Week 7 Flashcards
(35 cards)
Filtertheorie
Mensen zoeken eerst naar gelijkenissen in fysiek; mensen brengen allerlei filters aan om een partner te kiezen, zoals etniciteit, opleiding, SES en religie. Daarna ontmoet men elkaar en filtert men op gelijkenissen in innerlijke kwaliteiten, zoals zoeken naar gelijkenissen in waarden, attitudes, overtuigingen
Kritiek op filtertheorie
De zoektocht naar een partner loopt niet zo stapsgewijs
Homogamie
De neiging om een partner te kiezen die veel op ons lijkt in belangrijke kenmerken, zoals waarden, achtergrond en persoonlijkheid
Complementariteit
Het zoeken naar verschillen waarbij de sterke kanten van de ander onze eigen zwakke punten aanvullen
Driehoekstheorie van de liefde Sternberg
- Passie: seksuele aantrekking, romantische gevoelens en vreugde
- Intimiteit: gevoelens van warmte, zorg, nabijheid, vertrouwen en respect binnen een relatie. Het gaat om emotionele saamhorigheid, binding en communicatie
- Commitment: je houdt van de ander en zet je in voor een langdurige relatie
Perfecte liefde
Wanneer iemand veel passie, intimiteit en betrokkenheid ervaart
Kameraadschappelijke liefde
Een hechte vriendschap, waarbij intimiteit en betrokkenheid sterk zijn, maar passie minder
Veilige gehechtheid
Er is een gezonde evenwicht tussen gehechtheid en autonomie, er is vrijheid om te verkennen; er is weinig angst en weinig vermijding -> positief model van zelf, positief model van anderen
Resistente gehechtheid
(Preoccupatie) Je bent wanhopig op zoek naar liefde om je als persoon waardig te voelen; je maakt je zorgen over verlating; je uit je angst en woede openlijk. Er is veel angst en weinig vermijding -> negaties model van zelf, positief model van anderen
Vermijdende gehechtheid
(Afwijzing) Mensen sluiten hun emoties buiten, ze vermijden intimiteit om pijn te vermijden, ze wijzen het belang van relaties af, ze zijn erg op zichzelf aangewezen. Er is weinig angst en veel vermijding -> positief model van zelf, negatief model van anderen
Gedesorganiseerde gehechtheid
(Angstig) Deze mensen hebben behoefte aan een relatie, maar twijfelen aan hun eigenwaarde en zijn bang voor intimiteit. Er is geen coherente strategie om de gehechtheidsbehoeften te bevredigen. Er is veel angst en veel vermijding -> negaties model van zelf, negatief model van anderen
Huwelijkskwaliteit
Verwijst naar hoe gelukkig, stabiel en bevredigend een huwelijk is voor beide partners
Factoren die bijdragen aan een positieve aanpassing na echtscheiding
- Voldoende financiële steun
- Goede opvoeding door zorgzame ouder
- Goede ouderschap door de niet-begeleide ouder
- Minimale conflicten tussen ouders
- Extra sociale steun
- Minimale veranderingen
- Persoonlijke hulpbronnen (intelligente, emotionele stabiliteit, goede copingvaardigheden)
De-instutionalisering
Wijst op de afname van het huwelijk en de opkomst van alternatieve gezinsvormen tijdens het laatste trimester van de 20e eeuw
Cohabutatie
Samenwonen zonder huwelijk
Spill-over effecten
De positieve of negatieve effecten of gebeurtenissen op het werk beïnvloeden het gezinsleven
Boemerangeffect
Een kind die uit huis is gegaan, komt weer thuis wonen. Dit kan zijn vanwege werkloosheid, een verbroken relatie of het niet kunnen vinden van een woning
Afstandelijke grootouderschap
Ongeveer 30% van de grootouders. Ze zijn slechts symbolische figuren die hun kleinkinderen slechts af en toe zien. Vooral vanwege de geografische afstand zijn ze ook emotioneel ver weg
Gezelschap grootouderschap
55% van de grootouders. Ze zien hun kleinkinderen vaak en doen graag dingen met hen. Zij hebben zelden een ouderrol en willen dat graag zo houden
Betrokken grootouderschap
15% van de grootouders. Zij zien hun kleinkinderen vaak en spelen veel met hen, maar zij zorgen ook voor hen, geven advies en hebben een praktische rol in het leven van hun kleinkinderen. Dit gebeurt vaak wanneer hun kinderen niet alleen voor de kleinkinderen kunnen zorgen
Temperament
Zijn aangeboren typische gedragsneigingen van hoe een individu met de wereld omgaat. Het heeft een genetische basis, maar wordt ook beïnvloed door de omgeving
Gemakkelijk temperament
Vaak tevreden en gelukkige baby’s. Ze zijn open en passen zich snel aan. Ze hebben een regelmatig voedingspatroon- en slaappatroon en verdragen frustraties (40%)
Moeilijk temperament
Ze zijn actief, humeurig en grillig in hun doen en laten. Reageren vaak negatief op veranderingen in de routine en wennen maar langzaam aan nieuwe mensen of situaties. Ze huilen vaak en hard en hebben uitbarstingen wanneer ze gefrustreerd zijn (10%)
Slow-witted (traag opwarmend) temperament
Ze zijn relatief inactief, enigszins humeurig en slechts af en toe regelmatig in hun dagindeling. Ze wennen langzaam aan nieuwe mensen en situaties, maar ze reageren minder heftig dan baby’s met een moeilijk temperament (15%)