Week 11 Flashcards

(18 cards)

1
Q

Wat is schizofrenie?

A

> 6mnd(1-6mnd: schizofreniforme stoornis)
- Positieve symptomen: wanen, hallucinaties, gedesorganiseerd spreken/denken en gedrag
- negatieve symptomen: affectieve vervlakking, initiatiefverlies, apathie, gedachtearmoede, alogie/spraakarmoede, ascocialiteit
- Cognitieve problemen: aandacht, (werk)geheugen, verwerkeringssnelheid, leren, executieve functies
Etiologie: gen-omgevingsinteractie
Epidemiologie: 0,6-0,7%
Vaak eerst cognitieve en negatieve symptomen voordat positieve(reden dat pt hulp zoeken), treden in loop ziekte op en moeilijk te behandelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een schizoaffectieve stoornis?

A

> 6mnd positieve symptomen met negatieve symptomen, manische klachten en somberheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een waanstoornis?

A

> 1 mnd wanen, vaak bij oudere mensen
Sensorisch type: overtuigd dat bv parasieten ondanks geen bewijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is katatonie?

A

psychomotore ontregeling(agitatie of heel stil), gedesorganiseerd gedrag en denken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is autisme?

A
  • symptomen: problemen in sociale communicatie en interacties, stereotiepe/repetitieve bewegingen/voorwerpen/spraak, vasthouden aan routines, gefixeerde interesses, sterk/zwak reageren op prikkels
  • epidemiologie: 1%, 4x zo vaak bij mannen
  • etiologie: multifactoriële, polygenetische aandoening, syndromen(TSC, Fragiele X)
  • veel comorbiditeiten
  • diagnostiek: IQ test, taal en spraak, ADOS, evt somatisch onderzoek
  • behandeling: psycho-educatie, gedragstherapie, begeleiding, medicatie voor geassocieerde symptomen
  • prognose afhv IQ
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een taalstoornis?

A
  • taalniveau is veel lager dan non-verbale intelligentie of lager dan verwacht obv andere problematiek + problemen op school/sociaal functioneren
  • soorten: expressief, gemengd en sociale communicatie stoornis
  • altijd gehoor testen en autisme overwegen
  • prevalentie: 1-13%, minder als ouder; vaker bij jongens
  • etiologie: genetische en omgevingsfactoren
  • comorbiditeiten: gedragsproblemen, angsten en stemmingsklachten
  • behandeling: psycho-educatie, gerichte taalstimulering, ouderbegeleiding en schoolaanpassing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een spraakklankstoornis?

A
  • klanken weglaten, moeilijke klank vervangen of klanken verdraaien
  • prevalentie: 6-7jr 15%, op 12-15jr 5%; meer bij jongens
  • behandeling: logopedie
  • goede prognose als geen verstandelijke beperking, somatische oorzaak of autisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is dyslexie?

A
  • problemen in aanleren en automatiseren lezen en/of spellen op woordniveau
  • Prevalentie: 3-10%, 3,6% ernstig
  • Etiologie: genetisch en omgevingsfactoren
  • Comorbiditeiten: ADHD(30-70%), meer angst- en stemmingsproblemen en gedragsstoornissen
  • Behandeling: fonologische vaardigheden verbeteren, regels aanleren, individuele begeleiding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke vormen van dysartrie zijn er?

A

Spraakstoornis(motoriek): minder articulatie en moeilijk te verstaan
- cerebellair: wisseling in toonhoogte en stemvolume; ataxie ogen, armen en benen en koorddansgang afwijkend -> intoxicatie, CVA, RIP, SCA
- bulbair(PMN of spier): spierzwakte, nasale spraak -> myasthenia gravis(provocatie), hersenstaminfarct
- pseudobulbair(beide piramidebanen): tongmotoriek gestoord, dwanglachen/-huilen; spasticiteit en pathologische reflexen -> meerdere CVA’s, MS, ALS
- extrapiramidaal(basale kernen): zacht en monotoon(Parkinson) of volume uitschieters(Huntington); bradykinesie, tremor, regiditeit, chorea

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke vormen van afasie zijn er?

A
  • Broca(expressief; frontaal): hakkelende spraak(effortful), agrammatisme, fonematische parafasieën, goed taalbegrip, bewust van stoornis
  • Wernicke(sensorisch: temporaal/parietaal): taalbegrip en objectkennis gestoord, soms spraakdwang, benoemprobleem, vloeiende spraak, semantische parafasieën, omschrijvingen en neologismen; vaak niet bewust
  • globale(frontotemporoparietaal): vrijwel mutistisch, gestoord begrip
  • amnestisch(aspecifiek): woordvindproblemen, gestoorde zinsherhaling, fonematische parafasieën
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn typische antipsychotica?

A
  • blokkeren D2 receptor
  • haloperidol, chloorpromazine; primozidem en flusipireen(ook als depot)
  • bijwerkingen: EPS(parkinsonisme, acute dystonie, tardieve dyskinesie), hyperprolactinemie, negatieve symptomen erger, maligne neurolepticum syndroom, retinopathie bij thioridazine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe werken atypische antipsychotica?

A
  • clozapine: blokeert D4 receptor blokkeren
  • risperidon: blokkeert D2 en mn 5HT2 receptor
  • minder sederend en minder EPS dan typische
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke wetten vormen het juridisch kader voor dwangtoepassing in de zorg?

A
  • WGBO: wilsonbekwame pt, vrijwillige opname
  • Wzd: psychogeriatrische aandoening, verstandelijke beperking en aandoeningen met gedragsproblemen of regieverlies -> inbewaringsstelling(acuut) of rechterlijke machtiging
  • Wvggz: tegen wil in GGZ bij psychiatrische aandoeningen -> crisismaatregel(acuut) of zorgmachtiging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe werkt cognitieve gedragstherapie?

A
  • G-schema: gebeurtenis, gedachte, gevoel en gedrag
  • denkfouten leren herkennen
  • uitdaagtechnieken
  • gedragsexperimenten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke denkfouten zijn er?

A
  • generaliseren
  • alles of niets denken
  • gedachten lezen
  • toekomst voorspellen
  • personaliseren
  • personficeren
  • zou (niet) moeten
  • uitvergroten
  • positieve dingen diskwalificeren
  • emoties tot feiten maken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarom hebben mensen met een psychiatrische aandoening een ongezondere levensstijl?

A

Leven gemiddeld 8 jaar korter
- bijwerkingen van medicatie: gewichtstoename
- systemische factoren: zorgomgeving, financiële beperking
- symptomen van de aandoening
Pijlers: slapen, beweging, voeding en middelengebruik

17
Q

Wat is een psychose?

A

> 24 uur hallucinaties, wanen, gedsorganiseerd gedrag of denken
- <24 uur: middel, somatisch
- psychotische stoornis door middel kan langer dan dag duren
- <1mnd: kortdurende psychotische stoornis

18
Q

Hoe werken illusies?

A
  • verschil in contrast(retinale ganglioncel: center-surround)
  • oriëntatie verschil: cellen in V1 actiever dan andere cellen
  • contrast en orientatie: hogere visuele centra
  • verwachting
  • invullen: bv kleur en blinde vlek zien
  • change blindness