Week 5 Flashcards
(54 cards)
Nurture benadering van taalontwikkeling
Volgens Skinner leren we spreken door versterkt of bekrachtigd te worden in het voortbrengen van geluiden
Nature benadering van taalontwikkeling
Volgens Noam Chomsky is de mens biologisch geprogrammeerd om taal te produceren via het taalverwervingsapparaat (LAD).
Sociaal-interactioneel perspectief
Dit perspectief stelt dat taalontwikkeling de interactie is tussen de rijping van cognitieve vaardigheden en de ervaring met de omgeving (nature+nurture)
Taalontwikkeling: 2 maanden
- Kirrende geluiden (cooing)
- Zwijgen of glimlachen als ze worden aangesproken
- Huilen anders voor verschillende behoeften
Taalontwikkeling: 4-6 maanden
- Brabbelen en verschillende geluiden maken
- Merken dat sommige speeltjes geluid maken
Taalontwikkeling: 7-8 maanden
- Woord segmentatie (merken pauze op tussen woorden)
Taalontwikkeling: 10 maanden
- Begrijpen tot 50 woorden, maar kunnen nog geen woorden produceren (begrip komt voor productie)
Taalontwikkeling: 12 maanden
- 1-woord zinnen (solofrases), zoals ‘dada’, ‘oh-oh’ -> ze begrijpen verschillende communicatiefuncties afhankelijk van de intonatie
- Begrijpen eenvoudige instructies, zoals ‘kom hier’
- Herkennen woorden voor gewone voorwerpen, zoals ‘schoen’
Taalontwikkeling: 18 maanden
- Herkennen namen van bekende mensen, voorwerpen en lichaamsdelen
- Volgen eenvoudige aanwijzingen met gebaren
- Zeggen tot 10 woorden
Taalontwikkeling: 24 maanden
- 2-woord zinnen (telegrafische spraak), zoals ‘waar bal’, begrip van syntax (zinsopbouw)
- Volgen van eenvoudige instructies en begrijpen van eenvoudige vragen
- Spreken ongeveer 50 of meer woorden
Overextensie
Te ruim gebruik van een verbale categorie -> een kind noemt alle viervoeters een hond
Onderextensie
Een te beperkt gebruik van een werkwoordelijke categorie -> een kind zegt alleen ‘schoen’ voor zijn eigen schoenen, maar noemt andere schoenen geen ‘schoen’
Metalinguïstisch bewustzijn
- Beter begrip van hoe zinnen zijn opgebouwd (syntaxis)
- Beter begrip hebben van het concept en de definitie van woorden (semantiek)
- Beter berijpen hoe taal wordt beïnvloed door de context (pragmatiek)
IQ-tests: 0-3 jaar
Bayley Scale of Infant Development (BSID)
IQ-tests: 3-8 jaar
Wechsler Preschool and Primary Scale of Intelligence (WPPSI)
IQ-tests: 6-16 jaar
Wechsler Intelligence Scale for Children (WISC)
IQ-tests: > 16 jaar
Wechsler Adult Intelligence Scale (WAIS)
Analytische intelligentie
Academische probleemoplossing
Creatieve intelligentie
Out-of-the-box denken
Praktische intelligentie
Gezond verstand
Howard Gardner: theorie van de meervoudige intelligenties
- Verbale en wiskundige vaardigheden
- Interpersoonlijke intelligentie
- Intrapersoonlijke intelligentie
- Ruimtelijke intelligentie
- Muzikale intelligentie
- Kinesthetische intelligentie
- Naturalistische intelligentie
- Existentiële (spirituele) intelligentie
Flynn-effect
Verwijst naar de toename van IQ-scores over de tijd, wat suggereert dat we over de generaties heen steeds slimmer lijken te worden
Risicofactoren voor het hebben van een lagere IQ-score
- Het kind behoort tot een minderheidsgroep
- Het gezinshoofd heeft geen baan
- De moeder heeft haar school niet afgemaakt
- Het gezin heeft vier of meer kinderen
- De vader is afwezig
- Het gezin heeft veel stressvolle gebeurtenissen meegemaakt
- De ouders hebben rigide opvoedingswaarden
- De moeder is erg angstig of gestrest
- De moeder heeft een slechte geestelijke gezondheid
- De moeder vertoont weinig positieve invloed
Cumulatieve beperkingshypothese
Stelt dat kinderen die lang in armoede leven of een lage SES hebben, zich niet snel cognitief kunnen ontwikkelen