week 6 Flashcards

(54 cards)

1
Q

legaliteitsbeginsel

A

gedraging is alleen strafbaar als deze uitdrukkelijk strafbaar is gesteld in wettelijk voorschrift die aan gedraging is voorafgegaan
ook nulla poena-beginsel genoemd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

verbod terugwerkende kracht

A

niemand kan achteraf worden gestraft voor een feit dat op het moment van begaan niet strafbaar was

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

verbod van analogie

A
  • rechter mag op grond van sterke gelijkenis met bestaande rechtsregel uit strafrecht geen nieuwe (ongeschreven) strafrechtelijke norm formuleren en toepassen
  • feiten kunnen niet strafbaar zijn op grond van regels van ongeschreven-/gewoonterecht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

overtreding

A

lichtere delicten, gedraging in strijd met juridische norm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

misdrijf

A

zware delicten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

rechtsgevolgen van verdeling van strafbare feiten in overtredingen/misdrijven

A
  • onderscheid is bepalend voor bevoegdheid van de rechter in eerste aanleg
  • delictsvormen poging, voorbereiding (in beperkte vorm) en medeplichtigheid zijn alleen bij misdrijven strafbaar
  • bij een in het buitenland tegen of door een Nederlander gespeeld misdrijf kan in ons land strafvervolging worden ingesteld, bij overtreding niet
  • slechts op verdenking van het plegen van een misdrijf kan bevel tot voorlopige hechtenis worden gegeven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

voorwaarden strafvervolging in het buitenland gepleegd feit

A
  • hier moet ten minste een gevangenisstraf van 8 jaar op het feit zijn gesteld
  • het feit moet in het buitenland strafbaar zijn gesteld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

delictsomschrijving

A

is de formulering van een ge- of verboden gedraging in de wet, vaak inclusief een of meer onderdelen die we bestanddelen van delictsomschrijving noemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

vereisten voor strafbaarheid

A
  • gedraging valt onder alle bestanddelen van een delictsomschrijving
  • gedraging is wederrechtelijk
  • dader heeft schuld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wederrechtelijkheid

A
  • het is in strijd met de wet
  • wederrechtelijkheid kan wegvallen als zich een rechtvaardigingsgrond voordoet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

schuld

A

iemand die een strafbaar feit pleegt, moet een verwijt van zijn gedraging kunnen worden gemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

culpa

A
  • wanneer schuld in de delictsomschrijving staat is het een bestanddeel
  • onvoorzichtigheid, roekeloosheid, onachtzaamheid, nonchalance of nalatigheid die met elkaar gemeen hebben dat het om bewust onzorgvuldig handelen gaat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

culpoze delicten

A

delicten waar schuld in enige vorm van onvoorzichtigheid als bestanddeel is opgenomen in de delictsomschrijving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

doleus delict

A

wanneer opzet een van de bestanddelen van een delictsomschrijving is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

dolus

A
  • opzet
  • zwaarste vorm van verwijtbaar strafrechtelijk handelen
  • bij beoordeling ‘willens en wetens’ gebruikt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

voorwaardelijk opzet

A

de dader is niet doelbewust uit op het ontstaan van het gevolg, maar het zou hem weinig/niks schelen als door zijn handelen evt. het verboden gevolg zou intreden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

strafmaat

A
  • voor alle hoofdstraffen behalve taakstraf algemeen minimum
  • rechter bij straftoemeting gevonden aan het minimum en maximum, daartussen geheel vrij
  • rechtsvinding van de rechter autonoom aspect
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

strafminimum

A
  • gevangenis en hechtenis 1 dag
  • geldboete 3 euro
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

rechterlijk pardon

A

rechter kan ervoor kiezen om geen straf op te leggen, ook als de verdachte schuldig is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

gevangenisstraf

A
  • kan levenslang of tijdelijk zijn
  • er is een opvatting dat levenslange gevangenisstraf feitelijk levenslang moet zijn, met consequentie dat gestrafte in gevangenis sterft, voor gratie geen plaats in deze opvatting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

vinter-arrest

A
  • na winter-arrest regeling die mogelijkheid biedt dat levengslanggestraften na 25 jaar een toetsing ondergaan waarbij adviescollege aan de minister van rechtsbescherming adviseert over re-integratie voor een levenslanggestrafte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

voorwaardelijke straf

A
  • voorwaardelijk wordt alleen onder bepaalde voorwaarden niet tot tenuitvoerlegging van de straf overgegaan
  • algemene voorwaarden is dat de veroordeelde zich niet binnen de proeftijd opnieuw schuldig mag maken aan een strafbaar feit
  • als veroordeelde zich tijdens proeftijd niet aan de voorwaarden houdt kan de rechter op vordering van OM alsnog de tenuitvoering van de voorwaardelijke straf bevelen
23
Q

voorwaardelijke invrijheidstelling

A
  • OM neemt voor iedere veroordeelde een beslissing over voorwaardelijke invrijstelling
  • VI-regeling geldt alleen voor geheel onvoorwaardelijke vrijheidsstraffen die hoger zijn dan een jaar
  • art. 6:2:10
  • het OM kan bij een voorwaardelijke invrijheidstelling bijzondere voorwaarden opleggen
24
Q

tenuitvoerlegging gevangenisstraf

A
  • penitentiaire inrichting
  • veroordeelde wordt geplaatst in instelling die past bij zijn persoonlijkheid
  • penitentiaire beginselenwet, slechts bij uitzondering kan iemand voor beperkte duur in afzondering worden geplaatst
25
hechtenis
- wordt ondergaan in huis van bewaring, in gemeenschap met medegedetineerden - min. 1 dag, max. 1 jaar - minder zware straf dan gevangenisstraf
26
vervangende hechtenis
- rechter kan bij oplegging van een geldboete tevens het aantal dagen vervangende hechtenis vaststellen dat moet worden uitgezeten als de veroordeelde de boete niet (tijdig) betaald - bij elk bedrag van 25 euro mag niet meer dan een dag worden opgelegd - in rechtspraak voor elke 50 euro een dag gebruikelijk
27
taakstraf
- kan worden opgelegd voor een misdrijf dat in de wet wordt bedreigd met vrijheidsstraf of geldboete - kan worden opgelegd bij overtreding waar vrijheidsstraf op staat - duur is max 240 uur - kan geheel/gedeeltelijk voorwaardelijk - kan gecombineerd worden met de andere straffen - OM verantwoordelijk voor tenuitvoerlegging taakstraf
28
taakstraf verbod
- bij geweldsmisdrijven met wettelijke gevangenisstraf van 6+ jaar - bij ernstige zedenmisdrijven - als de veroordeelde in de afgelopen 5 jaar al eerder voor soortgelijk misdrijf taakstraf heeft gehad
29
geldboete
- kan in beginsel voor alle strafbare feiten - hoogte verdeeld in 6 categorieën (art. 23 lid 4 Sr) - wetgever heeft in elke delictsomschrijving vastgelegd welke categorie van toepassing is - tenuitvoerlegging van vonnissen/arresten waarin geldboete is opgelegd is aan minister van justitie en veiligheid opgedragen - geldboete komt toe aan de staat - geldboete gaat om aantasting van het vermogen
30
bijkomende straffen
- heeft meestal iets te maken met het gepleegde feit - bijvoorbeeld het ontzeggen van rijbewijs
31
4 maatregelen
- Terbeschikkingstelling (TBS) - plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD) - schadevergoedingsmaatregel - ontneming van wederrechtelijk gekregen voordeel
32
Terbeschikkingstelling (TBS)
- bij geheel/verminderd ontoerekeningsvatbare daders - beveiliging maatschappij staat voorop - er vindt psychiatrische behandeling plaats om de recidivekans te verminderen en de terbeschikkinggestelde voor te bereiden op terugkeer in de maatschappij - geldt voor de tijd van 2 jaar, met mogelijkheid tot verlenging door de rechter in termijnen van 1 of 2 jaar - bij TBS wegens geweldsdelict geen grens (normaal totale duur max. 4 jaar)
33
voorwaarden TBS
- alleen als verdachte ernstige psychische stoornis heeft ten tijde van het begaan van het feit - als op het misdrijf gevangenisstraf staat van minimaal 4 jaar - als de veiligheid van anderen/algemene veiligheid van personen of goederen de maatregel vereist
34
Plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD)
- hiermee kan de rechter de vicieuze cirkel doorbreken - 'de maatregel strekt tot beveiliging van de maatschappij en de beëindiging van de recidive van de verdachte - bij verslaafde kan de maatregel bijdrage leveren aan oplossing verslavingsproblematiek
35
draaideurcriminelen:
daders van veelvoorkomende criminaliteit die regelmatig worden opgepakt, veroordeeld en vrijgelaten, die daarna opnieuw strafbare feiten plegen (stelselmatige daders)
36
schadevergoedingsmaatregel
- in strafzaken waarin slachtoffer rechtstreeks schade heeft gelegen door strafbare feit, kan hij zich in strafproces voegen om tegen de verdachte een civiele vordering tot schadevergoeding in te dienen bij burgerlijke rechter - belangrijke voorwaarde is dat de behandeling van de vordering van de benadeelde partij geen onevenredige belasting van het strafproces oplevert - heeft voor het slachtoffer het voordeel dat zijn vordering zonder verdere kosten en desnoods met behulp van de sterke arm door de staat wordt geïnd
37
ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel
- rechter kan vordering van het OM bij afzonderlijke beslissing aan degene die wegens een strafbaar feit is veroordeeld, de verplichting opleggen tot betaling van een geldbedrag aan de staat ter ontneming van het wederrechtelijk voordeel - ontneming kan ook worden opgelegd bij wederrechtelijk voordeel uit baten van soortgelijke feiten als waarvoor verdachte is veroordeeld, of baten van feiten waarvoor geldboete van 5e categorie wordt opgelegd - in omvangrijke zaken kan strafrechtelijk financieel onderzoek worden ingesteld
38
3 taken reclassering
1. verschaft aan de rechter voorlichting omtrent de persoon van de verdachte 2. heeft vaak de taak om te zorgen dat taakstraf ten uitvoer kan worden gelegd 3. verleent hulp aan de verdachte bij zijn verblijf in het huis van bewaring of in de gevangenis en bij zijn terugkeer in de maatschappij
39
vergelding
rechter brengt de strafsoort en de strafmaat in overeenstemming met de ernst van het strafbare feit. spreekt het meest als er een slachtoffer aanwezig is
40
sociale preventie
- straf wordt (mede) opgelegd om te voorkomen dat de dader opnieuw het delict pleegt - de straf zou opvoedkundige en verbeterende werking kunnen hebben
41
centrale preventie
het weerhouden van burgers om (bepaalde) strafbare feiten te begaan
42
strafprocesrecht
- bevat voorschriften over de strafrechtspleging - het doel is de verwezenlijking van het materiële strafrecht door het stellen van regels over de wijze van opsporing van strafbare feiten en de vervolging en berechtiging van verdachten
43
accusatoir
- proces is zuiver accusatoir als de rechter een oordeelt heeft omtrent hetgeen door twee in beginsel gelijkwaardige partijen is aangevoerd - rechter is lijdelijk (passief) en neemt genoegen met de formele waarheid
44
formele waarheid
hetgeen dat door de ene partij als feit wordt gesteld en door de wederpartij niet wordt betwist
45
inquisitoir
- de procesvorm waarbij de gelijkwaardigheid van partijen ontbreekt: de verdachte is dan voorwerp van onderzoek - in suivre inquisitoir strafproces onderzoekt de rechter samen met de openbare aanklager wat er in werkelijkheid is gebeurd - rechter wil achter de materiële waarheid komen
46
voorbereidend onderzoek
- wordt verricht onder leiding van de officier van justitie en is gematigd inquisitoir - geen sprake van gelijkheid van partijen, verdachte is vooral voorwerp van ondervraging en er worden dwangmiddelen tegen hem gebruikt - vinden materiële waarheid staat voorop
47
gematigd inquisitoir
is het voorbereidend onderzoek, vertoont meer inquisitoire dan accusatoire trekken
48
gematigd accusatoir
- zo wordt het onderzoek ter terechtzitting genoemd - grote gelijkwaardigheid tussen verdachte en het OM
49
nemo tenetur-beginsel
verdachte hoeft niet aan zijn eigen veroordeling mee te werken en mag hier niet toe worden gedwongen. hij mag niet worden gedwongen om verklaringen af te leggen of om te antwoorden
50
vergaande dwangmiddelen bij ernstige delicten
- doorzoeking van woning om voorwerpen in beslag te nemen - vrijheidsbeneming - onderzoek aan lichaam en kleding
51
cautieplicht
er moet voor aanvang van verhoor worden medegedeeld dat de verdachte niet verplicht is om te antwoorden
52
raadsman
- verminderd de ongelijkheid in positie tussen het OM en de verdachte - strafrecht kent alleen bij hoge raad een verplichte procesvertegenwoordiging - raadsman moet een in Nederland ingeschreven advocaat zijn - als verdachte geen raadsman kiest kan deze worden toegevoegd - aan de raadsman is in het wetboek Sv in diverse stadia van de strafprocedure een aantal bevoegdheden toegekend
53
opportuniteitsbeginsel
- de bevoegdheid van het OM om af te zien van vervolging van een strafbaar feit als dat opportuun (wenselijk) is - word seponeren/sepot genoemd - kan ertoe leiden dat een rechtstreeks belanghebbende zich door het niet-vervolgen van de dader benadeeld voelt - de rechtstreeks belanghebbende kan bij gerechtshof schriftelijk beklag doen - als het hof van oordeel is dat vervolging alsnog moet plaatsvinden kan het daartoe aan de officier van justitie bevel geven
54
wanneer kan het OM van strafvervolging afzien?
- als de betrokkene ten onrechte als verdachte persoon is aangemerkt - bij onvoldoende bewijs - als een beroep op een strafuitsluitingsgrond waarschijnlijk zal slagen - als de zaak te onbeduidend is - als de belangen van de verdachte en/of zijn gezin door strafvervolging bovenmatig zouden worden geschaad