Week 5: Stoornissen van evenwicht en hersenstam VO's en ZO's Flashcards

(20 cards)

1
Q

m. rectus lateralis

A

door n. abducens
zorgt voor abductie oog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

m. rectus medialis, superior, inferior, obliquus inferior

A

door n. oculomotorius
adductie oog, omhoog en omlaag kijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

paramediene pontine reticulaire formatie (PPRF)

A
  • in pons
  • stuurt n. abducens en dus m. rectus lateralis aan
  • stuurt ook signaal naar FLM van contralaterale oog
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

fasciculus longitudinalis medialis (FLM)

A

is een tussenstam tussen abducenskern en oculomotoriuskern
krijgt signaal van PPRF aan contralaterale kant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

leg oogbeweging naar links uit

A

PPRF activeert n. abducens kern. Deze kern:
- stuurt linker oog naar buiten (rectus lateralis)
- stuurt signaal via FLM naar rechter n. oculomotorius kern > rechter oog naar binnen (rectus medialis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

inter nucleaire opthalmoplegie (INO)

A
  • laesie FLM
  • adductie aangedane zijdel uit niet (rectus medialis niet goed aangestuurd)
  • abdicerende oog (andere kant) nystagmus
  • verticaal kijken blijft intact, niet via FLM
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

piramidebaan

A
  • van motorschors naar ruggenmerg
  • bewuste motoriek lichaam
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

corticobulbaire baan

A
  • van motorschors naar hersenzenuwkernen in hersenstam
  • stuurt spieren aan van gezicht, mond, ogen, nek en schouders
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

cerebrale peducle

A

zenuwbundelen in middenhersenen (mesencephalon) dat piramidebaan en corticobulbaire baan bevat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

lateralisatie piramidebaan

A

kruist in medulla oblongata dus ene kans hersenhelft stuurt andere kant van lichaam aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

lateralisatie corticobulbaire baan

A

meestal bilaterale aansturing: beide hersenhelften sturen beide kanten gezicht aan, met uitzondering:
- bovenste gezichtsspieren bilateraal
- onderste gezichtsspieren contralateraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

cerebellum

A
  • in metencephalon
  • coördineert bewegingen, balans en timing
  • stuurt motorcortex aan via thalamus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

pedunculus cerebelli

A
  • baan van cerebellum naar motorschors
  • kruist naar contralaterale motorcortex
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

pedunculus cerebri

A
  • baan van motorschors naar motorneuronen
  • rechter motorcortex stuurt linker lichaamshelft aan en linker motorcortex rechter
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

dus hoe is de lateralisatie van cerebellum naar lichaam

A

ipsilateraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

sensibele informatie binnen schedel

A

vooral door V1 (n. opthalmicus, aftakking van n. trigeminus)
betreft pijnvezels die dura mater en grote vaten innerveren
rol bij hoofdpijn

17
Q

motorische component n. trigeminus

A

loopt mee met V3 (n. mandibularis), innoveert kauwspieren en slikspieren

18
Q

nucleus motorius nervi trigemini

A

bevat motorische neuronen die kauwspieren innerveren

19
Q

nucleus princeps nervi trigemini

A

gnostische sensibiliteit uit aangezicht

20
Q

nucleus spinalis nervi trigemini

A
  • proprioceptieve info vooral van kauwspieren > vloeiende kaakbewegingen
  • vitale sensibiliteit uit aangezicht en mondholte