Chapter 9 Flashcards
1
Q
the bioecological model
A
Bronfenbrenner’s perspectief op ontwikkeling, het behandelt de omgeving van een kind als een set van geneste structuren als russische poppen??
2
Q
microsysteem
A
directe omgeving die een kind persoonlijk ervaart en waarin het direct deelneemt
3
Q
mesosysteem
A
interconnecties in het microsysteem, bijvoorbeeld families, leeftijdsgenoten en scholen
4
Q
macrosysteem
A
bestaat uit cultuur, subculteren en of sociale groepen waarin de andere systemen inegebed zijn
5
Q
exosysteem
A
omstandigheden waarin het kind niet direct deelneemt, maar wel invloed hebben op het kind
6
Q
chronosysteem
A
bestaat uit de overtuigingen van de samenleving zelf, normen en waarden enzo, die de ontwikkeling van het kind beïnvloeden
