Faunabeheer - roofdieren/vogels, amf Flashcards

(34 cards)

1
Q

Uit welke 5 families bestaat de Orde der Roofdieren (Carnivora) ?

A

Marterachtigen (Mustelidae)
Katachtigen (Felidae)
Hondachtigen (Canidae)
Robben en zeehonden (Phocidae)
Walvissen en Dolfijnen (Phocoenidae)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke soorten vallen onder de marterachtige?

A

Otter N
Das O
Steenmarter O
Boommarter N
Hermelijn W
Bunzing overal
Wezel overal

Kleine marterachtigen in veel provincies beschermd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat heeft Das (meles meles) nodig?

A
  • Droogliggende burcht, geen ‘los zand’
  • Sterke familieband en -trouw
  • Voedsel: Cultuurvolger ?  regenworm
  • “Optimal prey selection”-concept van toepassing
  • In dichtbevolkte gebieden  “Ecologische infrastructuur (mobiliteit)” belangrijk vanwege deelhabitats
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat heeft Otter (lutra lutra) nodig?

A
  • begroeide overs met dekking
  • voldoende kleine vissen (80% voedsel = vis)
  • 1,5 kg voedsel per dag
  • ook am rivierkreeft en schelpdieren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verschil tussen boommarter en steenmarter? Voorkomen, voedsel, nest.

A

Boommarter:
zwarte neus en spitse oren
zeldzamer dan steenmarter

nestelt in oude eekhoorn of spechtenholen
voedsel: Van regenworm, loopkever, mezenei tot duif en eekhoorn.
Meer voedselscharrelaar .
Optimal-prey-model ….. najaar / herfst  veel bessen en vruchten.

Steenmarter:
bruine neus en ronde oren
Aangepast aan menselijke leefomgeving. Meer opportunist qua eten dan boommarter.
Iets ‘massiever’ qua bouw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe leeft wilde kat (felix sylvestris)?

A

Leeft als een huiskat; lijkt op Cyperse kat
Is forser, met steviger vacht (tot 6,5 kg!)
Opvallend dikke staart, met zwarte eindpunt en 3-5 zwarte ringen
Zuid-Limburg (* territorium: tot 400-500 hectare)
Structuurrijk loofbos, afgewisseld met kleinschalig agrarisch gebied
Woelmuizen, mollen en muizen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke hondachtigen zijn er?

A

vos (vulpes vulpes)
wolf (canis lupes)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Leefwijze vos?

A

Beide sexen eigen territorium
Rekel en moer komen samen in dec-jan.
5-8 kg.
Reproductie dichtheidsafhankelijk
Territoriumgrootte: (< 20 )- 50-250 - (> 1000 ha) ( stad-duinen-midden Veluwe – bergen)
Zin en onzin jacht ~ “surplus-killing”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Leefwijze wolf?

A

15- 60 kg.
Leeft in roedels (“packs”) van 3 – 20 (* soms meer!) dieren
Alpha-man en –vrouw ? Jonge mannen ‘veroveren’ roedels
Teefje werpt haar welpen in hol
Territorium : 6- 60 en meer vierkante kilometer
Draagkracht “Veluwe”  30-120 wolven
Van bosbes tot eland …. (* voedsel bepaalt grootte roedel)
Hybridiseert met huishonden
Schaapshonden tegen wolven (o.a. Kaukasische Ovtcharka)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Leefwijze grijze zeehond?

A

Halichoerus grypus
1,7-2,5 m; tot 350 kg
“Kegelrob”  platte snuit in zijaanzicht
Duikt tot 50 m diepte; eet meer rondvis dan gewone zeehond
Predeert zelfs op bruinvis!  superpredatie!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Leefwijze gewone zeehond

A

Phoca vitulina
1,2-1,9 m; tot 130 kg
“hondekop “ ( ~ oude trein)
Duikt tot 500 m diepte; eet relatief veel platvis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de roofvogels van de duinen?

A

Blauwe kiekendief: grondbroeder, gebruikt ook aanliggend cultuurlandschap, overwintert in ZE
Velduil; ook grondbroeder, wil natuurlijke heide/steppe

Beheer: successie terugzetten in duinen: extensief begrazen, akkerresten laten staan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Roofvogels Kust?

A

Visarend: eet alleen vis, doortrekker naar ZE
Zeearend: eet ook ganzen, eenden, aas

Habitat: moeras, grote opp ondiep en open water, aanbod grote schikte nestbomen, geen windmolens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Roofvogels hoog en laagveenmoeas?

A

Bruine kiekendief - moerasvogel
Boomvalk - in oude kraaiennest, libellen
Grauwe klauwier - hoogveen-droge heide, eet alles, prikkeldraad of meidoorn
Klapekster - open gebieden, wintergast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Roofvogels boslandschappen?

A

Wespendief: wespen, lariks en douglas als nestboom
Sperwer: beschutting nodig voor jagen
Havik: superpredator, ook douglas en lariks
Bosuil: oud loofbos met boomholtes
Oehoe: super predator:, zeldzaam en geen windmolens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Roofvogels cultuurlandschappen?

A

Kerkuil
Steenuil
Ransuil
Muizen voor uilen~!

Torenvalk
Slechtvalk
Kunsnesten voor valken!

Grauwe kiekendief: trekt naar sahara
Buizerd
Rode wouw & zwarte wouw: aaseters

17
Q

`Hoevven inheemse amfibien zijn er?

A

16 soorten
5 salamanders
5 padden
6 kikkers

salamanders:
Vuursalamander
Alpenwatersalamander
Kamsalamander
Kleine watersalamander
Vinpootsalamander

padden:
Gewone pad
Rugstreeppad
Geelbuikvuurpad
Knoflookpad
Vroedmeesterpad

Kikkers:
Boomkikker
Bruine kikker
Heikikker
Poelkikker`(groen)
Bastaardkikker (groen)
Meerkikker (bruin)

18
Q

Verschil poel, meer en bastaardkikker?

A

Meer: westen, voedselrijk water

Poel: oosten, voedselarm zuur water

Bastaard: overal

19
Q

Verschil bruine kikkers?

A

Heikikker: kleiner met rugstreep en grote metharsusknobbel
zandgronden

Bruine kikker: groter met kleien metharsusknobbel
heel NL

20
Q

Verschil padden?

A

Gewone pad: rode iris, horizontale pupil, heel NL
Rugstreeppad: geelgroene ogen en rugstreep, minder in oosten
Knoflookpad: uitpuilende ogen, rode vlekken, alleen in oosten

Vroedmeesterpad: LImburg, klein
Geelbuikvuurpad: Limburg, gele buik

21
Q

Verschil salamanders?

A

Kleine watersalamander: bruin met zwarte vlekken, heel NL
Kamsalamander: kam onderbroken bij staart, oosten

Vuursalamander: geelzwart gestreept, limburg
Vinpootsalamander: zwarte zwemvliezen, zuiden
Alpenwatersalamender: oranje buik, zuiden

22
Q

Hoeveel reptielen heeft NL?

A

4 hagedissen:
- Levendbarende
- Zand
- Muur
- Hazelworm

3 slangen:
- gladde
- adder
- ringslag

23
Q

Afname amfibien door

A

Kwaliteit habitat:
- gif
- waterkwaliteit
- depositie
- ontwatering, lage voorjaarstand
- schonen waterwegen
- straatkolken

  • versnippering -> scheiding land en voortplantignshabitat
24
Q

Welke ziekte is heel dodelijk voor amfibieen?

A

Chitride, Bd en Bsal (alle vuursalamanders uitgestorven)

25
Hoe nieuw habitat aanleggen voor amfibien?
In snel opwarmend water Geen vissen en eenden Rijke waterbegroeiing Waterkwaliteit In poel grootste deel van het jaar water Rijke structuurvariatie Leefgebied dicht (< 250m) bij voortplantingsgebied en verbonden Vorstvrije overwinteringsplekken Binnen straal 250 m Hele jaar water Snel opwarmen Natuurvriendelijke oevers
26
Hoeveel km aan water is er in NL?
330.000 = 8 x de wereld om
27
Hoeveel begroeiing moet er zijn in een watergang voor een zo hoog mogelijke biodiversiteit?
25-75%
28
Vissen: wat betekent reofiel limnofiel euritoop diadroom
Reofiel - stromend water - rivierprik Limnofiel - waterplanten - Bittervoorn Euritoop - brede range - snoekbaars diadroom - migratie stroom op en afwaards - aal
29
Welke 8 factoren bepalen een visgilde?
1. stroming 2. substraat 3. vegetatie 4. zuurstof 5. voedingstoffen 6. licht 7. temperatuur 8. algen
30
Bever: hoeveel is populatie vergroot?
Afgelopen 15 jaar x14
31
Wat zijn landschappelijke factoren bever?
- graven tot ven in de oever - bomen omknagen - dood hout in beek - dammen bouw - gws omhoog - dynamiek bij damdoorbraak
32
Welke exoten lijken op de bever?
Beverrat en muskusrat
33
Welke viswatertypen zijn er?
1. Baars-blankvoorn -> leeg (helder en leeg, euritoop) 2. Snoek - ruisvoorn -> vol (helder en beschutting) optimum 3. Snoek - blankvoorn -> halfvol optimum 4. Bankvoorn - brasem -> troebel (brasem is graver) , veel vis 5. Brasem - snoekbaard -> vies, veel vis Limnofiele vissoorten -> helder water nodig
34
Maatregelen helder water?
1. bron -> eutrofiering aanpakken 2. systeem -> water ondieper maken, moeraszones toevoegen, natuurvriendelijke oevers 3. intern -> brasems en karper vangen of snoek en watervlo toevoegen Snoek alleen uitzetten als er al vegetatie is. Eerste jaren niet helder, daarna ook niet! [P] < 1 mg/l!