Thema 6: Persoonlijkheid en Levensstijl Flashcards

(9 cards)

1
Q

Wat is persoonlijkheid?

A

-Psychologische eigenschappen die stabiel zijn

-Rode draad in gedrag doorheen het leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

MBTI (Meyers-Briggs Type Indicator) waarom gebruiken?

A

Om levensstijlen en persoonlijkheden te meten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

MBTI (Meyers-Briggs Type Indicator) 4 dimensies

A
  1. Energie:
    Extravert (E): energie van buiten, sociaal.
    Introvert (I): energie van binnen, liever alleen.
  2. Waarneming:
    Sensing (S): concreet, detailgericht.
    Intuition (N): abstract, verbanden en toekomstgericht.
  3. Beslissingen:
    Thinking (T): logisch, rationeel.
    Feeling (F): emotioneel, gevoelsmatig.
  4. Levensstijl:
    Judging (J): gestructureerd, plant graag.
    Perceiving (P): flexibel, spontaan.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de valkuil van MBTI?

A

Te zwart-wit indeling; geen rekening met complexiteit van de mens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Big Five (Costa & McCrae, 1992) 5 dimensies

A
  1. Openheid:
    Hoog: creatief, nieuwsgierig, verbeelding.
    Laag: conservatief, traditioneel.
  2. Consciëntieusheid (Plichtsbewust):
    Hoog: georganiseerd, betrouwbaar.
    Laag: nonchalant, ongeorganiseerd.
  3. Extraversie:
    Hoog: sociaal, energiek.
    Laag: teruggetrokken, stil.
  4. Altruïsme (Vriendelijkheid):
    Hoog: meegaand, behulpzaam.
    Laag: competitief, confronterend.
  5. Neuroticisme:
    Hoog: angstig, emotioneel.
    Laag: emotioneel stabiel, zelfzeker.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Persoonlijkheid en consumentengedrag

A

-Consumentengedrag deels verklaard door persoonlijkheid.

-Compulsief koopgedrag positief gelinkt aan: neuroticisme, extraversie, openheid.

-Negatief gelinkt aan: consciëntieusheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een levensstijl?

A

Het geheel van waarden, interesses en gedragingen die consumentengedrag beïnvloeden:
-Wat mensen doen (activiteiten)
-Wat hen boeit (interesses)
-Wat ze denken (opinies)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

VALS-model (Values and Lifestyles – Mitchell) 8 types

A
  1. Innovators: veel middelen, innovatief, trendsetters.
  2. Thinkers: principes, kennisgericht, functioneel.
  3. Achievers: statusgericht, carrière, merktrouw.
  4. Experiencers: op zoek naar actie, impulsief, jong.
  5. Believers: traditioneel, loyaal, bekend merk.
  6. Strivers: statusgericht, lage middelen, kopen op krediet.
  7. Makers: praktisch, geen interesse in trends.
  8. Survivors: zeer lage middelen, focust op prijs.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Recap (gewoon paar keer lezen)

A

Consumentengedrag beïnvloed door persoonlijkheid.

Persoonlijkheid meten via MBTI of Big Five.

Bijkomende dimensies verklaren consumentengedrag verder.

Levensstijlen bieden een beter segmentatie-instrument dan persoonlijkheid alleen.

VALS-model als leidraad voor segmentatie: 8 levensstijlen.

Marketeer moet rekening houden met persoonlijkheid van zowel consument als product.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly