalbaar is)
opbrengst van gedrag (verwachten dat je iets voor het juiste gedrag krijgt)
waarde van beloning (wn vindt de beloning het werk waard)

Question 22

wanneer is de arbeidsmotivatie positief beïnvloedt?

Answer 22

mw ervaart goede balans inspanning-resultaat
de beloning is duidelijk
mw waardeert de beloning, heeft juiste vaardigheden & kent de verwachtingen in de rol

Question 23

vergelijkingstheorie (adams)

Answer 23

individuen vergelijken hun beloning met anderen

Question 24

distributieve rechtvaardigheid (adams)

Answer 24

iemand die beter presteert verdiend ook een betere beloning

Question 25

procedurele rechtvaardigheid (adams)

Answer 25

de wijze waarop iemand beloond wordt en of deze eerlijk tot stand is gekomen

Question 26

goals setting theory (locke & latham)

Answer 26

moeilijke, maar haalbare doelen stimuleren de arbeidsmotivatie.

Question 27

wanneer stimuleren haalbare doelen de arbeidsmotivatie? (locke & latham)

Answer 27

de doelen zijn uitdagend, specifiek en haalbaar mw krijgt feedback de beloning en waardering is rechtvaardig

Question 28

zelfverwezenlijkingstheorie (deci & ryan) | drie natuurlijk basisbehoefte voor optimaal functioneren en groei van mw zijn:

Answer 28

verbondenheid (sociale omgeving) veiligheid (verbonden zijn met anderen) autonomie (gedrag zelf mogen bepalen)

Question 29

wat leren we van alle theorieën?

Answer 29

mws nemen persoonlijkheid mee naar het werk behoefte voor iedereen anders rechtvaardige beloning voor de inspanning motiveren van mws is lastige opgave

Question 30

Aanhaken bij oriëntatie op werk (van hoof) | wat vinden mensen belangrijk in hun werk?

Answer 30

inhoud van het werk (intrinsieke oriëntatie) doelen buiten het werk (extrinsieke o) leer- en doorgroeimogelijkheden (carrière o) geen lastige situaties (gemak o) sociale relaties en werksfeer (sociale o) (verschilt naar opleidingsniveau, funcite-inhoud, generatie etc.)

Question 31

arbeidsrelatie moet rekening houden met verschillen in verwachtingen per individu (2 contracten)

Answer 31

``` transsactionele contracten (ruil: loon voor inzet en tijd) relationele contracten (relatie: ontwikkeling voor meer inzet dan strikt afgesproken) ```

Question 32

betrokkenheidsstrategie

Answer 32

management stuurt op vertrouwen in motivatie en capaciteit van wn

Question 33

toename aandacht voor idosyncratic-deals (I-deals) | maarwerkafspraken met individuele mws. consequenties voor:

Answer 33

binding met de organisatie wie hoort erbij? hr-instrumenten voor vast diensverband

Question 34

leidinggevenden en motivatie, 2 leiders:

Answer 34

``` transactionele leider (ruilen: loon voor inzet en tijd) transformationele leider (doelen bereiken door relaties aan te gaan: motiveren/inspireren/betrokkenheid creëren) ``` goede leider is beide

Question 35

2 interventies bij leidinggeven aan groepen

Answer 35

``` interventies gericht op reguleren van gedrag (doelgericht) inspirerende interventies (ontwikkeling/sociaal/emotioneel) ```

Question 36

hoe succesvol leidinggeven

Answer 36

een visie hebben charismatische persoonlijkheid / voorbeeldfunctie betrokkenheid voeren situationeel leiderschap (handelen naar situatie)

Question 37

quinn model

Answer 37

verschillende soorten leiderschap binnen een organisatie | zoek maar gwn ff op, foto ofzo