2.8 Chirurgische behandeling van endocriene aandoeningen Flashcards

1
Q

Wat zijn schildklieroperatie indicaties bij benigne nodus?

A
  • Symptomatisch benigde nodus
  • Nodus van onduidelijke aard (pro diagnosi)
  • Multinodulair struma met mechanische klachten
  • M. Graves (Therapieresistentie/zwangerschapswens)
  • Thyreotoxicose (Zeer zelden, vaker medicamenteus)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn schildklieroperatie indicaties bij maligne nodus?

A
  • Goed gedifferentieerd schildkliercarcinoom: Papillair en folliculair
  • Medullair schildkliercarcinoom
  • Slecht gedifferentieerd schildkliercarcinoom
  • Anaplastisch schildkliercarcinoom (zeer zelden)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de indicaties voor opereren van de bijschildklier?

A

Primaire hyperparathyreoïdie (Meestal):
Oorzaak in bijschildklier zelf: Teveel PTH productie -> Hypercalciëmie

  • 80-90% 1 adenoom
  • 10-15% meerdere adenomen
  • 5-10% hyperplasie
  • Bijschildkliercarcinoom: Zeer zeldzaam, vaak benigne

Secundaire/tertiaire hyperparathyreoïdie (Zelden):
Overmatige PTH-productie als reactie op nierfalen en stoornissen in calcium en fosfaathuishouding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat doe je als je 1 of meerdere afwijkende bijschildklieren hebt?

A

1 afwijkende bijschildkier?
- Minimaal invasieve doelgerichte operatie

Meerdere afwijkende bijschildklieren? Of een inconclusieve beeldvorming?
- Conventionele halsexploratie
- Identificatie van alle bijschildklieren

Peroperatief succes meten? -> Peroperatieve PTH-metingen (5, 10 en 15 minuten PTH meten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de lokalisatie diagnostiek bij een primaire hyperparathyreoïdie?

A
  • MIBI-scintigrafie of 18F-choline-PET-CT
  • Echo hals (Altijd, zodat er duidelijk beeld is van het gehele gebied)
  • CT-bijschildklieren

Peroperatieve PTH-meting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoeveel venen heeft de schildklier/lopen erdoorheen en hoe heten ze?

A

3 venen
- Inferior
- Media
- Superior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoeveel arteriën heeft schildklier/lopen erdoorheen en hoe heten ze?

A

2 arteriën
- Inferior: Truncus Thyreocervicalis
- Superior: a. carotis externa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke zenuwen zitten bij de schildklier?

A
  • N. vagus
  • N. laryngeus recurrens:
    - Rechts: Bij de a. subclavia
    - Links: Bij de aortaboog
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe wordt de operatie uitgevoerd in de hals voor de schildklier?

A

Incisie in de hals, 2 cm boven jugulum. Door de subcutis en de m. platysma

Wond openhouden (spreider/hechtingen/haakjes)
Openen van de middenlijn tussen de korte halsspieren (m. sternohyoïdeus en sternothyreoïdeus)

Bloedvaten bovenpool schildklier doornemen
Hierna de schildklierkwab uit de wond klappen

Let op:
Bescherm de n. laryngeus recurrens en laat gezonde bijschildklieren achter, ook de bloedvaten ervan (doorbloeding)!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de risico’s en complicaties aan een operatie aan de schildklier?

A
  • Laesie van de n. laryngeus recurrens (1-10% tijdelijk, 1-2% permanent) (!)
  • Hyperparathyreoïdie (tot 25% tijdelijk, tot 10% permanent)
    -> bij bilaterale resectie (!)

Zeldzaam, maar in potentie heel ernstig:
- Bloeding en nabloeding: Gevaar op stikken!
- Beschadiging trachea of slokdarm (Bijna nooit)

Zeldzaam:
- Wondinfectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de operatie indicaties voor de bijnier?

A
  • Hypercortisolisme
  • Feochromocytoom
  • Ziekte van Conn (Primair hyperaldosteronisme)
  • Massa effect/Klachten benigne bijnierlaesie (Bijna nooit)
  • Vergroten bijnier met verdachte kenmerken
  • Verdenking (of bewezen) bijnierschorscarcinoom
  • Solitaire bijniermetastase (Als ze voor de rest gezond zijn)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de kenmerken van Primair hyperaldosteronisme (Ziekte van Conn)?

A
  • Adenoom of hyperplasie van de bijnierschors
  • Arteriële hypertensie en vaak hypokaliëmie
  • Medicamenteuze versus operatieve behandeling
  • Meestal zeer kleine benigne tumoren
  • Bijniervenesampling

Postoperatief:
- Vaak snelle correctie van kalium
- Trage correctie van bloeddruk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de kenmerken van hypercortisolisme?

A
  • Syndroom van Cushing (1 bijnier die autonoom functioneert en teveel cortisol maakt) versus Ziekte van Cushing (Adenoom in hypofyse wat ACTH aanmaakt)
  • Adenoom van bijnierschors of hyperplasie
  • Voor adrenalectomie hypercortisolime uitsluiten (!)
  • Peri-operatief glucocorticosteroïden suppleren
  • Risico op Addisonse crisis (!!) -> Hypercortisolisme patiënt gelijk cortisol afnemen kan zorgen voor niet goed kunnen opvangen van stress, dus van te voren behandelen met cortisone
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de kenmerken van een feochromocytoom?

A
  • Tumor bijniermerg
  • Adrenaline, dopamine, noradrenaline
  • Benigne (meestal) of maligne kenmerken
  • Geen invasieve diagnostiek of behandeling voordat feochromocytoom is uitgesloten
  • Pre-operatief alfablokkade (Soms bètablokkade) -> Zodat er na de operatie geen hoge BD ontstaat

Belangrijk risico: Hypertensieve crisis (!)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke vene zit rechts en welke links van de bijnier?

A

Rechts:
1 vene -> Vena cava inferior
- 3 arterietakjes

Links:
1 vene -> Vena renalis
- 3 arterietakjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zit rechts van de bijnier?

A
  • Lever
  • Colonleverhoek
  • Duodenum
  • V. cava inferior
  • Rechter nier met bloedvaten
17
Q

Wat zit links van de bijnier?

A
  • Milt
  • Colonmilthoek
  • Pancreasstaart
  • Linker nier met bloedvaten
18
Q

Wat is er als eerste te zien bij het openen van de huid bij de schildklier en waaruit bestaat de schildklier?

A
  • m. platysma: Van kin tot clavicula, altijd doorgesneden tijdens de operatie
  • v. jugularis anterior: In het m. platysma

Schildklier:
- m. sternocleidomastoïdeus
- Hyoïd
- Thyroïd
- m. sternohyoïdeus
- m. sternothyroïdeus

19
Q

Wanneer wordt er voor een open chirurgie gekozen en wat zijn de nadelen?

A
  • Grote tumor
  • Maligniteit
  • Op anesthesiologische advies
  • Subcostale incisie

Nadelen:
- Operatie in rugligging
- Postoperatief (epidurale) pijnpomp
- Katheter
- Gemiddelde opnameduur 1 week
- Grotere kans op pulmonale complicaties
- Grotere kans op littekenbreuk

20
Q

Wanneer wordt er voor een laparoscopische ingreep gekozen en wat zijn de voordelen?

A
  • Diameter < 6 cm
  • Adenoom
  • 3 of 4 kleine incisies

Voordelen:
- Operatie in zijligging of buikligging
- Minder postoperatieve pijn
- Geen katheter
- Gemiddelde opname 2-4 dagen
- Snellere mobilisatie
- Kleinere kans op littekenbreuk of wondcomplicaties