2.6 Oorzaken, Klachten en Symptomen bij Hypo- en hyperthyreoïdie Flashcards

1
Q

Wat zijn de klachten en symptomen van een hyperthyreoïdie?

A
  • Vermoeidheid
  • Warmte intolerantie
  • Overmatig transpireren
  • Warme, vochtige huid
  • Gewichtsverlies
  • Snelle, onregelmatige pols
  • Snelle darmpassage
  • Nervositeit, gejaagdheid
  • Tremor van de vingers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de symptomen en klachten van een hypothyreoïdie?

A
  • Vermoeidheid
  • Koude intolerantie
  • Gelaat-, ooglidoedeem
  • Koude, droge huid
  • Gewichtstoename
  • Langzame pols
  • Obstipatie
  • Geheugenverlies
  • Depressie
  • Hese lage stem, trage spraak
  • Bros haar, haaruitval
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de belangrijkste target weefsels voor schildklierhormoon?

A
  • Hart
  • Skeletspier
  • (Bruin) vet
  • Bot
  • Hersenen
  • Hypofyse
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het effect van schildklierhormoon op de cardiovasculaire hemodynamiek?

A
  • Verhoogde weefsel thermogenese (Verwijden van vaten)
  • Minder vaatweerstand
  • Minder effectief arterieel vullingsvolume
  • Meer renale zout reabsorptie
  • Verhoogd bloedvolume
  • Verhoogdecardiale inotropy en chronotropy
  • Verhoogd cardiac output (HMV)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat gebeurd er in de hartspiercel als er een prikkel voorbij komt?

A

Calciumkanalen gaan open
Er komt calcium binnen in de cel wat gaat binden aan het calcium kanaal aan het SR
Er komt nog meer calcium vrij -> Contractie van de hartspiercel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het effect van T3 op de cardiale gen expressie?

A

Aanwezigheid van de calciumkanalen wordt verhoogd -> Proces versneld en versterkt
Diepere contractie en vervolgens verhoging frequentie door de calcium snel te verwijderen

MHC-alfa omhoog en MHC-beta omlaag. De contractiele vorm wordt meer -> Contractie versterkt

Verhoging van RYR, SERCA en NCX, MHC-bèta
Verlaging van MHC-alfa
Doordat de T3 naar de kernreceptor gaat en voor effecten van de kanalen zorgt

Calcium wordt over het celmembraan heen gepompt of weer de SR ingepompt door SERCA, calcium is dan weer verdwenen en is de cel klaar voor een nieuwe contractie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe gaat de warmte productie door de spiercel?

A

Via futile cycles (Eindstatus is hetzelfde als de beginsituatie door energie in te stoppen en uiteindelijk warmte te produceren)

Er wordt energie verbruikt, want de pompen gebruiken ATP en ATP wordt gebruikt om elektronen rond te pompen, de SERCA gebruikt ook weer ATP om Ca in de SR te pompen. Hierbij wordt ook warmte geproduceerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe gaat de stimulatie van thermogenese door de schildklierhormoon?

A
  • Stimulatie van Na/K cycling (Na/K-ATPase)
  • Stimulatie van Ca cycling (Ca-ATPase)

En dat zorgt uiteindelijk voor verhoogde warmteproductie

Elektronentransporters geven de elektronen door de mitochondriën membraan en komen in het innermembraan en worden door de protonpomp

Elektronen kunnen terug door de ATP-synthase en opgeslagen door de ATP synthese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat doet bruin vet?

A

Adaptieve thermogenese (Gestimuleerd onder koude condities)

Bruin vet wordt door de kou geactiveerd en is meer aanwezig bij mensen met laag lichaamsgewicht

Het wordt verbrand waarbij warmte wordt geproduceerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de protonen circuits over binnenmembraan van mitochondriën in bruin vet?

A

Bruin vet heeft veel mitochondriën

Het bevat UCP-1. Als de protonen door UCP-1, de pomp, gaan wordt er geen ATP gemaakt, maar komt er warmte vrij. Wordt gedaan zonder ATP te maken, alleen warmte te produceren

Het wordt geactiveerd door kou, adrenerge stimulatie en schildklierhormoon.

Schildklierhormoon zorgt voor verhoging UCP-1 (Ook de andere UCP’s) en dat zorgt voor meer warmteproductie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat doet de schildklierhormoon in bot?

A

Het stimuleert de botontwikkeling & botgroei (Vooral lange botten)
Hyperthyreoïdie is geassocieerd met osteoporose (Verlaagde botdichtheid)

Hypothyreoïdie: Minder botvorming, osteosclerosis (Verhoogde botdichtheid, minder flexibele botten)
Hyperthyreoïdie: Verhoging van de botvorming, osteoporose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de karakteristieken van PT’s met schildklierhormoonresistentie door mutaties in de TR-alfa receptor (T3 receptor)?

A

Afwijkende schildklierfunctie
- Normaal TSH
- Laag/laag-normaal FT4
- Hoog T3
- Laag rT3

  • Milde tot ernstige psychomotorische achterstand
  • Groei achterstand, verminderde botleeftijd
  • Macrocefalie, vertraagde sluiting schedelnaden
  • Constipatie
  • Milde anemie

Deze patiënten zijn minder gevoelig voor T3 vanwege de mutatie in de TR-alfa receptor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welk effect heeft hypothyreoïdie op de hersenen?

A
  • Cretinisme
  • Psychomotorische achterstand (Milde tot ernstige)
  • Minder ontwikkeling van de zenuwcellen (Neuronen) -> Purkinjecellen)

MCT18 is een belangrijk transporter van schildklierhormoon in de hersenen, want kan door de BBB heen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de Allan-Herndon-Dudley Syndroom (AHDS)?

A

Mutatie in de schildklierhormoon transporter MCT18

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de klinische beeld van AHDS?

A

Bij mannen (Zit op het X-chromosoom)

  • Centrale hypotonie (Neurologisch)
  • Niet/beperkte mate van hoofd omhoog houden (Neurologisch)
  • Distale hypotonie -> Spastische quadripegie (Neurologisch)
  • Kan niet zitten/staan/lopen (Neurologisch)
  • Ernstige beperkte cognitieve ontwikkeling (XLMR) (Cognitieve ontwikkeling)
  • Geen spraak ontwikkeling
  • Verlaagde myelinering (Hersenen MRI)
  • Gereduceerde lengte (Lichamelijk)
  • Zee laag lichaamsgewicht (Lichamelijk)
  • Verminderde spiermassa (Lichamelijk)
  • Snelle hartslag (Lichamelijk)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe gaat de TSH downregulatie?

A

Bij hoog T4 wordt TSH gremd

T4 komt in de hypofysecel en wordt via D2 omgezet tot T3 en komt in de kern terecht
T3 bindt aan de TR-beta2 receptor. De transcriptie van TSH wordt nu geremd

17
Q

Wat gebeurd er in de afwezigheid van TR-beta2 receptor?

A

Er is geen negatieve feedback dus TRH, TSH, T4 en T3 gaan omhoog

Dit heeft effect op de weefsels met de TR-alfa genen zoals in het hart. Effect wordt minder of blijft hetzelfde in de weefsels met het TR-bèta gen.

Verhoogd FT4 met niet onderdrukt TSH

18
Q

Waar zorgt het T3 voor?

A

T3 bepaalt hoeveel metabolisme er is vooral door dejodases en hoeveel transporteiwitten er worden opgenomen door de cel

Hart is afhankelijk van T3