ZO week 5 Flashcards

(29 cards)

1
Q

Wanneer wordt van lymfadenopathie gesproken?

A

bij lymfeklierzwelling > 1,0 cm, al of niet pijnlijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Noem een aantal oorzaken van lymfadenopathieën

A

Benigne:
* Infectieus
o Bacterieel: streptococ, staphylococ, etc.
o Mycobacterium: TBC etc.
o Spirocheet: lues, leptospirose etc.
o Viraal: EBV, HIV, CMV, etc.
o Parasitair
o Schimmel
* Immunologisch: SLE, RA, dermatomyositis, etc.
* Endocrien: hyperthyreoïdie
* Stapelingsziekte: Gaucher, Niemann-Pick
* Overig: sarcoïdose, amyloïdose, etc.

Maligne:
* Metastase solide tumor: melanoom, mammacarcinoom, etc.
* Primair hematologische maligniteit: Maligne lymfoom (HL/NHL), CLL, ALL

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Je bent huisarts. Een 21 jarige Nederlandse man bezoekt je spreekuur met sinds enkele dagen bestaande klachten van keelpijn, koorts en een lymfklier zwelling in de hals. Hij hoest niet. Bij lichamelijk onderzoek zie je een zieke man met in de keel een wit beslag en een cervicale lymfadenopathie.
Wat is je meest waarschijnlijke diagnose?
Wat is de meest waarschijnlijke verwekker?

A

faryngitis

Groep A streptokokken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de symptomen van een faryngitis door groep A streptokokken?

A
  • Keelpijn
  • Koorts
  • Algemene malaise
  • Soms exsudaat
  • Cervicale lymfadenopathie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn mogelijke complicaties van een faryngitis door groep A streptokokken?

A
  • Vaak ongecompliceerd
  • Acuut reuma
  • Bacteriëmie
  • Glomerulonefritis
  • Peritonsillairabces
  • Sinusitis
  • Otitis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe stel je de diagnose faryngitis door groep A streptokokken?

A

kliniek +
* Kweek
* Sneltest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de behandeling van faryngitis door groep A streptokokken?

A
  • Penicilline ter voorkomen van complicaties
  • Bekort ziekteduur marginaal: 10 dagen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Mark, een jongeman van 18 jaar, is 3 weken terug van een vakantie in Zuid-Spanje en presenteert zich op je spreekuur met sinds 3 dagen koorts, rillingen, pijnlijke halsklieren en moeheid. Hij geeft aan slechte eetlust te hebben en heeft ook een keer gebraakt.

Kort voor de vakantie is de relatie met zijn vaste vriendin uitgegaan. In Spanje heeft hij tijdens de vakantie diverse wisselende contacten gehad.

Lichamelijk onderzoek laat een fijn exantheem zien (romp en ledematen) en diverse fors (1-2 cm) vergrote lymfeklieren (symmetrisch, vooral posterior cervicaal).
De milt is net palpabel. In de keel zie je fors vergrote pijnlijke tonsillen.

Welke DD overweeg je?

A
  1. Acute infectieuze mononucleosis (AIM) door Epstein-Barr virus (EBV)
  2. Acute cytomegalovirus infectie
  3. Acute HIV infectie
  4. Toxoplasmose
  5. Kattenkrabziekte (Bartonella henselae)
  6. Lues (syphilis)
  7. Hematologische maligniteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke van de onderstaande virussen veroorzaakt doorgaans geen pijnlijke keelontsteking tijdens de acute primaire infectie?
* Cytomegalovirus (CMV)
* Epstein Barr virus (EBV)
* Herpes simplex virus (HSV)
* Humaan immunodeficiëntie virus (HIV)

A

CMV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Op wat voor soort infectie wijst een relatief hoog percentage lymfocyten?

A

virale infectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe zien atypische lymfocyten eruit?

A

Deze lymfocyten zijn groter (meer cytoplasma) en hebben nucleoli in hun kernen. Het zijn reactieve T-lymfocyten. Het cytoplasma is soms geïmprimeerd door de omliggende erythrocyten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn hetrofiele antistoffen?

A

meestal IgM antistoffen, gericht tegen erytrocytaire antigenen bij andere species

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Benoem het stadium van EBV-infectie bij volgend serologisch patroon:
VCA IgG -
VCA IgM -
EBNA IgG -
EA IgG -
Het. Ab -

A

geen EBV of windowfase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Benoem het stadium van EBV-infectie bij volgend serologisch patroon:
VCA IgG +/-
VCA IgM +
EBNA IgG -
EA IgG +
Het. Ab +

A

acute primaire EBV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Benoem het stadium van EBV-infectie bij volgend serologisch patroon:
VCA IgG +
VCA IgM -
EBNA IgG +
EA IgG -
Het. Ab -

A

latente EBV infectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Benoem het stadium van EBV-infectie bij volgend serologisch patroon:
VCA IgG +
VCA IgM -
EBNA IgG -
EA IgG +
Het. Ab -

A

chronische actieve EBV

17
Q

Welke klinische beelden kunnen optreden bij acute infectieuze mononucleosis (AIM) door EBV?

A

Neurologisch: Guillain Barre syndroom, fascialisparese, encephalitis, myelitis transversa, perifere neuritis, cerebellitis, optische neuritis
Hematologisch: hemolytische anemie, thrombocytopenie, aplastische anemie, thrombocytopenische purpura,
Huid: morbiliforme huiduitslag. Dit wordt met name gezien na amoxicilline. Dit betreft geen allergische reactie en het is van belang dat patiënten met huiduitslag niet als allergisch voor penicilline worden uitgeboekt.
Andere orgaansystemen: Mesenterische adenitis, myocarditis.

18
Q

In welke cellen repliceert EBV?

19
Q

Wat is de behandeling van acute EBV bij immuuncompetente personen?

20
Q

Wat is de behandeling van acute EBV bij patiënten met verminderde T-cel immuniteit?

A

anti-CD20 monoklonale antistoffen als EBV-DNA load stijgt boven 10.000 kopieën/m.

21
Q

Wat is fisteling?

A

pussig vocht uit een gaatje dat (na punctie) niet gesloten is geweest (en waar steeds meer vocht uit komt)

22
Q

Welke symptomen zijn karakteristiek bij toxoplasmose?

A
  • doorgemaakte griep/koortsperiode
  • moeheid
  • vergrote lymfeklieren
23
Q

Welke categorieën immuungecompromitteerde patiënten vormen een risicogroep voor het ontwikkel van toxoplasmose?

A
  • HIV
  • transplantatiepatiënten
24
Q

Wat zijnTORCH-infecties?

A

Toxoplasmose, Overig (Hepatitis B, Syphilis, Varicella-Zoster, HIV, lues en Parvovirus B19), Rubella, Cytomegalovirus, Herpes simplex

25
Welke diagnostiek is zinvol bij verdenking op congenitaal verkregen toxoplasmose?
* Het aantonen van de parasiet in vruchtwater d.m.v. PCR of microscopie * Serologische diagnostiek aan de moeder
26
Wat is de behandeling van een zwangere vrouw met toxoplasmose?
Behandeling van toxoplasmose van zwangere vrouwen kan er op gericht zijn transmissie te voorkomen (door middel van spiramycine), indien het kind nog niet geïnfecteerd is. In dit geval is het kind al geïnfecteerd aan het begin van de zwangerschap. De schade die een Toxoplasma infectie dan veroorzaakt is groot en heeft voor het kind vaak fatale gevolgen. Behandeling van Toxoplasmose van moeder en kind met pyrimethamine + sulfadiazine is mogelijk, maar reeds gevormde schade bij het kind herstelt niet. Indien de infectie vroeg wordt aangetoond, wordt daarom soms een therapeutische abortus verricht.
27
Welk van de onderstaande voorzorgsmaatregelen moeten zwangere vrouwen nemen om een nieuwe Toxoplasma infectie te voorkomen? * Alleen goed doorbakken vlees eten * Geen katten aaien * Geen gepasteuriseerde kaas eten * Geen contact met bekend Toxoplasma positieve patiënten * Niet op blote voeten door de tuin lopen * Niet (of met handschoenen) tuinieren * Niet verschonen van de kattenbak
* Alleen goed doorbakken vlees eten * Niet (of met handschoenen) tuinieren * Niet verschonen van de kattenbak
28
Wat is de standaardbehandeling van toxoplasmose?
pyrimethamine en sulfadiazine, aangevuld met folinezuur
29
Wat zijn kenmerken van normale cervicale lymfeklieren?
- elastisch of week aanvoelend - plat, boonvorming - cervicaal < 1 cm doorsnede