bio H5 Flashcards

(120 cards)

1
Q

welke 3 hoofdvormen van prokaryoten heb je

A
  • kokken OO
  • bacillen (=)
  • spirillen \/\/\/
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

benoem de delen van een prokaryoot (8) 🦠

A
  • cytoplasma
  • DNA: centraal
  • celmembraan (binnenste rand)
  • celwand (middelste rand)
  • slijmlaag of kapsel (buitenste rand)
  • DNA: plasmide
  • pilus (= haartjes)
  • zweephaar (= de staart)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waar ligt het dna van een prokaryoot (2)

A

het grootste deel ligt centraal in een grote keten
+ ze bevatten één tot duizend kleine DNA-ringen = plasmiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat bezitten sommige bacteriën en archea + hoe ziet hun bouw er dan uit (inwendig)

A

sommige bevatten pigmenten zoals chlorofyl (=voor fotosynthese), die pigmenten zijn niet omgeven door een celwand -> ze zweven los in het cytoplasma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat regelt het celmembraan (prokaryoot)

A

de stofuitwisseling met het uitwendige milieu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat doed de celwand (prkyt)

A

het geeft stevigheid en vormt een bescherming tegen externe invloeden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat bevatten sommige archea en bacteriën (uitwendig) + en wat doet dit

A

een kapsel of slijmlaag -> voor extra bescherming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe bewegen prokaryoten zich voort (2)

A

door zweepharen (hiermee kunnen ze ich zwemmend verplaatsen )
door pili (waarmee ze zich voortrekken of katapulteren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

welke soort kokken heb je (3)

A
  • diplokokken OO
  • streptokokken OOOO
  • stafylokokken OOOO
    OOO
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welke soorten bacillen heb je (2)

A
  • diplobacillen (=)(=)
  • streptobacillen (=)(=)(=)(=)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

welke bacteriën leven in ons lichaam dat stafylokokken zijn

A

Staphylococcus aureus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welke twee voedigsmanieren hebben de prokaryoten

A
  • autotroof
  • heterotroofh
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe voeden prkryten zich heterotroof

A

ze nemen voedingstoffen op uit organisch materiaal door enzymen vrij te laten (-> het org.materiaal verteert uitwendig) zij nemen de vrijgekomen organische verbindingen op (glucose) in hun cel -> door middel van celademhaling maken ze eergie aan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hoe voeden prokryten zich fotoautotroof

A

ze gebruiken zonlicht als energie bron d.m.v chlorofyl (bij archea iets anders)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hoe voeden prokryten zich chemotroof

A

ze halen hun energie door het breken van chemisch ebindingen
-> nitrificerende halen uit stikstof,
-> zwavelbacteriën uit zwavelverb.
-> ijzerbacteriën uit ijzerverb.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welke twee manieren hebben prkryten om E uit energieijke stoffen te halen

A
  • aeroob (d.m.v celademhaling)
  • anaeroob (d.m.v gisting)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wat vormt zich bij vergisting (3)(prkryten)

A
  • ethanol
  • melkzuur
  • iets anders
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe geven prkyten genetisch materiaal door

A

door conjugatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

hoe gebeurt de conjugatie

A

2 prkryoten van dezelfde soort verbinden zich d.m.v een conjugatiepilus, hierdoor worden één of meerdere kopiën van plasmide doorgegeven de ene cel is de donor en de ander ede receptor
! zo wordt anibiotica resistentie snel doorgegeven !

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

syoniem cyste

A

endospore

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

wat is een cyste

A

ze vormen een beschermende laag, in dit niet-active stadium kunnen ze extreme omstandigheden overleven -> als de leefomgeving terug oké is, groeien ze terug uit tot cel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

hoe doen prkryten aan voortplanting

A

ze vermeerderen zich ongeslachtelijk
ze doen dit door een celdeling, de cel deelt zich in twee identieke dochter cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

hoe verloopt de celdeling van prkryten

A

1) kopiëren genetisch materliaal
2) het groeien van celmembraan en -wand
3) de genetische kopien verplaatsen zich naar de uiteinden v.d cel
4) de cel snoert zich in het midden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
heo noem je de tijd dat nodig is bij een celdeling van prkryten + hoelang is die
- generatie tijd - is afhankelijk per soort - gemiddeld in goede omstandigheden 30 min
25
eigenschap voortplanting prkryte
hun aantallen kunnen in korte tijd snel toenemen -> snel ontstaan v nieuwe eig
26
wat geeft een groeicurve weer
het aantal individuen (op y-as) en de tijd (op x-as)
27
noem de 4 verschillende fasen van de groeicurve op
- lagfase - exponentiële fase - stationaire fase - afstervingsfase
28
wat gebeurt er in de lagfase
- wann de prkruten in een nieuwe omgeving terecht komen en tijd nodig hebbenom zich aan te passen aan de (temp, zuurtegraad,..) - het aantal individuen neemt niet toe = aanpassingperiode
29
wat gebeurt er in de exponetiële fase
de prkryten vermeerderen zich met een vrij constante snelheid -> hun aantallen nemen exponentiëel toe
30
wat gebeurt er in de stationaire fase
- de draaglarcht van het milieu is overschreden -> ze hebben hun maximale populatie grootte bereikt - er sterven evenveel als er bijkomen (de generatie tijd is langer want geen gunstuge omgeving) -de popu blijft gelijk
31
wat gebeurt er in de afstervingfase
- de populatiegrootte neemt af - te weinig hulpbronnen - ze gaan bijna allemaal dood of vormen een cyste
32
kijk eutrofiering!!
33
geef de belangrijke functies van prkyten in ons milieu (7)
- ze helpen bij vertering - grote rol bij stikstof- en koolstofkringloop - ziekteverwekkers -> populaties in bedaweng houden - gebruikt als probiotica - zorgen voor voedselbederf - productie methodes van voedingsmiddelen - sommige worden genetisch gemodificeerd om hun metabolisme aan te passen
34
hoe helpen de prkyten bij vertering
ze leven in symbiose in de darmen van andere dieren -> ze helpen zo bij de vertering -> zo produceren sommige CH4 -> grote rol bij broeikas effect
35
hoe helpen prkyten bij de kringlopen
ze zijn reducenten en ze maken van organisch materiaal, mineralen door de nitrificatie en ammonificatie -> belangrijke rol bij kool- en stikstofkringloop
36
wat doen prkyten als ziekteverwekkers
sommige bacteriën zijn ziekteverwekkers, zo houden ze populatie groottes tot stand
37
hoe helpen prkryten ons als probiatica
ze worden uit bepaalde darmflore en melkproducten gehaald om mensen met een aangetast microbioom te helpen
38
hoe doen ze aan voedselbederf (3)
het zijn de heterotrofe prokaryoten - schadelijke bacteriën groeien op eten is het een voedselinfectie - als ze giftige stoffen produceren tijdens hun metabolisme is het voedselvergiftiging
39
wat zijn fermentaties
Dat zijn processen waarbij gewenste bacteriën of schimmels inwerken op voedsel of drank
40
hoe helpen prkyten bij productie methodes van voedingsmiddelen + vb
- vele methodes zijn gebaseerd op fermentaties - Melkzuurbacteriën zoals de Lactobacillus produceren melkzuur(-> lage zuurgraad) en koolhydraten (-> zorgen voor een dikkere stuctuur)
41
waarom worden sommige prkryten genetsich gemodificeerd
om hun metabolisme aan te passen, zodat ze gewenste stoffen produceren bv: voor inusline
42
welke 4 vormen virussen heb je
- bolvormig virus - veelvlakkig virus - spiraalvormig virus - complex virus
43
uit wat bestaan virussen
enkel uit genetisch materiaal (DNA of RNA) met daarrond een eiwitmantel of capside
44
verschil DNA en RNA
dna: dubbele helix rna: één streng
45
wat is de capside
beschermt het genetisch materiaal v/h virus + het bevat spike-eiwitten of spikes
46
wat doen de spike-eiwitten
daarmee kan het virus zich vast hechten aan de gastheer cel
47
leer de bouw van een bolvormig virus (4)
- spikes - enveloppe - DNA/RNA - eiwitmantel of capside
48
bouw spiraal virus (2)
- capside - DNA/RNA
49
bouw complex virus (7)
kop: - capside - DNA/RNA hals: staart: - staartvezels - spikes
50
syno complex virus
kop-staartvirus
51
metabolisme virus
ze hebben geen eigen metabolisme
52
hoe kan je virussen onderverdelen
a.d.h.v hun gastheer
53
welke 3 soorten virussen heb je
- dierlijke - plantaardige - bacteriofagen
54
als je virus een enveloppe heeft welke soort is die dan
dierlijk (maar niet alle dierlijke hebben een enveloppe)
55
welke vorm hebben bacteriofagen altijd
de complexe vorm
56
wat zijn alle virussen :'(
ziekteverwekkers aangezien ze een gastheercel nodig hebben
57
vermeerdering virussen!!!
58
tot welk rijk behoren de gisten
het rijk v/d schimmels
59
hoe worden schimmels ook wel genoemd (weet ik niet zeker)
lagere zwammen of microfungi??
60
Hoe onderscheiden gisten zich van andere schimmels
ze zijn eencellig
61
uit wat bestaat de celwand van gisten
uit chitine
62
hebben gisten bladgroenkorrels
nee
63
metabolisme gisten + specifiek
heterotroof - reducent
64
hoe voeden de gisten zich
met organisch materiaal, van - afval - levend materiaal v.D gastheer
65
welke relaties hebben gistenn met hun gastheer (2)
parasitair of mutualistische symbiose
66
wat doet de gist wanneer er geen opgeloste voedingstoffen zijn
hij laat enzymen los
67
zijn gisten (an)aeroob
ze zijn beide
68
wat doen gisten wanneer ze anaeroob zijn
ze vergisten -> zo produceren ze alcohol en CO2
69
wat doen de aerobe gisten
bij de celademhaling wordt glucose verbrand tot CO₂ en H₂O
70
vermeerering geslachtelijk of on geslachtelijk?
ongeslachtelijk + geslachtelijk
71
hoe planten gisten zich voort
ongeslachtelijk door knopvorming
72
wat is knopvorming bij gisten
1) vormen uitstulping = knop 2) kopiëren hun DNA 3) kopie v DNA verplaatst zich naar knop 4) de knop snoert zich af van de moedercel = dochtercel 5) moedercel heeft litteken op die plek
73
belang voor ons milieu (gisten) (2)
- vergisting, voor voedingsmiddelel - productie biobrandstoffen
74
elk eten worden er door gisten gemaakt
- brood -> het rijzen - bier - wijn -> voor de bubbels
75
hoe onstaan biobrandstoffen door gist + welke
- bio-ethanol - biomethaan door de vergisting van voedingstoffen zoals mest, stro, sap van suikerriet
76
benoem de delen van een gistcel
- celkern - vacuole - mitochondrium - celmembraan - celwand - (litteken)
77
hebben protozoa een celwand
nee
78
wat hebben de protozoa als bescherming
een uitwendig skelet
79
uit wat bestaat het uitwandig skelet van de protozoa
- chitine - Calciumcarbonaat - siliciumoxide
80
p177 bouw protozoa!
81
metabolisme protozoa + specifiek (=2)
heterotroof - predatoren - detritivoren
82
specifieke voedselrang ding voor protozoa (2)
- producent - reducent
83
zoals welke andere vangen de protozoa hun voedsel
bacteriën, algen en kleinere protozoa of cellen
84
waar verteren de protozoa hun voedsel
in de voedselvacuole
85
hoe gebruiken protozoa met trilhaartjes of zweepharen die, om te verplaatsen en eten
verpl: - al zwemmend eten: - om voedsel naar de celmond te brengen
86
hoe gebruiken protozoa (wortlepotigen) met schijnpootjes die, om te verplaatsen en eten
verpl: - kruipen eten: - fagocytose
87
wat is fagocytose
()° (F° (°) = Fagocytose is het proces waarbij het membraan van een cel vaste deeltjes, zoals andere cellen, omsluit en zo een holte binnen de cel vormt waarin de omsloten deeltjes veilig opgeslagen worden buiten het cytoplasma = wikipedia
88
hoe eten en bewegen sporendiertejes
verpl: - niet eten: - doorheen hun celmmembraan
89
kunnen protozoa aan conjugatie en cystevorming doen
ja
90
hoe wermeerderen protozoa zich
ongeslachtelijk door celdeling of knopvorming
91
rol milieu protozoa (4)
- water zuivering in riool - maken deel uit van zoöplankton - belangrijke rol voor de vruchtbaarheid v.d bodems - parasieten + toxoplasmose
92
hoe doet protozoa aan waterzuivering in riolen
prokaryoten voeden zich met afvalstoffen -> protozoa eten de prokaryoten -> water is zuiver + minder slib
93
waarom spelen protozoa een belangrijke rol bij voedsel keten in het water
ze maken deel uit van de zoöplankton
94
waarom spelen protozoa een belangrijke rol bij de vruchtbaarheid van bodems
prokaryoten reduceren organisch afval in de bodem -> protozoa eet prokaryoot -> dit houd de prkyten in de exponentiëlegroeifase -> organisch afval wordt sneller afgebroken
95
wat zijn eencellige algen
eukaryoten eencelligen met bladgroenkorrels en een celwand
96
hebben EC algen een celwand
ja
97
hebben EC algen bladgroenkorrels
ja
98
wat bezitten kiezelwieren
een celwand van siliciumdioxide en silicaten
99
syno kiezelwieren
diatomeeën
100
welke celwand hebben de andere EC algen
één van cellulose
101
metabolisme EC algen
fotoautortroof
102
hoe komen de EC algen aan eten + waar
ze doen aan fotosynthese in zowel zoet als zout water + in waterdruppels
103
zijn de EC algen (an) aeroob
ze zijn aeroob -> ze doen aan fotosynthese
104
hoe vermeerderen de EC algen zich
sommige geslachtelijk, de meeste ongeslachtelijk
105
hoe vermeerderen de EC algen zich ongeslachtelijk
door celdeling of het vormen van sporen
106
wat is sporen vorming (EC algen)
sporen zijn veel kleinere en eenvoudigere klonen van het organisme, zodra ze vrijkomen in het water groeien ze uit tot identieke klonen van moedercel
107
hvl sporen kunnen sommige EC algen maken
meer dan 10
108
belang milieu EC algen (5)
- biodiesel - schuurmiddel - antiklontermiddel in vee voeder - insecticide - belangrijke schakel voedselketen
109
hoe worden EC algen gebruikt voor biodiesel
de vetten die je uit eencellige groenwieren kan halen dienen als grondstof voor de productie v.D biodiesel
110
hoe worden EC algen gebruikt als schuurmiddel ect.
kiezelwieren worden gebruikt als schuurmiddel in tandpasta en bodyscrub vanwegen hun harde celwand
111
voor wat wordt diatomeeënaarde gebruikt
- antiklontermiddel in veevoeder - natuurlijke insecticide
112
waarom zijn EC algen een belangrijke keten in de voedselkringloop
ze maken deel uit van fytoplanton
113
kijk + menu!
114
Hoe vermeerderen virussen zich (groot gezien)?
door het metabolisme van de gastheer cel te veranderen
115
Hoe komt een virus op een gastheercel?
per toeval. Ze kunnen niet zelf voortbewegen en verplaatsen dus via de lucht of met lichaamsvloeistoffen.
116
Hoe kan een virus of het genetisch materiaal erin de gastheercel binnendringen bij de hechting?
Door de binding van de spike-eiwitten met de receptoren.
117
Hoe wordt het genetisch materiaal doorgegeven bij dierlijke virussen met een enveloppe?
Doordat de enveloppe samensmelt met het celmembraan.
118
Hoe wordt het genetisch materiaal doorgegeven bij veelvlakkige en spiraalvormige virussen zonder enveloppe?
worden door endocytose opgenomen. Hierbij wordt het virus door het celmembraan omsloten en komt het zo in een blaasje terecht. Na enige tijd ontsnapt het virus uit het blaasje en verzeilt het in het cytoplasma. Uiteindelijk breekt de capside open en komt het genetisch materiaal van het virus vrij in de cel.
119
Waarvoor zorgt het genetisch materiaal bij de gastheercel? (2)
Dat die onderdelen van de capside en andere viruseiwitten produceert. Daarnaast wordt het genetisch materiaal van het virus ook talloze keren gekopieerd.