7 - Bodemkunde Flashcards
(32 cards)
Geofactoren
Factoren die onderling samenhangen en het landschap in een gebied bepalen
Substraat
Ondergrond, bestaande uit gesteente en reliëf
Klimaat en bodemkunde
- Klimaat vormt samen met substraat het landschap
- op het landschap ontstaat een bodem,
- om de aardige zit een laag lucht waar ook water zich in bevindt.
- Op de bodem/water/lucht leven planten & dieren, boven aan staat de mens.
Dynamisch systeem, alles is op invloed van elkaar
Bodem
bestaat uit verschillenden soorten grond/laagjes, bovenste deel is de verweringslaag = Dat deel van de aardkorst dat door natuurkrachten wordt beïnvloed zoals verwering.
verweringslaag
Dat deel van de aardkorst dat door natuurkrachten wordt beïnvloed zoals verwering.
Grondsoortenkaart
Geeft grondmateriaal weer van een gebied
Bodemtype
bevat meerdere grondsoorten die ongeveer dezelfde opbouw hebben
horizonten
Herkenbare bodemlagen
onstaan hiervan = bodemvorming, horizonten vormen samen een bodemprofiel. Een horizont kan ook weer in kleine stukjes vedeeld worden. Bodemvorming is afhankelijk van bodemvormende factoren.
bodemprofiel
horizonten vormen samen een bodemprofiel
Bodemvorming is afhankelijk van bodemvormende factoren (Factor klimaat)
Klimaat - belangrijkste factor bij bodemvormingsproces (temperatuur/neerslag)
Bodemvorming is afhankelijk van bodemvormende factoren (Factor Temperatuur)
invloed op plantengroei en bodemleven. gematigde gebieden met veel neerslag heeft een goed bacteriologisch leven in de bodem. Daar breekt het bodem/plantleven af tot humus (donkere laag bovenop verweringslaag = erg voedbaar) Bij hoge temperatuur met veel neerslag > te hoge bacteriologische activieteit waardoor resten helemaal afbreken > dus weinig humus (humusarm/humusloos)
Bodemvorming is afhankelijk van bodemvormende factoren (Factor Neerslag)
hangy samen met temperatuur (hoge temp = meer neerslag) belangrijk is hoeveelheid neerslag die na verdamping overblijft = effectieve neerslag
Negatieve effectieve neerslag: Gemiddeld hoge temperatuur in een gebied met 500mm neerslag/jaar blijft er voor planten weinig over in bodem > water verdampt voordat het goed in grond zakt.
Positieve effectieve neerslag: Omgekeerde > water zal met opgeloste stoffen naar diepere lagen in grond zakken. De opgeloste stoffen in de bovenste lagen verdwijen = uitspoeling. in het regenwoud ook mede door dit uitspoelingsproces weinig humus aanwezig
Chemische verwering
gesteente door stoffen in het water aangetast = sneller bij hoge temperatuur
Biotoop
gebied met uniform landschapstype waarin bepaalde organismen gedijen. deze zijn van invloed op de bodem in dat gebied
mechanische verwering & chemische verwering van planten
Planten hebben een bepaalde verwrende kracht, door wortels ontstaat mechanische verwering & chemische verwering > deze afbraak van gesteente levert de bodem anorganische voedingstoffen op
Organogene verwering = gevolg van werking van planten en dieren :
- Planten sterven en leveren daardoor humus > vruchtbaarheid grond verhoogd
- wortels onttrekken stoffen aan verweringslaag, niet elke plant dezelfde, daarom bij landbouw handig om vruchtwisseling toe te passen zodat stoffen niet helemaal verdwijnen
Verschil naald/loofbomen
vangen meer/minder water op gedurende het jaar, dus is ook waterhuishouding in de grond anders
Verschil zuurtegraad naald/loofbomen. Naaldhout = zure humus, hierdoor worden voedingstoffen makkelijke uit bodem uitgespoeld. Uitspoelding komt bij loofbos ook minder voor doordat bladerdek meer water opvangt en dus slomer de grond bereikt. Ook liggen de bladeren op grond over elkaar verspreid, en houden dit tegen.
mineralisatie
organische plantenresten naar anorganische door bodemdieren en bacteriën zij zorgen voor afbraak van stoffen (eiwitten, khoolydraten) in natuur, hierdoor ontstaat kooldioxide en stikstofverbinding dit heet mineralisatie
humificatie
Wanneer tijdens het mineralisatie proces niet alles geheel afgebroken wordt > blijft het materiaal organisch, niet geheel afgebroken,
moedermateriaal
Oorspronkelijk gesteenten = moedermateriaal > heeft invloed op de voedselrijkdom in een bodem (andere mineralen)
Poriën
Als verweringslaag er eenmaal is hebben de stukken/brokken een bepaalde korrelgrootte, de ruimte tussen de deeltjes zijn Poriën = belangrijk voor water/luchthuishouding
Ecologisch systeem
= systeem waarin organische en anorganische stoffen elkaar wederzijds beïnvloeden. Kan spraken zijn van grote dynamiek
(er werken veel invloeden, er kan maar weinig elementen zich handhaven)
of weinig dynamiek (evenwichtssituatie, grote soortenrijkdom)
Bodemvormende processen
zijn ontwikkeling in bodem die plaatsvinden onder invloed van bodemvormende factoren (uitspoeling,inspoeiling,oxidatie,reductie,homogenisatie,rijping)
Bodemwater
al het ondergrondse water = onmisbaar voor planten (vocht + voedingstoffen in opgeloste vorm) = voedseltransport. (afhankelijk van porie Groote hoe veel de planten kunnen opnemen/gebruiken)