VO.2 - Groei, obesitas en puberteit Flashcards
(48 cards)
Vragen
Antwoorden
Welke vragen stel je in je algemene anamnese?
Medische voorgeschiedenis, medicatiegebruik, ontwikkeling, voedingsanamnese, familie anamnese, psychosociaal, puberteitsontwikkeling wanneer passend bij de leeftijd.
Welke vragen stel je in je tractusanamnese?
Alle tracti nagaan: circulatoir, respiratoir, centraal zenuwstelsel, GI, endocrien, bewegingsapparaat.
Q: Wat is een primaire groeistoornis?
A: Een groeistoornis veroorzaakt door een intrinsiek probleem van het skelet of genetisch materiaal, zoals genetische syndromen of skeletdysplasieën.
Q: Hoe verloopt de groeicurve bij een primaire groeistoornis?
A: Kinderen blijven vanaf jonge leeftijd achter in groei en volgen een afwijkende, vaak lagere, groeicurve.
Q: Wat is een secundaire groeistoornis?
A: Een groeistoornis waarbij de groei wordt beïnvloed door externe factoren zoals ziekten of omgevingsfactoren, bijvoorbeeld endocriene aandoeningen of ondervoeding.
Q: Hoe verloopt de groeicurve bij een secundaire groeistoornis?
A: De groei is aanvankelijk normaal, maar buigt af zodra de onderliggende aandoening zich ontwikkelt.
Q: Wat is een idiopathische groeistoornis?
A: Een groeistoornis waarvan de oorzaak onbekend blijft ondanks uitgebreid onderzoek. Is gewoon kleiner, maar niet erg snap je
Q: Hoe verloopt de groeicurve bij een idiopathische groeistoornis?
A: De groei is traag maar consistent, met een stabiele, lagere groeicurve zonder abrupte afbuigingen.
Q: Wat betekent een lengte binnen ±1,6 SD van de target height?
A: Dit valt binnen het normale bereik van de genetisch verwachte lengte.
Er buiten is dus niet normale bereik
Wat vind je van de groeicurve? Onder welke grote groep van groeistoornissen valt de meest waarschijnlijke diagnose van deze patiënt?
Afbuigende lengtecurve past bij secundaire groeistoornis: endocriene stoornissen, chronische ziekten, ondervoeding.
Waar let je op bij het lichamelijk onderzoek?
Lengte, gewicht, schedelomtrek, zithoogte, spanwijdte, bloeddruk, dysmorfe kenmerken, intern lichamelijk onderzoek incl. puberteitsstadium.
Waar denk je aan in je differentiaal-diagnose?
- Endocriene stoornissen (te veel cortisol, te weinig GH, hypothyroidie)
- chronische ziekten (hart, nieren, darmen)
- iatrogeen (glucocorticoïden)
- emotionele deprivatie
- malnutritie.
Wat voor aanvullend onderzoek zou je willen doen?
Labonderzoek: bloedbeeld, elektrolyten, leverenzymen, nierfunctie, schildklierfunctie, coeliakiescreening, IGF-I, IGFBP-3, X-hand voor skeletleeftijd.
Waar kan een te lage IGF-I waarde allemaal bij passen?
- GH deficiëntie
- GH resistentie
- tengere lichaamsbouw
- leverziekten
- chronische ziekten
- hypothyreoïdie.
Behandeling groeistoornis door lage GH
behandeling met groeihormoon,
Wat voor aanvullende vragen stel je in je anamnese bij obesitas?
Brede anamnese: hulpvraag, mogelijke oorzaken (leefstijl, medische pathologie), risicofactoren of co-morbiditeiten, aanpak tot nu toe.
Waar let je op bij het lichamelijk onderzoek bij obesitas?
Algemene indruk, vetverdeling, spiermassa, cushingoid, lengte en groei, vitale parameters, huid/haar kenmerken, dysmorfe kenmerken, puberteitstadiering.
Stel een differentiaal diagnose op voor obesitas.
Leefstijl en psychosociale factoren, medische pathologie, syndromale kenmerken, medicatiegebruik.
Welk aanvullend onderzoek zet je in bij obesitas?
Hormonaal onderzoek, genetisch onderzoek, neurologisch onderzoek, screening op DM2, leversteatose, dyslipidemie, hypertensie, OSAS, vitD deficiëntie.
Wat is het advies ten aanzien van behandeling van obesitas?
Gecombineerde leefstijlinterventie (voeding, beweging, gedrag), paramedische ondersteuning, psychologische zorg, farmacotherapie, maagoperatie bij uitzondering.
Welk hormonen veroorzaken borstgroei ?
A: Oestrogeen (zorgen voor de tijdelijke borstontwikkeling bij pasgeborenen.)
Q: Waardoor kan hormoon verhoogd in het bloed?
A: Tim heeft verhoogde oestrogeen door de overdracht van maternale hormonen via de placenta voor de geboorte.