Week 5: Stoornissen van evenwicht en hersenstam Flashcards

(24 cards)

1
Q

signalen evenwichtsorgaan zijn belangrijk voor?

A
  • perceptie
  • houding
  • oogfunctie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

2 sensorische systemen evenwichtssysteem

A
  • halfcirkelvormige kanalen: rotatie signalen
  • oölieten: lineaire versnelling en hoofdorientatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

2 organen otolithische ruimte

A
  • utriculus: horizontale bewegingen (voor en achterwaarts en zijwaarts)
  • sacculus: verticale bewegingen (op en neer)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

haarcellen otolithische ruimte

A

elke haarcel heeft:
- 1 lange haar: kinocilium
- meerdere kortere haartjes: stereocilia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

buigrichting van haartjes en vuurfrequentie

A
  • stereocilia richting kinocilium > depolarisatie > verhoogde vuurfrequentie
  • stereocilia weg van kinocilium > hyperpolarisatie > verlaagde vuurfrequentie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

halfcirkelvormige kanalen

A
  • horizontaal: registreert draaien hoofd
  • anterior: registreert voorwaarts en achterwaarts buigen
  • posterior kanaal: kantelbewegingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

de halfcirkelvormige kanalen zijn gespiegeld in de oren, wat is hier het voordeel van?

A
  • bilaterale informatie, als 1 kant uitvalt, werkt andere nog
  • nauwkeurige signaaldetectie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

push pull mechanisme

A

wanneer je je hoofd draait of kantelt reageren gekoppelde halfcirkelvormige kanalen aan beide zijden van hoofd tegengesteld:
- in actieve kanaal (vloeistof richting ampulla) > excitatie
- in tegengestelde kanaal (vloeistof van ampulla weg) > inhibitie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

LARP

A
  • Push pull kanaalpaar
  • left anterior, right posterior
  • rotatie in vlak dat schuin van linksvoor naar rechtsachter loopt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

RALP

A
  • push pull kanaalpaar
  • right anterior, left posterior
  • rotatie in vlak dat schuin van rechtsvoor naar linksachter loopt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

vestibulo-oculaire reflex

A
  • zorgt ervoor dat je scherp kunt blijven zien tijdens bewegen hoofd
  • laat ogen precies in tegenovergestelde richting van hoofd bewegen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wet van Alexander

A

nystagmus sterker bij blik in richting van snelle fase (gezonde kant)
langzame fase: aangedane kant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

neuritis vestibularis

A
  • (virale) ontsteking n. vestibulaire.
  • heftige draaiduizeligheid
  • misselijkheid en braken
  • geen gehoorverlies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

ziekte van meniere

A
  • aanvallen vertigo (min - uren)
  • tinnitus
  • gehoorverlies eenzijdig
  • vol gevoel of druk op oor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

uitslag onderzoek bij ziekte meniere

A
  • tijdens aanval nystagmus naar ipsilaterale oor, later naar contra
  • vooral lage tonen gehoorverlies
  • positieve head impuls test
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

BPPD

A
  • veroorzaakt door losgeraakte kristallen die terechtkomen in halfcirkelvormige kanalen
  • korte aanvallen draaiduizeligheid
17
Q

diagnostiseren en oplossen BPPD

A

diagnostiseren: Dix-Hallpike manoeuvre
Oplossen: epimanoeuvre

18
Q

kenmerken perifere oorzaken vestibulaire stoornis (1 evenwichtsorgaan aangedaan)

A
  • nystagmus verdwijnt of neemt toe bij wegnemen van fixatie
  • gemengd horizontaal-rotatoire nystagmus
  • Dix-Hallpike
19
Q

kenmerken centrale oorzaken vestibulaire stoornis

A
  • geen nystagmus
  • fixatie weinig effect op nystagmus
  • pure horizontale, verticale of rotatoire nystagmus
  • omkeren nystagmus
20
Q

3 graden nystagmus

A

1: alleen aanwezig bij kijken naar zijde waar verhoogde activiteit is
2: zoals bij graad 1 en bij recht vooruitkijken
3: zoals bij graad 2 en bij wegkijken van zijde waar verhoogde activiteit is

21
Q

calorische test

A
  • water spuiten in oor om endolymfe in horizontale kanaal te beïnvloeden
  • warm water: endolymfe naar ampulla toe > stimulatie linker kanaal
  • koud water: endolymfe beweegt weg van ampulla: meer stimulatie rechter kanaal
22
Q

door wat wordt het vestibulaire deel van n. vestibulocochlearis gevormd?

A

sensorische neuronen van:
- otolietorganen
- semi circulaire kanalen
ze projecteren naar ipsilaterale vestibulaire nucleus

23
Q

nucleus vestibularis lateralis

A

ontvangt vooral signalen van otoliet organen
vanuit hier vertrekt bundel zenuwvezels naar ruggenmerg : afdalende motorische baan die reflexmatig werkt (houdingsreflexen)
ipsilateraal

24
Q

nucleus vestibulaire medialis

A

ontvangt info van semicirculaire kanalen
projecteert naar nekspieren een oogspierkernen > vestibule-oculaire reflex