Hoofdstuk 4 Flashcards

1
Q

Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO)

A

Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) gaat ervan uit dat een bedrijf verantwoordelijk is voor de effecten van de bedrijfsactiviteiten op mens, milieu en bedrijfsvoering. Een bedrijf moet bewuste keuzes maken om een balans te bereiken tussen people, planet en profit (of prosperity, om aan te geven dat niet alleen aandeelhouders geld verdienen in een bedrijf).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Maatschappelijke verplichting

A

De verplichting van een bedrijf om aan economische en juridische eisen te voldoen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Maatschappelijke ontvankelijkheid

A

De mogelijkheid van een bedrijf om zich aan veranderende maatschappelijke omstandigheden aan te passen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Maatschappelijke verantwoordelijkheid

A

De morele verplichting van een bedrijf, afgezien van de wettelijke en economische noodzakelijke verplichtingen, om doelstellingen na te sterven die goed zijn voor de samenleving als geheel. Ethische bedrijfsactiviteiten ondersteunen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Social impact management

A

Een benadering van management waarbij managers de maatschappelijke gevolgen van hun beslissingen en handelingen onderzoeken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Maatschappelijke evaluatie

A

Het toepassen van maatschappelijke criteria voor de beslissing om wel of niet te investeren. (bv. Men investeert niet in tabak, wel in sociale beleggingsfondsen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waardemanagement

A

Een methode van management waarbij managers de in een organisatie gedeelde normen en waarden vastleggen, uitdragen en uitoefenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Ethiek

A

De regels en principes die correct en incorrect handelen definiëren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Preconventionele niveau

A

Op dit niveau wordt de keuze tussen goed of slecht gemaakt met inachtneming van persoonlijke consequenties (afstraffing, beloning of gunsten).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Conventionele niveau

A

Gebaseerd op het onderschrijven van normen en het voldoen aan de verwachtingen van anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Principiële niveau

A

Eigen morele principes zijn onafhankelijk van de groep of gemeenschap waartoe men behoort.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Individuele kenmerken

A

De persoonlijke waarden van een manager die voor een deel het ethisch handelen van managers beïnvloeden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Persoonlijke waarden

A

Een elementaire persoonlijke overtuiging van wat goed en fout is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Persoonlijke standvastigheid

A

Een persoonlijkheidskenmerk van de kracht van iemands overtuigingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Locus of control

A

Een persoonlijkheidskenmerk van de mate waarin iemand denkt zijn of haar lot in eigen handen te hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Werknemersselectie

A

Dit proces kun je zien als een mogelijkheid om het niveau van morele ontwikkeling, iemands persoonlijke waarden, persoonlijke standvastigheid en locus of control te ontdekken.

17
Q

Ethische codes en beslisregels instellen

A

Een ethische code of een formele verklaring over primaire waarden van de organisatie en de handelwijze die de organisatie van werknemers verwacht, is een beproefd middel voor het opheffen van onduidelijkheid.

18
Q

Leiderschap van topmanagement

A

Een manager moet waarden delen, belangrijke gedeelde waarden regelmatig benadrukken (in organisatiecultuur) en een beloningsysteem gebruiken om iedereen rekenschap te laten geven van de waarden.

19
Q

Functiedoelen en beoordeling van prestaties

A

Als een organisatie hoge ethische normen van het personeel verwacht, moet het deze ook in het beoordelingsgesprek aan de orde stellen.

20
Q

Ethisch onderricht

A

Een ethiektraining maakt werknemers bewuster van de gewenste handelwijze binnen een bedrijf, dat ze beslissingen deels op ethische gronden moeten baseren, wat er wel en niet kan binnen een organisatie en dat ze er niet alleen voor staan wanneer ze een ethisch vraagstuk moeten oplossen.

21
Q

Onafhankelijke sociale controles

A

Voor een effectief beleid zijn audits aan te raden. Om integriteit te bewaken zouden de controleurs verantwoording moeten afleggen en direct moeten rapporten aan de directie. Op die manier worden controleurs serieus genomen en wordt de kans op wraakacties verminderd.

22
Q

Formele beschermingsmaatregelen

A

Het is belangrijk dat managers werknemers ervan verzekeren dat datgene die ethische kwesties aan anderen binnen of buiten de organisatie meldt, geen persoonlijk risico of loopbaanrisico vormt.