VO week 7

Question 1

wat zijn eigenschappen sleutelenzymen?

Answer 1

• ze zijn (snel) reguleerbaar
• reactie gaat maar 1 kant op
• verhoogd de activiteit van de snelheidsbepalende stap (het traagste enzym)

Question 2

Wat is het belangrijkste algemene principe van regulatie van metabole processen, die in dit VO besproken zijn?

Answer 2

• sleutelenzymen: beperkt het aantal enzymen aanzetten, waardoor de evenwichtsenzymen automatisch volgen. voor de reactie in 2 verschillende richtingen 2 verschillende enzymen
• tegenovergestelde paden tegenovergesteld reguleren: mogen niet tegelijkertijd actief zijn want dat kost te veel ATP

Question 3

Welke drie vormen van enzymregulatie zijn er?

Answer 3

• conformatie verandering van sleutelenzym
• compartimentering van sleutelenzymen (mitochondrium/cytosol)
• inductie en repressie van de synthese en afbraak van het sleutelenzym

Question 4

Beschrijf welke gevolgen stress heeft op de vetzuuroxidatie/vetzuursynthese.

Answer 4

adrenaline stijgt waardoor de vetzuuroxidatie toeneemt en de vetzuursynthese neemt af.

Question 5

wat doet glucokinase in de lever?

Answer 5

haalt glucose uit het bloed dus is een sleutelenzym voor de glucose opname

Question 6

wat stimuleert PFK1?

Answer 6

fructose-2,6-bisfosfaat. dit bindt aan PKF1 en daardoor verandert die van vorm en wordt die actief. als je gaat eten verhoogd fructose-2,6-bisfosfaat waardoor PFK1 gestimuleerd wordt en furctose-1,6-bisfosfatase wordt geremd (glycolyse) en bij gluconeogenese valt dit weg

Question 7

wat is de futiele (wasteful) cyclus?

Answer 7

er wordt glucose gevormd en tegelijkertijd afgebroken

Question 8

welke metaboliet reguleert de glycogenese en glycogenolyse?

Answer 8

glucagon wordt actief: cyclus AMP stimuleert fosforylase en remt de glycogeen synthase door het inactief maken door er een fosfaat groep op te zetten (glycogenolyse).

Question 9

wat is het sleutelenzym van de vetzuuroxidatie? en van de vetzuursynthese?

Answer 9

acetyl-CoA carboxylase. er wordt douane gespeeld welke van de twee er plaats vindt. bij de synthese gaan de vetzuren niet de mitochondriën in. hierdoor krijg je geen oxidatie. als de vetzuren wel naar binnen gaan heb je vetzuuroxidatie

Question 10

hoe wordt PKF2 gereguleerd?

Answer 10

is actief in gevoede toestand. (insuline) en dus actief als die gedefosforyleerd is.fructose-2,6-bifosfatase wordt nu remend en dus ook gedefosforyleerd maar deze is dan inactief. fosforylering doet cAMP dan is PKF2 inactief en fructose-2,6-bisfosfatase is dan juist actief

Question 11

waar speelt de vetzuursynthese en vetzuuroxidatie plaats?

Answer 11

vetzuursynthese: cytosol
vetzuuroxidatie: mitochondrium

Question 12

hoe reguleren we acetyl-CoA carboxylase?

Answer 12

insuline zorgt voor defosforylering en dan wordt het actief dus bij de gevoede toestand

Question 13

waarom vindt de cori-cyclus niet plaats in de gevoede toestand?

Answer 13

cori-cyclus: glucose wordt in lactaat omgezet in de erytrocyt en dit lactaat gaat weer naar de lever.
dit gebeurt niet in de gevoede toestand omdat er dan insuline is en er geen gluconeogenese zal plaatsvinden.

Question 14

waar vindt de cori-cyclus plaats?

Answer 14

in de erytrocyt of in de spier.

Question 15

wat zijn de belangrijkste hormonen van de early fasted state?

Answer 15

glucagon uit pancreas en noradrenaline uit bijnier

Question 16

hoe zit het met de ATP concentratie in de early fasted state?

Answer 16

is niet veranderd want je gaat pas ADP in ATP omzetten als je het nodig hebt. voor de gluconeogenese is de vetzuuroxidatie belangrijk deze geeft veel ATP

Question 17

wanneer begint de gluconeogenese?

Answer 17

in fase 3 in fase 2 ook wel een beetje maar nog niet heel belangrijk
in fase 2 is de glucogenolyse het belangrijkst

Question 18

waarom daalt de glucose concentratie in het bloed na 2 dagen?

Answer 18

de hersenen gaan dan volledig over op de ketogenese waardoor de hersenen geen glucose meer nodig hebben en dus daalt de glucose waarde in het bloed

Question 19

door welke substraten kan de gluconeogenese plaatsvinden?

Answer 19

alanine, lactaat en glycerol

Question 20

Wat zijn ketonlichamen?

Answer 20

het zijn energierijke verbindingen met een ketongroep of een daar makkelijk in om te zetten hydrocylgroep. het zijn bijproducten van de vetzuuroxidatie.

Question 21

wat is het nut van de ketogenese?

Answer 21

• vetzuur opstapeling voorkomen
• extra energiebron die de hersenen gebruikt

Question 22

waarom scheidt je ketonlichamen uit na langere tijd vasten in de urine?

Answer 22

je verbruikt zoveel eiwitten dat je je eiwit kanalen in de nier kapot gaan en je dus niet alles meer kan opnemen.

Question 23

wat bepaal je in de urine om te kijken of iemand vast?

Answer 23

ketonlichamen

Question 24

hoe voorspel je de uitkomst van een orale glucosetolerantietest bij patienten met type 2 diabetes?

Answer 24

niet ingesteld: bloedsuikerspiegel blijft hoog. het begin zal veel hoger liggen en gaat dan langzaam naar beneden door de insulineresistentie

als ze medicatie gebruiken is die normaal dat is namelijk het doel

Question 25

wat is het nut van de begrippen glycemische index en de ‘glycemic load’ waar het gaat over voeding?

Answer 25

glycemische index = hoe snel een bepaalde stof in je bloed komt als glucose
glycemische lading = hoe veel laat een bepaalde stof de glucose in je bloed stijgen

Question 26

wat is de beperking van de begrippen glycemische index en de ‘glycemic load’ waar het gaat over voeding?

Answer 26

glycemische lading geeft niet aan welk type koolhydraat het is (lang/kort) en niet hoeveel koolhydraat het per 100 gram is
glycemische index …

Question 27

Wat is de reden van de stijging van het energieverbruik bij overvoeding?Noem drie oorzaken.

Answer 27

je eet meer dus meer thermogenese dieet-geïnduceerd
er is meer lean body mass waardoor je basaal metabolisme stijgt
je moet meer meesjouwen dus meer fysieke activiteit