Studietaak 6 - Experiment Flashcards
(43 cards)
Doel van de wetenschap
Produceren van kennis over de wereld.
Hoe? –> experimenteren (primaire strategie)
3 kenmerken van wetenschap
- Hypothesen worden gebruikt om verwachtingen te genereren
- Verwachtingen worden vergeleken met waarnemingen
- Die vergelijking wordt gebruikt om een hypothese te ontwikkelen, bevestigen, verwerpen of verfijnen.
De rol van experimenten bij het testen van hypothesen
- Experimenten bieden een gestructureerde manier om waarnemingen te doen;
- Om die waarnemingen te vergelijken met wat we zouden verwachten te observeren als de onderzochte hypothese waar zou zijn.
uitdagingen van experimenten
- Neiging tot bevooroordeelde redeneringen (inclusief neiging om te observeren wat we willen dat waar is)
- Moeilijkheid om te onderscheiden welke hypothesen ons zouden moeten doen verwachten.
2 manieren om deze uitdagingen te overwinnen:
1. In labratorium: streng gecontroleerde omstandigheden
2. In het veld: vergelijken van specifieke kenmerken van individuen in verschillende (variabele) groepen om het gemakkelijker te maken om waarnemingen af te zetten tegen de verwachtingen
Variabele
Alles wat kan variëren, veranderen of in verschillende waarden voorkomt.
Waarde van een variabele
De toestand of de hoeveelheid.
3 categorieën variabelen in een experiment
- Onafhankelijke variabele
- Afhankelijke variabele
- Derde variabele
Onafhankelijke variabele
Een variabele die op zichzelf staat; de waarden zijn onafhankelijk van de waarden van een ander variabele.
Afhankelijke variabele
Een variabele waarvan de verandering afhangt van een andere (onafhankelijke) variabele.
Derde variabele
Andere variabalen naast de onafhankelijke variabele die de waarde van de afhankelijke variabele kunnen beïnvloeden.
Manipulatie / interventie
Wanneer de waarde van een of meer onafhankelijke variabelen wordt gewijzigd.
Doel van een interventie: onderzoeken hoe die verandering invloed heeft op de afhankelijke variabele.
Kenmerken geschikte interventie:
- valide
- chirurgische
- sterk genoeg
2 redenen waarom derde variabelen gecontroleerd moeten worden
- Ze kunnen verantwoordelijk zijn voor eventuele veranderingen in de afhankelijke variabele (stelt in dat geval niet vast dat de onafhankelijke variabele de oorzaak van de verandering is)
- Ze kunnen de invloed van onafhankelijke variabele op de afhankelijke variabele tegengaan
Verstorende variabelen (confounding variabelen)
Derde variabelen die variëren op manieren die de waarde van afhankelijke
variabele op onverwachte manieren beïnvloeden (kan conclusie van experiment verstoren).
Voorbeeld: Hawthorne-effect of observer bias = experimentele deelnemers veranderen hun gedrag als reactie op observatie
Sleutel tot ontwerpen van effectief experiment: de opzet van een experiment baseren op de noodzaak om de mogelijkheid van verstorende variabele te minimaliseren.
3 aspecten van een experiment
- Fysiek aspecten:
a. Proefpersonen
b. Instrumenten = technologische hulpmiddelen die het experimentele proces mogelijk
maken - Technologische aspecten
- Sociale aspecten
Verzamelen van gegevens
Verzamelen en meten van informatie over de waarden van interessante
variabelen op bepaalde tijden, plaatsen en contexten.
Meetfout
Onjuistheid in de uitvoering van een meting of onnauwkeurigheid in de uitkomst van een meting.
Voorkomen van meetfout → Kalibratie = metingen van het ene instrument vergelijken met die van een ander om nauwkeurigheid van het instrument te controleren.
2 soorten gegevens
- Kwantitatieve gegevens = informatie in numerieke vorm
- Kwalitatieve gegevens = informatie in niet-numerieke vorm
Cruciaal experiment
Een experiment die beslissend is voor een hypothese of theorie.
Onderdeterminatie
De data zijn onvoldoende om te bepalen welke hypothese (de causale hypothese of een alternatieve verklaring) waar is. De beschikbaarheid van alternatieve verklaringen voor onderzoeksresultaten wordt onderdeterminatie genoemd.
Deze alternatieve verklaringen kunnen bijvoorbeeld alternatieve causale hypotheses uit een andere theorie zijn.
Hulpaannames
Aannames die waar moeten zijn om ervoor te zorgen dat de gegevens de beoogde relatie hebben met de hypothese die wordt onderzocht.
3 bronnen van onzekerheid m.b.t. experimenten
- Externe variabelen
- Onverwachte hypothesen
- Aanvullende veronderstellingen
Hoe dit te minimaliseren? → replicatie
Replicatie = opnieuw uitvoeren van het oorspronkelijke experiment
Kenmerken van het perfect gecontroleerde experiment
- Het expliciteren van voorspellingen (heldere, concrete voorspellingen):
a. Operationeel definities van een begrip
b. Clusterindicatoren - Het uitvoeren van een geschikte interventie om de onafhankelijke variabele te manipuleren
- Alle andere variabelen worden gecontroleerd
a. Direct
b. Indirect - Experiment is blind of dubbelblind
Probleem voor formuleren van duidelijke verwachtingen van een experiment: hypothesen bevatten vaak concepten en variabelen die we niet makkelijk kunnen testen.
2 manieren om vage concepten te karakteriseren op een manier die metingen mogelijk maakt
- Operationele definitie = specificatie van voorwaarden waaronder een specifiek concept van toepassing is
- Clusterindicatoren = markeringen van een variabele om deze nauwkeuriger te meten zonder deze te vereenvoudigen
Interventie
Directe manipulatie van de waarde van een variabele.