woordenschat mondeling 2 Flashcards
(8 cards)
1
Q
honeyteering
A
honeyteering
2
Q
humanitaire huwelijksreis
A
lune de miel humanitaire
3
Q
ook individuen
A
aussi les individus
4
Q
ingezamelde materialen verdelen, een handje helpen
A
distributer matriel collecté, donner un coup de main
5
Q
niet iedereen kan helpen
A
tous le monde ne peut pas aider
6
Q
kinderen zijn een toeristische attractie geworden
A
les enfants sont devenus un attraction touristique
7
Q
kinderen moeten zich altijd aan nieuwe mensen hechten
A
les enfants doivent toujours s’attacher à des nouvelles personnes
8
Q
A