anatomie: weefselniveau 3 Flashcards

(36 cards)

1
Q

waaruit zijn spieren opgebouwd

A

actinefilamenten (dun)
myosinefilamenten (dik)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waarin zijn spieren gespecialiseerd

A

contractie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn de soorten spierweefsel

A

skeletspierweefsel
hartspierweefsel
glad spierweefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn de kenmerken van spiervezels (van skeltetspierweefsel)

A
  • Lang en dun (spiervezels)
  • Patroon van actine/myosine (krijgen microscopisch gestreept uiterlijk)
  • Multinuceair
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn de kenmerken van skeletspierweefsel

A
  • Beperkt herstel mogelijk door deling stamcellen
  • Angestuurd door willekeurig zenuwstelsel
  • Beweegt en stabiliseert skelet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn stamcellen

A
  • Ongedifferentieerd/ ongespecialiseerd
  • Multipotent
  • In veel organen aanwezig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is de functie van stamcellen

A

cellen met een beperkte levensduur te vervangen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waarvoor gebruikt men nog stamcellen

A

behandeling van bloedziektes, beenmergaandoeningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waaruit bestaat hartspierweefsel

A

o Bestaat uit korte vertakte vezels die onderling verbonden zijn via intercalaire schijven
o Vormen zo een netwerk
o Hebben 1 celkern
o Gestreept

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zijn intercalaire schijven

A

aanhechtingsplaatsen voor hartspierweefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat kun je skeletspierweefsel nog noemen

A

gestreept willekeurig spierweefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoe trekt het hart samen

A

trekt onwillekeurig samen door pacemakercellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe zit het met het herstel van hartspierweefsel

A

hebben geen centriolen off stamcellen dus herstel is nauwelijks mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is de functie van hartspierweefsel

A

bloed rondpompen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is een andere naam voor hartspierweefsel

A

gestreept onwillekeurig spierweefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

waaruit bestaat glad spierweefsel

A
  • Kleine spoelvormige cellen
    o Doordat actine en myosine verspreidt zijn in het cytoplasma is er geen streping
    o 1 celkern
    o Celdeling mogelijk
17
Q

hoe werkt glad spierweefsel

A
  • Trekken onwillekeurig samen
  • Wanden van bloedvaten, urineblaas, luchtwegen, etc
  • Functie: voortbewegen stoffen in diverse plaatsen in het lichaam en aanpassen diameter luchtwegen en bloedvaten
18
Q

wat is een andere naam voor glad spierweefsel

A

niet-getsreept onwillekeurig spierweefsel

19
Q

waar zit het grootste deel van het neurale weefsel

A

hersenen en ruggenmerg

20
Q

wat is de functie van neuraal weefsel

A

o Geleidt elektrische impulsen
o Overdracht, verwerking en opslag van informatie

21
Q

hoe herstelt zenuwweefsel zich

A

o Geen centriolen = geen celdeling -> zeer beperkt herstelvermogen

22
Q

wat zijn de types zenuwweefsel

A

neuronen
neuroglia

23
Q

wat zijn neuroglia

A

ondersteunende cellen

24
Q

waaruit bestaat een neuron

A

o Dendrieten: ontvangen informatie
o Cellichaam: integratie van informatie
o Axon: transport van informatie
o Synapsknop: overdracht van informatie (naar neuron, spiercel, kliercel

25
wat is een verwonding
beschadiging van meerdere weefsels tegelijkertijd
26
Om te herstellen coördineren weefsels reacties om de homeostase te behouden, wat zijn deze reacties
ontsteking regeneratie
27
wat doet een ontsteking
- Isolering van beschadigd gebied - Verwijderen van beschadigd weegsel en micro-organismen (via fagocyten) - Activatie van mestcellen (in het bindweefsel) o Geven histamine af
28
wat zijn de klinische tekens van een ontsteking
o Calor (warmte) o Rubor (roodheid) o Tumor (zwelling) o Dolor (pijn)
29
wat is regeneratie
herstel/ vervanging van beschadigd weefsel
30
hoe werkt regeneratie
- Door activatie van fibroblasten ontstaan er collagene vezels die littekenweefsel worden - Soort regeneratie afhankelijk van weefsel (volledig, gedeeltelijk, niet)
31
wat is fibrose
blijvende vervanging van normale weefsels door vezelig bindweefsel
32
wat gebeurt er met weefsels als iemand verouderd
- Trager en minder effectief herstel - “Dunner” epitheel en bindweefsel (gevoeliger voor blauwe plekken, breuken) - Verlies zenuw en spierweefsel (aandoeningen har/bloedvaten, verstandelijke functies gaan achteruit)
33
wat is de preventie voor het achteruitgaan van weefsels
aangepaste levenstijl kan achteruitgang vertragen
34
osteoporose kan multifactorieel zijn, wat zijn de factoren
tekort aan lichaamsbeweging tekort aan calcium in voeding tekort aan oestrogeen
35
Andere naam voor slijmvlies
Mucosa
36
Wat is de lamina propria
Laag bindweefsel dat Onder epitheel ligt (oppassen en heb cursus niet genr voor deze definitie)