anatomie: het moleculaire Flashcards

(30 cards)

1
Q

wat zijn vetten

A

Opgebouwd uit C,H,O (vetten, oliën)
Niet oplosbaar in water -> eiwitten nodig om deze te transporteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn soorten vetten

A

triglyceriden
fosfolipiden
stereoïden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn triglyceriden

A

Meest voorkomend
2x energie als koolhydraten
isoleert lichaam door onderhuids vet (houdt lichaamstemperatuur op pijl, is ook opslag voor energie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waaruit bestaat triglyceride

A

3 vetzuurmoleculen (verzadigd/onverzadigd)
1 glycerol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn fosfolipiden

A

isoleert lichaam door onderhuids vet (houdt lichaamstemperatuur op pijl, is ook opslag voor energie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn stereoïden

A

Bouwstof hormonen, verteringssappen, celmembranen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn eiwitten

A

Meest voorkomende bestanddeel
Belangrijkste bestanddeel in lichaam
Opgebouwd uit C,H,O en N

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waaruit zijn eiwitten opgebouwd

A

Eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren (kleinste bouwsteen eiwitten)

Aaneenschakeling aminozuren (volgorde bepaald functie) vormt (poly)peptideketen (eiwit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat zijn de soorten eiwitten

A

essentiële: opgenomen via voeding
niet-essentiële: lichaam maakt deze zelf aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat bepaald de functie van een eiwit

A

de vorm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is denaturatie

A

bij te hoge temperatuur kan de 3D structuur verloren gaan (en dus ook de functie)

leidt tot onherstelbare schade aan organen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat zijn voorbeelden van eiwitten

A

Hemoglobine: vervoert zuurstof
Myoglobine: eiwit wat in spier zit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zijn de 7 functies van eiwitten (+1 extra)

A

stevigheid
beweging
transport
bufferwerking
versnellen/faciliteren van chemische reacties
regulerende functie
verdediging

en is ook een energiebron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat wordt er bedoeld met stevigheid door eiwitten

A

structurele bouweiwitten (voorkomen dat cel inzakt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat wordt er bedoeld met beweging door eiwitten

A

contractiele eiwitten (spiercontracties)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat wordt er bedoeld met transport door eiwitten

A

transporteiwitten (bv transport vetten)

17
Q

wat wordt er bedoeld met bufferwerking door eiwitten

A

ph stabiliseren

18
Q

wat wordt er bedoeld met 5. Versnellen/ faciliteren chemische reacties door eiwitten

A

enzymen zijn eiwitten

19
Q

wat wordt er bedoeld met een regulerende functie door eiwitten

A

eiwithormonen

20
Q

wat wordt er bedoeld met verdediging door eiwitten

A

harde eiwitten in huid, nagels, haar (keratine), antistoffen

21
Q

wat zijn de nucleïnezuren

22
Q

waarvoor staat DNA

A

desoxyribonucleïnezuur

23
Q

waarvoor staat RNA

A

ribonucleïnezuur

24
Q

waaruit bestaat DNA en wat doet het

A
  • Bevatten instructies om eiwitten aan te maken
  • 2 nucleotideketens (helix)
25
waaruit bestaat RNA en wat doet het
- 1 nucleotideketen - Uitvoering van eiwitsynthese volgens instructies DNA
26
waarvoor staat ATP
Adenosinetrifosfaat
27
wat doet adenosinetrifosfaat
belangrijkste energierijke verbinding in ons lichaam
28
wat is ADP
adenosinedifosfaat
29
wat gebeurt er als ADP -> ATP gaat
- Slaat energie op die afkomstig is van katabolisme - Energie is nodig om fosfaat er terug aan te binden
30
wat gebeurt er als ATP -> ADP gaat
- Laat energie vrij voor celfuncties (anabolisme)