ZO12.3 Flashcards

1
Q

Wat verstaan we onder de primaire hemostase?

A

Het proces waarbij een trombocytenplug wordt gevormd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

trombocyten bij primaire hemostase

A

Adhesie (hechting bloedplaatjes aan endotheel);
hiervoor is onder andere de Von Willebrand factor nodig.

Aggregatie (hechting bloedplaatjes aan elkaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De Von Willebrand factor heeft een belangrijke rol:

A

Het werkt als lijmvloeistof voor bloedplaatjes aan het sub-endotheel en aan elkaar.
Een tekort aan Von Willebrand factor leidt tot bloedingsneiging (ziekte van Von Willebrand).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

secundaire hemostase

A

Zorgt voor versteviging van de bloedplaatjesplug.
Heeft als doel: vorming van fibrinedraden.
Tissue factor (weefselfactor) is de belangrijkste initiator van de secundaire hemostase.
Cascade van enzymactivatie in aanwezigheid van Calcium en fosfolipiden.
De laatste stap is de omzetting van fibrinogeen in fibrine.
Stollingsfactoren worden gemaakt in lever.
Aanmaak van factor II,VII, IX, X zijn afhankelijk van vitamine K.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De belangrijkste remmende factoren zijn:

A

Antitrombine
APC systeem en proteïne S

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het eindproduct van de secundaire hemostase?

A

fibrine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hemofilie A wordt veroorzaakt door een tekort aan …
Hemofilie B wordt veroorzaakt door een tekort aan …

A

stollingsfactor VIII
stollingsfactor IX

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De meest voorkomende bloedingen bij hemofilie zijn:

A

Gewrichtsbloedingen
Spierbloedingen
Hersenbloedingen
Bloedingen na operaties en kiesextracties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Desmopressine (DDAVP)

A

stijging (eigen) FVIII en VWF; komt vrij uit endotheel als medicatie bij milde hemofilie A

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

tranexaminezuur

A

remt fibrinolyse
bij slijmvliesgerelateerde bloedingen of ingrepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

bijwerkingen DDAVP

A

DDAVP heeft een anti-diuretisch effect: tijdelijk is er geen of weinig urineproductie, waardoor een hyponatriëmie kan ontstaan, indien er geen vochtbeperking wordt gehouden.

De voornaamste contra-indicaties zijn:

Hart- en vaatziekten - ivm tachycardie, hypotensie en vochtretentie.
Zwangerschap - onbekende effecten, kan weeën opwekken.
Jonge leeftijd (< 4 jaar) - in verband met vochtretentie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

PT protrombinetijd

A

De tijd die nodig is om plasma te laten stollen na toevoeging van thromboplastine, een activator van extrinsieke stolling, en calcium.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

aPTT

A

De tijd die nodig is om plasma te laten stollen na toevoeging van fosfolipide, een activator van intrinsieke stolling, en calcium.
APTT-reagens bevat geen tissue factor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

een verlengde PT met normale aPTT?

A
  • factor VII deficientie
  • vitamine K deficientie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

een verlengde aPTT met een normale PT?

A
  • factor VIII deficiientie (hemofilie A)
  • factor IX deficientie (hemofilie B)
  • gebruik heparine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Als fibrinolyse optreedt, kunnen we dat dan meten in het bloed?

A

ja, D-dimeer

17
Q
A