Methodisch handelen en doelgericht werken Flashcards

1
Q

wat is planmatig werken?

A

volgens een bepaalde aanpak toewerken naar het bereiken van een doel.

je bent je bewust van wat je doet en hoe je dat doet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is methodisch handelen?

A

professioneel werken volgens methodische cyclus. Je handelt weloverwogen en volgens het cyclisch proces (informatie verzamelen - formuleren doelen en plannen - middelen bepalen - evualeren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is systematisch handelen?

A

ordelijk werken, volgens een bepaalde systematiek. alle stappen of handelingen die je doet horen bij elkaar. De stappen hebben een logische volgorde en horen bij een uitgewerkt plan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat betekent doelgericht bezig zijn?

A

je richt je op het bereiken van een doel. (doel bepaal je samen met alle betrokkenen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wanneer neem je een doel standaard op in de begeleiding van kinderen?

A

als een doel regelmatig terugkomt in het werken met de groep. Dus als het vaak voorkomt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is een cyclisch proces?

A

als je een doel hebt bereikt, dan volgt er vanzelf een nieuw doel (cirkelvormig proces)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn de fasen in een cyclisch proces?

A
  1. beginsituatie vaststellen
  2. ondersteuningsvraag beschrijven
  3. doel formuleren
  4. plannen maken en uitvoeren
  5. uitvoering evalueren en doelen bijstellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zijn kenmerken van fase 1 van het cyclisch proces?

A

beginsituatie vaststellen:

informatie verzamelen over:

  • op welk gebied een kind gestimuleerd kan worden
  • wat kan het al wel
  • wat kan het nog niet
  • is er al begeleiding geweest
  • op welke manier is er al toegewerkt naar ontwikkelingsdoelen
  • wat zijn de ontwikkelingen?
  • welk budget en middelen zijn er
  • wat is er mogelijk binnen wet- en regelgeving

focus op wat goed gaat en bouw dat verder uit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat zijn kenmerken van fase 2 van het cyclisch proces?

A

ondersteuningsvraag beschrijven

  • samen met alle betrokkenen
  • voorkennis gebruiken
  • duidelijke en concrete ondersteuningsvraag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zijn kenmerken van fase 3 van het cyclisch proces?

A

doel formuleren

- wat wil je bereiken en hoe (SMART)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn kenmerken van fase 4 van het cyclisch proces?

A

plannen maken en uitvoeren

  • iedereen staat erachter
  • wat, waar, wanneer en welke middelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat zijn kenmerken van fase 5 van het cyclisch proces?

A

uitvoering evalueren en doelen bijstellen

  • vooraf tijdstip hiervoor afspreken
  • doel bijstellen als het niet gehaald is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

SMART doel, waar staat het voor?

A

specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch, tijdgebonden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is een algemene doel?

A

breed, vaak pas na lange tijd haalbaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is een subdoel?

A

onderdelen van algemeen doel

geef prioriteit en werk aan 3 subdoelen tegelijkertijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is een kortetermijndoel?

A

binnen vier weken bereikbaar, werkt beter om motivatie te houden

17
Q

wat is een langetermijndoel?

A

pas na drie maanden of langer bereikt