2.1 BGM Flashcards

1
Q

wat zijn de 4 beweegmodaliteiten?

A

Vieren, sparren, ontmoeten, leren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke vormen van contextmanipulatie zijn er?

A

Interventie om beweeggedrag uit te lokken
1. sociale context- gevormd door deelnemers sessie.
2. geografische omgeving
3. materieel
(dit alles kan direct of indirect)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe bouw je een activiteit uit?

A
  1. gelijke activiteit met > of < complexitieit.
  2. Herhaling zelfde activiteit andere focus
  3. Andere activiteit met zelfde complexiteit.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly