2.3 Methodiek Agressie-impulsregulatie Flashcards

1
Q

Wat is het werkgebied volgens de methode van Kuin?

A

70 - 90 procent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Met wat voor soort activiteit doen we een beroep op de executieve functies van de hersenen?

A

onbekende activiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Excecutieve functies zijn onbewuste inspanningen die relatief weinig moeite kosten. waar of niet waar?

A

Niet waar, zijn bewust en kost veel moeite

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Agressie als natuurlijke reactie wordt geassocieerd met bepaalde situaties waarin gebeurtenissen voorkomen, die in het verleden herhaaldelijk agressie hebben opgeroepen.

Vanuit welk verklaringsmodel voor agressie komt deze zin?

A

Leertheorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Noem de uitgangspunten van het frustratie agressiemodel van de leertheorie:

A

agressief gedrag is aangeleerd én er is een directe lijn tussen frustratie en agressie
De persoon die agressie vertoont, weet dat winst zeer hoog kan zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Onder de juiste omstandigheden is agressie altijd vermijdbaar, komt vanuit het humanistisch ecologisch perspectief. Welke PMT strategie past bij dit perspectief?

A

Ervaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Een onveilige hechting wat zou resulteren in agressie is een verklaring voor agressief gedrag vanuit welk perspectief?

A

Psychoanalytisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Agressie is een aanpassingsstrategie om dat te volbrengen is een verklaring voor agressief gedrag vanuit welk perspectief?

A

Sociologisch verklaringsmodel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bij welke vorm van agressie gaat het om : ‘je zin krijgen en de baas spelen’

A

instrumentele agressie/proactieve agressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

In welke twee groepen kan je reactieve agressie opdelen en wat zijn de kenmerken van deze groepen en interventies?

A

Undercontrollers –> te los –> indammen
overcontrollers –> te vast –> losmaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom moet er tijdens de behandeling aandacht zijn voor de fase opladen en verwerken?

A

zodat de vorm en intensiteit van de ontlading anders, minder schadelijk wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

In welk deel van het GAM kan je de Interventies t.b.v. de bewustwording van impulsen (lichaams- en gedragsbewustzijn ontwikkelen) plaatsen?

A

Proces (gevoel, gedachten, arousal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

In wel deel van het GAM kan de Interventies t.b.v. zelfregulatie (ontspanning, time out nemen, stop-denk-doe, SCRAM)
Interventies t.b.v. oplossende sociale vaardigheden?

A

output - doordacht handeln

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de drie fases van de Agressieregulatietraining van Dijk & Binnendijk?

A
  1. Verkennen en herkennen van lichaamssignalen (inrelatie tot boosheid) en risicofactoren.
  2. Ingrijpen en beheersen (stop en nee zeggen tegen jezelf, verdragen, uitstellen van de reactie, time-out nemen, laten zakken/wegvloeien van de spanning m.b.v. stoplichtmodel, pannetjesmodel VERS)
  3. Voorkomen (terugvalpreventie, anticiperen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is functioneel ademen volgens AOT?

A

Functioneel ademen wil zeggen dat de adem flexibel is, zich makkelijk aanpast aan veranderingen, gelijkmatig is verdeeld over de romp, geluidloos, met vloeiende overgangen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de drie functies van de adembweging?

A

Luchtverplaatsing
Beweging
Zelfwaarneming

17
Q

welke kant van de ademhaling gebruik je op het moment van ademtraining? indicator of regulator

A

regulator:
- Opzettelijke of experimentele verandering in ademhaling kan mentale en fysieke toestand beïnvloeden
- Regelmatigheid wordt positief gezien
- Ademtraining

18
Q

Bij de AOT begin met je met een oefening met de aandacht bij het lichaamsdeel waar spanning zit. Waar of niet waar

A

niet waar, juist zo ver mogelijk ervan af beginnen.

19
Q

Wat zijn mogelijke effecten van de AOT?

A

Spierspanning omlaag
Aandacht verschuiving
Herstel energiebalans
Toename lichaamsbewustzijn
Functionelere ademen
Functioneler bewegen
Cognitieve herstructurering

20
Q

Wat zijn belangrijke uitgangspunten voor het werken met agressie-impulsproblematiek?

A
  • 3 ‘werk’gebieden
  • Spanningsverhogende en spanningsverlagende interventies
    toepassen
  • Mate van sturing door therapeut is afhankelijk van mate
    van zelfsturing cliënt.
    -In de praktijk kan dit door elkaar lopen (bijv. nabesprekenkan spanningsverhogend zijn, of reflecteren op wat gebeurt
    kan spanningsverlagend zijn etc.)
21
Q
A