7. Boodschappen Doen Flashcards

1
Q

boodschappen

A

the shopping

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

het lijstje

A

the list

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

de groente

A

vegetables

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

de aanbieding

A

special offer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

halen

A

to fetch, to get, to buy

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar ga jij heen?

A

Where are you going?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

zullen

A

shall

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

even

A

just

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

de gang

A

the aisle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

aan

A

at, on

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

het eind

A

the end

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

ergens

A

anywhere

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

zo’n

A

such

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

het voordeel

A

the bargain

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hebben nodig

A

to have need

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

goedkoper

A

cheaper

17
Q

de band

A

the conveyor belt

18
Q

de bon

A

the receipt

19
Q

BOODSCHAPPEN DOEN

Lijstje boodschappen

Supermarkt: 
melk 
vlees
brood
suiker

Markt:
groente
fruit

Aanbieding:
2 halen, 1 betalen

He, Anne, waar ga jij HEEN?
Hallo Peter. Ik ga naar de supermarkt. Ik moet boodschappen doen.
Ik ook. ZULLEN we SAMEN GAAN?
Goed. Moet je veel KOPEN?
KIJK, ik heb een lijstje GEMAAKT. DAAR STAAT alles op.

Meneer, MAG ik even wat VRAGEN? Waar KAN ik de melk vinden?
Derde GANG LINKS, aan het EIND RECHTS.

EVEN KIJKEN, ik GELOOF dat ik nu alles heb. O nee, ik heb ook GEEN KOFFIE MEER. Zie jij de koffie ERGENS [anywhere]?
DAAR staat de koffie. Ah, een aanbieding: ‘Twee halen, een betalen.’ ZO’N VOORDEEL KOMT ALTIJD GOED UIT!
HEBBEN we nog MEER NODIG? Moet je geen groente hebben?
Dat HAAL ik op de markt. Daar is de groente GOEDKOPER DAN HIER.

Anne en Peter gaan betalen. Ze ZETTEN de boodschappen op de BAND.
Vijftien euro twintig. ALSTUBLIEFT. WILT u de BON?
Nee, dat is niet NODIG. Dag.
Tot ziens.

October 6, 2014, Nijmegen

A

ok