week 3 Flashcards

(31 cards)

1
Q

wet in materiële zin

A

algemeen verbindend voorschrift
wordt enkel gekeken naar inhoud

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wet in formele zin

A

besluit van regering + Staten-Generaal samen
wordt enkel gekeken naar afkomst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wetten in formele zin, niet in materiële zin

A

besluit van regering + S-G
maar niet algemeen verbindend
(bijvoorbeeld art. 28 GW, huwelijk van de koning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wetten in materiële zin, niet in formele zin

A

algemeen verbindende voorschriften, geen besluit van regering + S-G
vaak een AMVB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

grondwet

A

juridische basis van ons staatsbestel
hoogste wettelijke regeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

organieke wetten

A

wetten die in de Grondwet zijn voorgeschreven en van belang zijn voor de inrichting van de staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

stappen herziening van de grondwet

A
  1. eerst wordt bij wet in formele zin vastgesteld welke wijzigingen de nieuwe Grondwet moet ondergaan (eerste lezing)
  2. tweede lezing volgt pas nadat er na de verkiezingen een nieuwe tweede kamer is
  3. voorstel voor de nieuwe GW kan alleen worden aangenomen bij 2/3 meerderheid van de eerste en tweede kamer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wetgevende macht

A

regering + Staten-Generaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

stappen totstandkoming wetten

A
  1. wetsvoorstel
  2. advies Raad van State
  3. behandeling Tweede Kamer
  4. behandeling Eerste Kamer
  5. Bekrachtiging
  6. Bekendmaking Staatsblad
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

2 functies van de regering op terrein van wetgeving

A
  1. samen met de S-G wetgever wetten in formele zin
  2. zelfstandig wetgever AMvB’s
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

voorwaarden AMvB

A
  • onderwerp eerst besproken in ministerraad
  • advies RvS
    -AMvB in internetconsultatie
  • bekendmaking Staatsblad
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

twee mogelijkheden ministeriële regeling

A
  1. basis = wet in formele zin, nadere regeling bepaalde onderwerpen naar minister
  2. basis = AMvB, minister krijgt opdracht van de regering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Raad van State

A
  • koning is voorzitter
  • bestaat uit 28 leden, benoemd bij KB
  • geeft wetgevers formele zin advies bij totstandkoming wetten
  • Afdeling bestuursrechtspraak
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

4 legaliteitsvereisten wet in materiële zin

A
  1. de wet is afkomstig van overheidsorgaan die bevoegd is tot wetgeving
  2. de wet voldoet aan wettelijke vormvereisten, belangrijk is de bekendmaking
  3. de wet mag niet in strijd zijn met een hogere wet
  4. de wet moet in overeenstemming zijn met algemene rechtsbeginselen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

attributie

A

scheppen van nieuwe wetgevende bevoegdheden en de toekenning daarvan aan een bepaald orgaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

opsomming alle organen die in ons staatsbestel (door attributie) bevoegd zijn tot wetgeving

A
  1. Regering en S-G samen
  2. regering
  3. provinciale staten/gemeenteraad
  4. besturen openbare lichamen in Caribisch deel Nederland
  5. besturen van waterschappen
  6. besturen van openbare lichamen voor beroep en bedrijf
16
Q

delegatie

A

het overdragen van bestaande wetgevende bevoegdheid van het ene orgaan aan het andere om nadere regels over een bepaald onderwerp vast te stellen

17
Q

subdelegatie

A

wanneer een delegataris zijn bevoegdheid delegeert aan een ander orgaan

18
Q

subdelegatie toegestaan

A

deze bevoegdheid is er alleen als er in de wet “bij of krachtens”, “de wet regels” en “de wet geeft regels”

19
Q

subdelegatie verboden

A

er staat dan “bij de wet” of “de wet bepaald”

20
Q

staatsblad

A
  • officiële publicatieblad van de centrale overheid
  • wordt alleen gebruikt voor bekendmaking van wetten in formele zin en AMvB’s
  • minister van justitie en veiligheid verantwoordelijk
21
Q

3 handtekeningen wetten in formele zin/AMvB’s

A

van het staatshoofd, de verantwoordelijke minister en de minister van justitie en veiligheid

22
Q

staatscourant

A
  • hierin worden ministeriële regelingen bekendgemaakt
  • verantwoordelijkheid van de minister van binnenlandse zaken en koningsrelaties
23
Q

inwerkingtreding van wetten

A
  • wetten krijgen verbindende kracht op de dag van inwerkingtreding
  • wet moest eerst worden bekendgemaakt
  • wet treedt de eerste dag van de tweede kalendermaand na bekendmaking in
24
25
voorrangregels wetten
- hogere regel gaat voor de lagere regel - nieuwe regel gaat voor de oude regel - speciale regel gaat voor de algemene regel
26
verschillende mogelijkheden nieuwe wet
- exclusieve werking: ongeacht voorgeschiedenis van toepassing op feiten die zich vanaf de datum van inwerkingtreding voordoen - eerbiedige werking: oude regeling blijft van kracht voor feiten die daar reeds onder vielen, nieuwe regel alleen voor nieuwe feiten - terugwerkende kracht: van toepassing op feiten die zich voor de inwerkingtreding hebben voorgedaan
27
toetsing wetten in formele zin
wetten in formele zin mogen niet getoetst worden aan algemene rechtsbeginselen (harmonisatiewet)
28
toetsing lagere wetgeving
rechterlijke toetsing van algemeen verbindende voorschriften aan algemene rechtsbeginselen toelaatbaar
29
toetsingsverbod
wetten in formele zin mogen nooit aan de grondwet getoetst worden
30
incorporatiesysteem
verdragen waarbij Nederland partij is maken deel uit van de Nederlandse rechtsorde zodra ze zijn bekendgemaakt en in werking getreden