theater Flashcards

(80 cards)

1
Q

verzamelt gegevens die te maken hebben met de opgevoerde tekst

A

dramaturg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

mensen die worden gehuurd voor een toneel

A

freelancers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

acteurs worden voor een rol gekozen door hun fysieke of artistieke kwaliteiten

A

typecasting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

regisseur en acteurs leren elkaar kennen

A

eerste lezing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

acteurs oefenen het stuk: de tekst en bewegingen

A

repetitie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

repeteren zonder costuums en decor enz

A

droog repeteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

repeteren in het decor

A

mise-en-place

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

de avond voor de premiere

A

generale repetitie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

soort van generale repetities met een publiek

A

try outs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

regelt praktische kant na premiere

A

toneelmeester

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

steekt de dans in elkaar

A

choreograaf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

zorgt voor de meer zakelijke kant zoals budgetbeheer, praktische organisatie van de repetities

A

productiebegeleider

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

ontwerpt t decor en maakt dan een maquette

A

scenograaf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

zorgt voor alle voorwerpen op het toneel

A

rekwisiteur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

maakt de kostuums

A

kostuumontwerper

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

opbergruimte voor jassen

A

vestiaire

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

bar waar je voor of na de voorstelling iets kan drinken

A

foyer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

het stukje van t podium dat voor t doek uitsteekt

A

avant-scène of proscenium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

doeken die aan de zijkant hangen van toneel

A

sierdoeken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

plafondje boven waar het doek dicht gaat

A

portaalbrug

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

plafond boven het podium

A

friezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

de muur achteraan het podium

A

achterdoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

zijkanten van podium waar acteurs staan

A

coulissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

hoogte boven toneel waar licht word gehangen

A

toneeltoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
rond theather
théatre à l'italienne
26
duurste plaatsen, beneden
parterre of stalles
27
goedkoopste plaatsen, boven
engelenbak
28
rond het podium zitplaatsen
arenatheater
29
Het schminken, wat door beroepsacteurs zelf wordt gedaan
grime
30
Hij zorgt voor de plaatsing van het decor en de decorwisselingen tijdens de voorstelling
inspiciënt
31
Persoon naast het toneel die de tekst voorzegt als acteurs het vergeten
souffleur
32
Iemand die instudeert als vervanger voor een zieke acteur
understudy
33
Kleine rol zonder tekst
figurant
34
Geldschieter voor een toneelproductie
producent
35
Selectie om te testen of iemand geschikt is voor een rol
auditie
36
Rolverdeling
cast
37
Groep acteurs die samen in een stuk spelen
cast
38
Eerste kennismaking met toneeltekst, tekst wordt gelezen
droog repeteren
39
Repetitie zonder bewegingen, enkel tekst (‘italiaantje’)
droog repeteren
40
Bepalen waar acteurs staan en waar het decor komt
mise-en-scène
41
Repetitie van het hele stuk zonder onderbreking
doorloop
42
Laatste repetitie, volledige voorstelling zonder onderbreking
generale repetitie
43
Eerste officiële voorstelling
première
44
Alle toneelstukken die een groep in een jaar speelt
repertoire
45
Alles achter de schermen dat het publiek niet ziet
backstage
46
Denkbeeldige muur tussen publiek en spelers
vierde wand
47
Licht vooraan op het podium
voortlicht
48
Licht dat één speler volgt
volgspot
49
Lichtstraal omhoog of omlaag richten
richten/tillen
50
Bar en kleedkamers voor acteurs en crew
artiestenfoyer
51
Boekje met tekst en regieaanwijzingen
draaiboek
52
Miniatuurdecor op schaal
maquette
53
Voorwerp op het toneel dat niet bij decor of kostuum hoort
rekwisiet
54
Specialisatie van een acteur voor een bepaald type rol
typecasting
55
Truc waarbij een godheid het probleem plots oplost
deus ex machina
56
Toneel verlaten of als het stuk niet goed loopt
afgaan
57
Tekst vergeten op het podium
black-out
58
Overdreven of ingetogen acteren
overacting en underacting
59
Toneelstuk binnen een toneelstuk
theater-in-het-theater
60
Monoloog, één speler spreekt
monoloog
61
Korte voorstelling van 15 tot 40 minuten
eenakter
62
Tragedie die toch goed eindigt
tragikomedie
63
Theater met nadruk op beweging en expressie
pantomime
64
Applaus midden in een scène
tussendoorapplaus
65
Groot applaus op het einde waar publiek rechtstaat
staande ovatie
66
Klein cadeautje voor geluk voor optreden
toi toi
67
Gelukswens voor een voorstelling
break a leg / toi toi
68
Officiële Nederlandstalige gezelschap in Brussel
KVS
69
Grootste toneelgezelschap in Gent
NTGent
70
Vergoeding aan een schrijver voor het opvoeren van zijn werk
recht
71
Het opnieuw opvoeren van een voorstelling, bijvoorbeeld na een eerste succesvolle reeks
reprise
72
Mensen die worden ingehuurd om op gewenste momenten te klappen. Deze mensen zitten tussen de overige mensen in de zaal
claque
73
Terwijl het publiek klapt, komen de spelers het toneel op en buigen als dank voor de waardering
applaus halen
74
Tussenspel dat zich afspeelt tussen de normale bedrijven, bijvoorbeeld om de spelers even rust te geven of om het decor om te bouwen
entr’acte
75
Niet bestaande taal vaak gebruikt door acteurs bij repetities en trainingen
jabbertalk
76
Het punt in de zaal waar nog net wel of net niet alles goed te zien is op het toneel
zichtlijn
77
Net voordat het publiek wil stoppen met klappen komen de spelers weer het toneel op om het applaus langer te laten duren
applaus melken
78
Een speler zijn tekst niet laten uitspreken
couperen
79
Een vaak kleiner theater waarbij het publiek op de eerste rij op hetzelfde niveau zit als het toneel (in tegenstelling tot een lijsttheater)
vlakkevloertheater (black box)
80
Het publiek in de zaal heeft de slappe lach
wuivend riet