Thema 8: gezin en huishouden

Question 1

Gezin vs. Huishouden

Answer 1

-Gezin: 2 of meer personen, verwant door bloed, huwelijk of samenlevingscontract.

-Huishouden: mensen die onder 1 dak leven en een gemeenschappelijk budget beheren.

-Elk gezin is een huishouden, maar niet elk huishouden is een gezin. (bv. studentenwoning of samenwonende vrienden.)

Question 2

Voordelen van een meerpersoonshuishouden

Answer 2

-Comparatief voordeel: taakverdeling op basis van kennis/kunde.

-Schaalvoordelen: gedeelde kosten (bv. verwarming).

-Psychologische voordelen: steun, geborgenheid.

Question 3

Beslissingsrollen binnen het huishouden

Answer 3

-Man-dominant gedrag

-Vrouw-dominant gedrag

-Autonoom gedrag: individueel beslist

-Syncratisch gedrag: gezamenlijk overleg
(Vooral bij belangrijke aankopen overheerst syncratisch gedrag.)

Question 4

Syncratisch gedrag komt meer voor bij

Answer 4

-middenklasse

-jonge koppels

-aankopen met hoog risico

-als er voldoende tijd is

Question 5

Rollen binnen aankoopbeslissingen

Answer 5

Initiator

Beïnvloeder

Beslisser

Koper

Betaler

Gebruiker

Klager

Afdanker

Question 6

Oriëntatie- en procreatiegezin

Answer 6

-Oriëntatiegezin: het gezin waarin je opgroeit → basis voor waarden & normen.

-Procreatiegezin: gezin dat je zelf vormt met partner.

Question 7

Generaties en consumentengedrag (cohortentheorie)

Answer 7

Babyboomers (‘45–’65):
Opgegroeid in welvaart. Financieel sterk. Kwaliteit, comfort, minder merktrouw.

Generatie X (‘66–’76):
Succesgericht, materialistisch, impulsief, technologievaardig.

Generatie Y / Millenials (‘77–’94) :
YOLO, leven in het nu, plezieruitgaven, kritisch t.o.v. reclame.

Generatie Z (‘95–2010):
Digital natives, mobiel verbonden, sterk beïnvloed door peers en influencers.

Generatie Alpha (>2011) :
Wordt nog onderzocht – vermoedelijk duurzaamheids- en technologiegericht.

Question 8

Marketingtoepassingen per doelgroep

Answer 8

Tieners:

Belangrijkste doelgroep voor merken
Beïnvloed door peers, uiterlijk, idealisme
Conflicten:
Autonomie vs erbij horen
Rebellie vs conformisme
Idealisme vs pragmatisme
Narcisme vs intimiteit
Merksensitief, maar niet trouw
Bereiken via visuals en digitale influencers

Babyboomers:
Groot budget
Focus op kwaliteit, comfort, service
Vrije tijd = consumptiekans

Senioren:
Groeiend segment (vergrijzing)
Waarden: autonomie, verbondenheid, altruïsme, persoonlijke groei
Behoefte aan aangepaste communicatie (geen betutteling)