Fundamenten van ontwikkeling Flashcards

1
Q

Wat zijn de zeven fundamenten van ontwikkeling?

A
  1. emotionele en fysieke veiligheid
  2. uitnodigende en uitdagende omgeving
  3. mogelijkheden tot onderzoeken en experimenteren
  4. interactie
  5. samenspelen
  6. zelfvertrouwen
  7. eigenwaarde

deze aspecten leggen de basis voor een goede ontwikkeling van een kind.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is fysieke veiligheid?

A

de ruimte waarin het kind zich bevindt is veilig. Het kind kan zich vrij bewegen zonder gevaar te lopen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is emotionele veiligheid?

A

mentaal veilig voelen. Het kind moet het gevoel hebben dat er altijd iemand is die hem beschermt en troost als er iets naars gebeurt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is een uitnodigende omgeving?

A

een omgeving die de belangstelling van het kind wekt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is een uitdagende omgeving?

A

een omgeving die kinderen motiveert en ervoor zorgt dat het kind iets wil gaan doen. er valt telkens iets nieuws te ontdekken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat bedoelen we met onderzoeken en experimenteren?

A

kinderen ontdekken de wereld door te onderzoeken en dingen uit te proberen. Er moeten voldoende materialen zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

waarom is interactie van belang?

A

kinderen moeten contact hebben met andere kinderen. interactie met andere mensen is nodig om je prettig te voelen en je verder te ontwikkelingen.

  • interactie stem je af op de leeftijd en de behoeften van het kind
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is belangrijk aan samenspelen?

A

door samen te spelen leren kinderen vaardigheden als samenwerken, onderhandelen en delen.

Vanaf een jaar of 4 zoeken kinderen bewust andere kinderen om mee te spelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is belangrijk aan zelfvertrouwen en eigenwaarde en hoe bereiken we dat?

A

een goede omgeving stimuleert het zelfvertrouwen en de eigenwaarde van het kind.

Een kind leert dat het een belangrijk en waardevol persoon is die er mag zijn.

Positieve omgeving vanuit de omgeving is hierbij nodig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zijn de belangrijkste verschillen tussen jongens en meisjes?

A
  • afweersysteem jongens zwakker, vaker ziek
  • jongens vaak later praten, minder woordenschat, stotteren vaker
  • jongens ontwikkelen fysiek langzamer dan meisjes
  • jongens betere rechterhersenhelft (ruimtelijk inzicht)
  • meisjes betere linkerhersenhelft (taal)
  • jongens testosteron, leidt tot impulsief en actief gedrag en ook agressie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat hebben jongens nodig?

A
  • ruimte
  • vrijheid
  • genoeg materialen om te ontdekken
  • laten zien of voordoen ipv uitleggen
  • jongens doen voordat ze denken
  • sneller afgeleid
  • niet snel bezorgd zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat hebben meisjes nodig?

A
  • praten, uitleggen
  • materialen voor fijne motoriek
  • meisjes kunnen langer concentreren
  • luisteren naar hun verhalen
  • groepsactiviteiten
  • meisjes kunnen lang twijfelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Uit welke onderdelen bestaat zelfbeeld?

A
  1. zelfbesef
  2. zelfkennis
  3. zelfwaardering
  4. zelfvertrouwen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is zelfbesef?

A

het kind leer dat het een eigen ik heeft die kenmerken beseft. Het kind herkent zichzelf. Zelfbesef is er vanaf 2 jaar.

Experiment: stip op neus voor spiegel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is zelfkennis?

A

de kennis die je hebt over jezelf. Zelfkennis zie je terug in de omschrijving die kinderen van zichzelf geven. Vanaf 7 jaar komen er naast uiterlijke beschrijvingen ook vaardigheden bij. Nog later ook eigenschappen en relaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is zelfwaardering?

A

de beschrijving die iemand zichzelf geeft. Vaak ligt er een oordeel in verscholen.

17
Q

wat is zelfvertrouwen?

A

wanneer je voldoende vertrouwen hebt in je eigen kunnen spreek je van zelfvertrouwen. Je weet dat je bepaalde taken aankan. Dit ontstaat door regelmatig succes te ervaren. Goede dingen moeten benadrukt worden door de omgeving.

18
Q

hoe ontstaat zelfwaardering?

A

door sociale vergelijking

19
Q

wat is sociale vergelijking?

A

jezelf vergelijken met anderen. Door jezelf te vergelijken leer je wat jou bijzonder maakt.

20
Q

hoe is de omgeving van invloed op je zelfbeeld?

A

Reacties leren je veel over jezelf. Krijg je vaak positieve reacties dan ontwikkel je een beter zelfbeeld dan als je telkens kritiek moet ontvangen.

Met positieve feedback leert een kind dat het gewaardeerd wordt en een waardevol persoon is dat er mag zijn.

21
Q

Jongens doen het slechter op school dan meisjes, hoe komt dat?

A
  • weinig mannelijke rolmodellen (directer, strenger en kritischer)
  • weinig aandacht voor beweging (energie kwijt kunnen)
  • onderwijs is gericht op taal (schrijven, overleggen etc, jongens zijn daar minder goed in)
  • jongens ontwikkelen langzamer en kunnen minder goed plannen en laten zich makkelijk afleiden
22
Q

Wat hebben jongens nodig in het onderwijs?

A
  • structuur en discipline
  • persoonlijke aandacht
  • leren leren