17 - Energiebronnen & Overige delfstoffen Flashcards

1
Q

Delfstoffen (bodemschatten)

A

gesteenten/mineralen die we nuttig kunnen gebruiken -mits economisch en sociaal winbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Economisch winbaar

A

hangt af van waarde delfstof

hoeveel er aanwezig is

de concentratie en geografische ligging

het moet lonend zijn om het te onttrekken
-vaak niet het geval (kijk maar naar delfstoffen in wereldzee (goud op bodem etc)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Sociaal winbaar

A

Ondervind de samenleving er schade aan de exploitatie van de stoffen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Soorten delfstoffen:

A

Oppervlaktedelfstoffen = geologisch gezien jonge delfstoffen dicht bij oppervlakte (veen, zand, klei, grind)

Dieptedelfstoffen = geologisch geizen oude delfstoffen = diep uit aardkorste (olie,gas,steenkool, erts)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Fossiele energiebronnen

A

uitputbare (niet vernieuwbaar) energiebron onstaant uit organisch materiaal (gestorven planten/dieren) - niet vernieuwbaar binnen menselijke tijdschaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Steenkool

A

Gevormd uit plantenresten bij gebrek aan zuurstof > veranderd in veen > bedekt met aardlagen(klei/zand) > zakt verder weg en druk en temperatuur neemt toe > de eigenschap veranderd hierdoor (inkolen) - Bij meer inkoling = ander resultaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Ontrekken van steenkool kan via:

A

Dagbouw: Middels een groeve aan oppervlakte afgegraven

Gesloten mijn: dieper in de grond middels schachtbouw(lange gangen) in mijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Aardolie

A

bestaat uit organisch materiaal (plankton)

  • sterft en zakt naar bodem
  • bedekt door sediment(zand/klei)
  • net als bij inkoling onstaat door druk/temp een (chemische) verandering
  • dit gebeurt in het moedergesteende, de olie kan vervolgens stijgen(migreren) naar hogeren lagen waar het in een resevoir blijft hangen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Aardgas

A

wanneer niet alleen water maar ook gassen uit het moedergesteente geperst wordt, meestal middels een boortoren gewonnen. Dit mag niet te snel want er vind verzakking plaats

  • Nat aardgas: Uit aardolie
  • Droog aardgas: Uit steenkool
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Anticlinaal

A

naar boven gerichte bochten/plooien waar lichte stoffen zich zullen ophopen in reservoirgesteente

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hernieuwbare energiebronnen

A

Duurzame ernergie, draagt niet bij aan versterk broeikaseffect / groene stroom

Getijde (water) energie = is gebruik maken van waterkracht bij eb en vloed

Windkracht: Windturbine met drie propellers - vaak in een windmolenpark op plekken met veel wind (dijken/zee/aan de kust)

  • Voordeel = duurzaam, en omzetten naar energie is gemakkelijk en snel
  • Nadeel = Geluid en landschapverstoring (horizonvervuiling) (NIMBY syndroom)

Zonne-energie= Straling van zon gebruiken > omzetten in warmte of in elektriciteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bio-Energie

A

Brandstoffen gemaakt uit biomassa = organisch materiaal = hernieuwbare bron omdat organisch afval makkelijk aangevuld kan worden. (afvalproducten landbouw, hout, gft aval, industrieel afval zoals frituurvet)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Aardwarmte

A

Water grond in pompen zodat dit door de aarde opgewarmd wordt > “gratis” warm water en/of omzetten in energie = methode is nog erg duur en in experimentalist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Kernenergie

A

Radioactiviteit van uranium omzetten in armte middels kernsplitsing > wekt warmte op > drijft stoomturbines aan die elektriciteit opwekken

-Relatief schone ernergie

Nadeel: risico op kernramp en kernafval

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Overige delfstoffen: Ertsen & zout

A

Ertsen:
Gesteente met een economisch winbare concentratie van een bepaalde delfstof - meestal metaalhoudende delfstoffen uit stollingsgesteente

Ontstaan van erts:
Gebonden aan het afkoelingsproces van stijgende magmabellen > niet alle mineralen stollen gelijktijdig > de laatste gestolde laag (restsmelt) bevat meeste ertsen dit komt door het stollingspunt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Veel voorkomend ertsen:

A
  • Goud: Zacht materiaal komt niet erg veel voor
  • Ijzer: komt veel voor is rg hard ne heeft een hoog smeltpunt
  • Bauxiet: kan aluminium uit produceren > licht en heel sterk > zeer goed geleidend materiaal
17
Q

Zout

A

Chemische afzetting welke ontstaat bij weinig verversing van water / verdamping / te weinig aanvoer zoetwater rivier. Door druk en temperatuur kan het zout vervormen
-er ontstaat een zoutpijler op zwakke plaatsen in de grond (tot wel 200m onder oppervlakte, dit is niet erg diep en kan gewonnen worden)

Wordt gewonnen door een gat te boren > water/stoom gaat hierin en neemt het zout op > dit wordt opgehaald en vervolgens weer verdampt