Week 7 Flashcards
(27 cards)
Onafhankelijke variabele
Variabele die de onderzoeker controleert/manipuleert.
Causale claim
Suggereren dat de ene variabele (de oorzaak) direct invloed heeft op een andere variabele (het gevolg).
Afhankelijke variabele
Variabele die wordt gemeten als uitkomst, zoals de prestatie op de feitelijke en conceptuele vragen.
Controlevariabele
Elke variabele die de onderzoeker constant houdt in alle condities van een experiment.
Gemanipuleerde variabele
Variabele in een experiment die door de onderzoeker wordt gecontroleerd. De deelnemers worden willekeurig toegewezen aan verschillende niveaus (waarden) van de onafhankelijke variabele.
Gemeten variabele
Variabele in een onderzoek waarvan de niveaus worden waargenomen en geregistreerd.
Vergelijkingsgroep
Groep waarvan de niveaus op de onafhankelijke variabele op een betekenisvolle manier verschillen van die van de behandelgroep.
Controlegroep
Niveau van de onafhankelijke variabele dat bedoeld is om ‘geen behandeling’ of een neutrale conditie weer te geven.
Behandelgroep
Bevat de deelnemers aan een experiment die worden blootgesteld aan het niveau van de onafhankelijke variabele dat medicatie, therapie of placebo.
Placebogroep
De controlegroep wordt blootgesteld aan een inerte behandeling, zoals een suikerpil.
Design confound
Bedreiging voor interne validiteit. Een tweede variabele varieert toevallig systematisch samen met de onafhankelijke variabele, wat dus een alternatieve verklaring is voor de resultaten.
Systematische variabiliteit
Wanneer de niveaus van een variabele op een voorspelbare manier samenvallen met het experimentele groepslidmaatschap, waardoor potentiële verwarring ontstaat.
Niet-systematische variabiliteit
De niveaus van een variabele fluctueren onafhankelijk van het experimentele groepslidmaatschap, wat bijdraagt aan de variabiliteit binnen groepen.
Selectie-effecten
Wanneer de soorten deelnemers op het ene niveau van de onafhankelijke variabele systematisch verschillen van die op het andere niveau.
Gematchte groepen
Deelnemers worden gegroepeerd op basis van een belangrijke variabele die van invloed kan zijn op de afhankelijke variabele, zoals prestatie of GPA.
Interdependent/between-groups design
Verschillende groepen deelnemers worden aan verschillende condities toegewezen, waarbij elke deelnemers slechts 1 conditie ervaart.
Within-groups/subjects design
Dezelfde groep deelnemers wordt aan alle condities van het experiment blootgesteld, zodat elke deelnemer alle condities ervaart.
Posttest-only design
Deelnemers worden na de experimentele manipulatie 1 keer getest op de afhankelijke variabele.
Pretest/posttest design
Deelnemers worden 1 keer voor en 1 keer na blootstelling aan de onafhankelijke variabele getest.
Repeated-measures design
Deelnemers reageren meer dan eens op de afhankelijke variabele, na blootstelling aan elk niveau van de onafhankelijke variabele.
Concurrent-measures design
Deelnemers worden op ongeveer hetzelfde moment aan alle niveaus van de onafhankelijke variabele blootgesteld, en 1 enkele attitudinale of gedragsvoorkeur is de afhankelijke variabele.
Repeated-measures design
Deelnemers reageren meer dan eens op de afhankelijke variabele, na blootstelling aan elk niveau van de onafhankelijke variabele.
Concurrent-measures design
Deelnemers worden op ongeveer hetzelfde moment aan alle niveaus van de onafhankelijke variabele blootgesteld.
Practice effects
Deelnemers kunnen beter/slechter worden in een taak door oefening/uitputting.