2.1 depressie Flashcards

1
Q

Wat is een attributiestijl?

A

persoonlijke stijl van verklaren. Interne en externe
Stabiel of instabiel of Specifieke attributie

  1. onszelf de schuld geven.
  2. oorzaak ligt in omgeving
  3. gebeurd altijd..
  4. Eenmalige gebeurtenis
  5. Nauwkeurige of beperkte tekortkoming
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

vertel iets over de drie attributies die het grootste risico op depressie vormen.

A
  • internaliserend (mislukking komt door persoonlijk tekortkomingen)
  • globaal (mislukking is reflectie van gebreken in persoonlijkheid)
  • stabiel (mislukking door vaste persoonlijkheidsfactoren)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat voor typen stemmingsstoornissen zijn er?

A

1) ernstige depressie (seizoensgebonden, postnataal)

2) dysthymie

3) bipolaire

4) cyclothymie (lichtere stemmingswisselingen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn emotionele en cognitieve oorzaken van stemmingsstoornissen?

A
  1. Inwaarts gerichte woede
  2. Emotionele problemen bij omgang verlies dierbaren
  3. Gebrek aan zingeving
  4. Negatieve denkwijze / depressieve attributiestijl
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn gedragsfactoren van stemmingsstoornissen?

A
  1. Tekort aan bekrachtiging
  2. Negatieve interacties met anderen, met afwijzing tot gevolg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de humanistische benadering bij de behandeling van depressie?

A
  • Geen betekenis in bestaan
  • Geen authentieke keuzes
  • Lethargie, somber en teruggetrokken
  • Identiteit & eigenwaarde verbinden aan sociale rol
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de biologische factoren van depressie?

A
  1. Genetisch
  2. Verstoorde neurotransmitters
  3. Afwijkingen in delen van de hersenen die de stemming reguleren
  4. Hormoonstelsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het cognitieve triade-model?

A

Negatieve aannamen over zichzelf (negatief zelfbeeld), over de omgeving/wereld en over toekomst.
—> Tijdens jeugd vertekend en negatief beïnvloede aangenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn symptomen van depressie?

A
  • Teneergeslagen
  • verandering eetlust
  • slaapproblemen
  • vermoeidheid
  • minder energie
  • gevoel van waardeloosheid
  • excessieve of misplaatste schuldgevoelens
  • moeite met concentreren
  • denken aan de dood
  • wanen/hallucinaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de behandelingen voor stemmingsstoornissen?

A
  1. Biomedisch (lichttherapie, ect)
  2. CGT
  3. Interpersoonlijke therapie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de psychodynamische benadering van een depressieve stemmingsstoornis?

A

Woede die naar binnen is gericht. Super ego is in depressieve fase dominant en ego in manische periode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is persisterende depressieve stoornis?

A

Dysthymie
- geen manie / hypomanie
- niet ernstig depressief
- lange tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke gebieden in de hersenen vertonen geringe grootte en geringe mobiliteit bij mensen met een stemmingsstoornis?

A

Prefontale cortex en limbisch systeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn sociale en omgevingsfactoren van stemmingsstoornissen?

A

Stressvolle levensgebeurtenissen zoals verlies van een dierbare of langdurige werkloos

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de leer theoretische benadering van depressieve stoornis?

A

Richt zich op situationele factoren, zoals verlies van positieve bekrachtiging.
Depressieve is verstoring van het evenwicht tussen gedrag en bekrachtiging.

Interactionele benadering: we beïnvloeden elkaars gedrag. Verandering in mate van ondersteuning.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is interne attributie?

A

Het leggen van verantwoordelijkheid van iets bij jezelf als oorzaak

17
Q

Wat is de meest voorkomende diagnosticeerbare stemmingsstoornis?

A

Depressiestoornis

18
Q

Wat is de prevalentie van depressie?

A
  • 2 keer zoveel vrouwen
  • 20 % van de vrouwen
  • 10 % van de mannen

Binnen 5 jaar heeft 90% recidief

19
Q

Wat zijn aandachtspunten bij depressie?

A
  • negatieve attributie
  • Suïcide gevaar
  • cognitieve stoornis
  • wanen / psychotisch
  • lichamelijke klachten
  • alcohol en drugs
20
Q

Wat is de co-morbiditeit van depressie?

A

40-90% 2de stoornis

  • 50% dysthyme
  • angst
  • somatoforme
  • externaliserend
  • eetstoornis
21
Q

Wat is de etiologie van depressie?

A

Erfelijke en interactie met omgeving

Familiaire belasting

22
Q

Wat is cognitieve vervorming?

A

De neiging het belang van geringe mislukkingen te vergroten

23
Q

Wat is cyclothyme stemmingsstoornis?

A

Een chronische stemmingsstoornis met talrijke hypomane kenmerken en talrijke episoden van depressieve stemmingen, maar minder ernstig dan bipolaire stoornis

24
Q

Hoeveel mensen lijden er wereldwijd aan een depressie?

A

230 miljoen

25
Q

Wat is de ziekte van Alzheimer?

A

Degeneratieve hersenziekte die leidt tot progressieve en onomkeerbaar dementie

26
Q

Wat is de oorzaak van een neurocognitieve stoornis? (Dementie)

A
  1. Ziekte van Alzheimer
  2. Ziekte van pick
  3. Infecties en aandoeningen die functioneren van hersenen beïnvloeden
  4. Tumor
  5. Epileptische aanvallen
  6. Stofwisselingstoornis