week 10 HC3 diagnostiek en behandeling van hypercortisolisme Flashcards

1
Q

waarop is cortisol een negatieve feedback?

A

Kern in de hypothalamus maakt CRH, gaat naar de hypofyse → ACTH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waarin kun je het Cushing’s syndroom (hypercortisolisme) onderscheiden?

A
  • ACTH-afhankelijk:
    hypofyse adenoom (maakt ACTH)
    ectopische ACTH productie
    • Vaak long neuroendocriene tumor
    • Onbekend
    • Neuroendocriene tumor
  • ACTH-onafhankelijk:
    bijnier adenoom (tumorproduct bijnier)
    bilaterale bijnier hyperplasie
    bijnier carcinoom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zorgt voor morbiditeit bij de Ziekte van Cushing?

A
  • endocriene veranderingen
  • neuropsychiatrische verstoringen (slaapproblemen/depressie)
  • metabool syndroom (diabetes/obesitas/hypertensie)
  • hypercoagulabiliteit
  • lichaamssamenstelling (osteoporose)

overlijden vaak aan cardiovasculaire ziekten en onbekende oorzaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is de diagnostiek bij het syndroom van Cushing?

A
  • Vaststellen van hypercortisolisme
  • Differentiëren van pseudo-Cushing syndroom
  • als ACTH-afhankelijk syndroom van Cushing:
    differentiëren tussen hypofysaire en ectopische oorzaak
  • Duur tot diagnose gem. 3.8 ± 4.8 jaar
  • Gemiddeld 4.6 ± 3.8 specialisten geconsulteerd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe kun je screenen voor het syndroom van Cushing?

A
  • Aanwezigheid van meerdere en progressieve symptomen
  • Ongebruikelijke symptomen in relatie tot de leeftijd
  • Therapie-resistente DM en/of hypertensie
  • Patiënten met een bijnierincidentaloom
  • Kinderen met groeiretardatie (veel aankomen, maar weinig groeien)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn de eerstelijns screeningstesten voor het syndroom van Cushing (2 vd 3 afwijkend!!!)?

A
  • Cortisol excretie in 24 h urine
    2-3 verzamelingen, beperkte sensitiviteit, niet als enige test gebruiken
  • 1 mg dexamethason suppressie test
    cut-off waarde: 50 nmol/l (1.8 g/dl)
  • Middernachts speeksel cortisol concentratie (verwacht je laag, niet hoog)
    wordt niet beïnvloed door CBG waarden, hoge sensitiviteit en specificiteit

niet verhoogd bij pseudo-cushing, obese mensen of gezonde mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn pitfalls voor de middernachts speeksel cortisol concentratie?

A
  • bloed contaminatie
  • shiftwerk
  • leeftijd
  • comorbiditeit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat hoort bij de classificatie van hypercortisolisme (hoog risico pseudo Cushing)?

A
  • Chronische stress
  • Chronische ziekte
  • Psychiatrische ziekten (Manische depressie, Anorexia nervosa, Obsessief compulsieve stoornis)
  • Alcohol abusus
  • Alcohol en drugs onttrekking
  • Diabetes mellitus
  • Centrale adipositas
  • Nierinsufficiëntie
  • Zwangerschap
  • Ondervoeding
  • Overbeharing
  • Glucocorticoïd resistentie
  • Spierzwakte
  • Syndroom van Cushing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe gaat de differentiatie van het ACTH-afhankelijk Cushing syndroom (cortisol én ACTH hoog)?

A

Bilaterale sinus petrosus inferior sampling (BSPIS) bij:
- hypofyse laesies < 6 mm
- niet zichtbaar hypofyse adenoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zijn de oorzaken van ectopisch ACTH-syndroom?

A
  • Vaak long neuroendocriene tumor
  • Onbekend
  • Neuroendocriene tumor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn acute complicaties van het ectopisch ACTH syndroom?

A
  • Infecties: (ernstige sepsis en opportunistische infecties)
  • Trombo embolische complicaties
  • Ernstige hypertensie en hypokaliëmie
  • Psychiatrische complicaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waardoor kan het ACTH-onafhankelijk syndroom van Cushing ontstaan?

A
  • Bijnieradenoom
  • Bilaterale bijnierhyperplasie
  • Bijniercarcinoom (bijnier flink vergroot en heterogeen aspect; veel verschil in kleur)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is de behandeling ziekte van Cushing?

A
  • Transsfenoïdale adenomectomie is eerste keus behandeling (naar hypofyse)
  • Remissie % na chirurgie varieert tussen 60-90 %, echter recidiefkans tot 25 %
  • Recidief na transsfenoïdale adenomectomie:
    • microadenoom:
      5-10 % na 5 jaar
      10-20 % na 10 jaar
    • macroadenoom:
      12-45 % na 1.5 jaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is de behandeling ziekte van Cushing bij recidief?

A
  1. Tweede transsfenoïdale operatie
    - lagere kans op remissie
    - risico op hypopituïtarisme
  2. Radiotherapie
    - remissie bij ± 60-80 %
    - lange periode voordat remissie bereikt wordt (gem.12-24 maanden)
    - vaak ontwikkeling hypopituïtarisme
  3. Bilaterale bijnier extirpatie (verwijdering)
    - onmiddellijke controle hypercortisolisme
    - levenslange gluco- and mineralocorticoïd substitutie
    - risico op acute bijnierinsufficiëntie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly