STE Flashcards
vegen
vt./vi. sweep
oorzaak
n. cause, origin
zeilen
zielig
v. sailing
adj. pitiful, sad
auteur
n. author
verbazen
vi. surprise. (Dat verbaast me van je.)
zich verbazen over
vergelijken
vt. compare
ex: Vergelijkend met …
Ik moet de prijzen van deze twee producten vergelijken voordat ik een keuze maak.
Als je de resultaten van vorig jaar vergelijkt met die van dit jaar, zie je duidelijk een verbetering.
hoop
n. pile (er zijn een hoop dingen veranderd.)
gelijk
adj. equal
ex: Het is me gelijk. (It’s all the same to me.)
bijwoord. immediately, simultaneously
ex: hij reageerde gelijk.
n. correct, right
ex: Je hebt gelijk.
aan ontkomen
escape from
ex: Hij kon niet aan de gevolgen ontkomen.
met name
especially
“Met”
This is a preposition that means “with”.
“Name”
This means “name”, but in this context, it functions more figuratively to mean “specifically” or “in particular”.
ex: …., met name …
degene
the one
John is degene die vandaag op de kinderen past.
op stap
go out
ex: we gaan op stap.
Ze zijn al vroeg op stap gegaan.
alsof
as if
om me heen
meaning: “around me”
gaan ervan uit
uitgaan van
assume
ex: Ik ga ervan uit dat je morgen komt.
Usage: Used when making an assumption or expressing a presumption.
Examples:
1. “We gaan ervan uit dat iedereen op tijd komt.”
(We assume that everyone will arrive on time.)
2. “Hij gaat ervan uit dat het probleem al is opgelost.”
(He presumes that the problem has already been resolved.)
Assumptions or expectations.
enerzijds
anderzijds
on one side
on the other side
gunst
kunst
n. favor
kan ik je een gunst vragen?
n. art
naarmate
voegwoord. as to an extent
Ex: zijn oordelen worden milder, naarmate hij ouder wordt.
behalve
prep. except
behalve op: phrase - except
ex: ~ op die ene bijzondere dag.
schuldig
schuld
schuldegevoel
adj. guilty
n. debt
n. 负罪感
aandacht
n. attention
zomaar
adv. just (like that)
ex: je dromen worden niet zomaar waar.
vouwen
vt. fold one’s clothes
komen voort uit
come out of ….
ex: Dat komt niet voort uit schuldgevoel.
* Meaning: To originate, result, or emerge from something. It indicates a cause-and-effect relationship. * Usage: Used when something has its origin in or is caused by something else.
Examples:
1. “Zijn ideeën komen voort uit zijn opvoeding.”
(His ideas originate from his upbringing.)
2. “De problemen komen voort uit slechte communicatie.”
(The problems arise from poor communication.)
Cause-and-effect relationship.