Week 8 Flashcards
(19 cards)
Design confounds
Een andere variabele varieert toevallig systematisch met de bedoelde onafhankelijke variabele. Er is een alternatieve verklaring voor de resultaten omdat het experiment slecht ontworpen was.
Selectie-effect
Wanneer de verschillende groepen met onafhankelijke variabelen systematisch verschillende soorten deelnemers hebben.
Volgorde-effect
Wanneer de uitkomst in een onderzoek veroorzaakt kan worden door de onafhankelijke variabele, maar ook door de volgorde waarin de niveaus van de variabele worden gepresenteerd. Je weet niet of de onafhankelijke variabele echt effect heeft, of dat de deelnemers gewoon moe/verveeld/ervaren werden.
one-group pretest/posttest designs
Experiment waarbij een onderzoeker 1 groep deelnemers werft en hen meet op een pretest, blootstelt aan een behandeling, interventie of verandering en hen vervolgens meet op een posttest.
Maturation threat
Bedreiging voor de interne validiteit die optreedt wanneer een waargenomen verandering in een experimentele groep spontaan zou kunnen zijn ontstaan in de loop van de tijd.
History threat
Bedreiging voor de interne validiteit: als het onduidelijk is of een verandering in de behandelgroep veroorzaakt wordt door de behandeling zelf of door een externe/historische factor die de meeste leden van de groep beïnvloedt.
Regression to the mean threat
Bedreiging voor interne validiteit: als een groepsgemiddelde op tijdstip 1 ongewoon extreem is, is het minder waarschijnlijk dat het gemiddelde de volgende keer dat de groep wordt gemeten (tijdstip 2) extreem is.
Attrition threat (uitvalsbias)
Bedreiging voor interne validiteit: wanneer een systematisch type deelnemer uit het onderzoek stapt voordat het eindigt.
Testing threat
Scores veranderen in de loop van de tijd omdat deelnemers de test meer dan 1 keer hebben gedaan.
Instrumentation threat
Bedreiging voor interne validiteit: wanneer een meetinstrument in de loop van de tijd verandert.
Placebo effect
Deelnemers geloven in het effect van de behandeling, wat op zichzelf al leidt tot verbetering.
Observer bias
Wanneer de verwachtingen van de onderzoeker onbewust invloed hebben op hoe zij de resultaten interpreteren.
Demand characteristics (vraagkenmerken)
Wanneer deelnemers doorhebben welk gedrag of welke antwoorden van hen worden verwacht, waardoor ze hun gedrag aanpassen aan die verwachtingen.
Selection-history threat
Bedreiging voor interne validiteit. Een historische/seizoensgebonden gebeurtenis beïnvloedt systematisch alleen de deelnemers in de behandelgroep of controlegroep.
Selection-attrition threat
Wanneer slechts 1 van de experimentele groepen een hoge mate van uitval ervaart.
2 hoofdtypen obscuring factors:
- Te weinig verschil tussen condities
- Te veel variabiliteit binnen condities
Confounds
Ontstaan wanneer er systematische verschillen zijn tussen condities die een alternatieve verklaring bieden voor het effect.
Obscuring factors
Ontstaan door onsystematische variabiliteit binnen condities, wat het effect niet significant maakt.
Power
De kans dat een onderzoek een statistisch significant resultaat zal opleveren, als de onafhankelijke variabele werkelijk een effect heeft op de populatie.