Week 3: Stoornissen in zien HC's Flashcards
(49 cards)
Verdeling fotoreceptoren
Kegeltjes: centraal, in fovea en foveola
Staafjes: perifeer
licht valt op pigmentepitheel en fotoreceptoren lezen daarvan af.
functies pigmentepitheel (choroid)
- fagocytose van oude discs
- voeding retina
hoe vindt omzetting van fotopigment plaats?
- foton stimuleert rhodopsine
- activatie G-eiwit zorgt voor transducine
- transducine activeert PDE
- PDE hydrolyseert cGMP > daling cGMP
- door daling sluiting van Na-kanalen
- hyperpolarisatie > verminderde neurotransmitterafgifte
- Dit wordt waargenomen door bipolaire cellen
Wat is het mechanisme van omzetting licht naar neuronale activiteit dat erachter zit
dat fotoreceptoren hyperpolariseren als ze door licht geraakt worden.
Ze depolariseren nooit door licht!
Scotopisch licht
alleen staafjes kunnen hier goed werken
daarom zie je in het donker dus slecht kleurverschil
fotopisch
dit is zicht in goed verlichte omgeving
Mesopisch
overgangsgebied van fotopisch en scotopisch
fotoreceptoren
- hyperpolarisatie bij licht
door verminderde glutamaatafgifte - geen actiepotentialen (graded response)
bipolaire cellen
- = met 2 uiteinden (tussen fotoreceptoren en ganglioncelen)
- glutamaat receptoren waarmee ze glutamaat van fotoreceptoren registreren
ON bipolaire cellen
- licht zorgt voor hyperpolarisatie fotoreceptoren
- fotoreceptoren geven minder glutamaat af
- MGluR6 registreert dit
- depolarisatie ON-bipolaire cel
- bij ganglioncellen actiepotentialen als gevolg van depolarisatie
OFF bipolaire cellen
- licht zorgt voor hyperpolarisatie fotoreceptoren
- afname glutamaat release
- AMPA registreert verminderde glutamaat
- OFF- cel hyperpolarisatie omdat er minder glutamaat is
- minder afgifte glutamaat door OFF-cel
- Dit wordt geregistreerd door ganglion-cel > minder actiepotentialen naar hersenen
amacriene cellen
- tussen bipolaire en ganglioncellen
- zorgen ervoor dat signaal gefilterd, onderdrukt of versterkt wordt voor het bij ganglioncellen aankomt
ganglion cellen
- M-cellen: input van staafjes, Magno-cellulaire lagen in LGN
- P-cellen: input van kegeltjes, Parvo-cellulaire lagen in LGN
Magnocellen
- spatiele verdeling van licht ofwel contrast
- contrast tussen center en surround van receptief veld (on center, off surround)
- waarnemen snelle bewegingen en veranderingen
Parvocellen
- kleur en fijne details
- ventrale stroom visuele systeem: wat zie ik?
waar in hersenen vinden de projecties plaats?
- laterale geniculate nucleus (LGN): 90% van info
- hypothalamus: voor dag-nacht-cyclus
- pretectum: pupilreflex
- superior colliculus: oog-hoofd bewegingen
gevolg laesie n. opticus
afwezigheid pupilreflex in beide ogen als er in aangedane oog geschenen wordt en als er in goede oog geschenen wordt, in beide ogen normaal pupilreflex
Gevolg laesie pretectum
1 oog aangedaan
primaire visuele pad
- retina
- chiasma optica
- LGN
- visuele cortex
waar gaat de informatie aan temporale kant van retina naartoe en waar die van nasale kant?
temporaal: ipsilaterale hemisfeer
nasaal: contralateraal
kruisen via chiasma optica
welke lagen van LGN magnopathway en welke parvopathway
magno: 1 en 2
parvo: 3 t/m 6
LGN en welk oog?
laag 2, 3 en 5: ipsilateraal oog
laag 1, 4 en 6: contralateraal oog
Striate cortex
- primaire visuele cortex (V1)
- 6 lagen
- informatie altijd eerst in laag 4 geprojecteerd.
Binoculaire cellen in V1
- vanaf laag 4 is er input van beide ogen
- vergelijken informatie uit linker en rechter oog en combineren dit beeld
- kan nog wel verschil zijn tussen beide ogen: dispariteit > stereosepsis > 3D beeld (diepte zien)