Hoofdstuk 2 Flashcards

1
Q

Klassieke organisatietheorie

A

Organisatietheorie met als grondgedachte: richting en sturing op het gedrag van medewerkers leidt tot meer winst en productiviteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Managementprincipes van Taylor

A
  • Ontwikkel wetenschappelijke richtlijnen voor elk element van een bepaalde arbeidstaak. Deze richtlijnen moeten de oude vuistregels vervangen.
  • Kies onderricht en ondersteun de arbeider op basis van wetenschappelijk principes.
  • Werk goed samen met arbeiders, om ervoor te zorgen dat het werkt wordt uitgevoerd volgens de wetenschappelijke ontwikkelde principes.
  • Verdeel werk en verantwoordelijkheid gelijk over management en arbeiders. Management neemt het werk op zich dat het beter kan uitvoeren dan arbeiders.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bureaucratie

A

Een vorm van organisatie, gekenmerkt door een verdeling van arbeid, een helder omschreven hiërarchie, gedetailleerde regels en voorschriften, en niet-persoonlijke werkrelaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly