G. Antibiotica Flashcards

(55 cards)

1
Q

welke bijwerkingen kunnen alle antibiotica geven? (1)

A

gastro-intestinale bijwerkingen: buikpijn en diarree

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de klaring van de meeste antibiotica?

A

renaal. Dus dosis aanpassen bij verminderde nierfunctie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

met welke medicatie hebben alle antibiotica een klinische relevante interactie? (1) En wat is dan het effect?

A

coumarines. Het effect van coumarines wordt versterkt. Dus bij start antibiotica contact met trombosedienst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke 3 groepen behoren tot de β-lactam antibiotica

A
  1. penicilline
  2. cefalosporinen
  3. carbapenems
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Tegen welke bacteriën werken β-lactam antibiotica vooral

A

gram-positieve bacteriën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

belangrijkste bijwerkingen penicillinen (3)

A
  1. diarree
  2. overgevoeligheidsreacties: huidreacties komen meest frequent voor
  3. anafylactische shock
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bij welke penicilline treden huidreacties het vaakst op?

A

amoxicilline. Maar vaak niet immunologisch gemedieerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

met welke andere antibiotica is er een kruisovergevoeligheid met penicillines

A

cefalosporinen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

noem 5 penicillinen

A
  1. benzylpenicilline (smalspectrum)
  2. flucloxacilline (smalspectrum)
  3. amoxicilline (breedspectrum)
  4. amoxicilline-clavulaanzuur (breedspectrum)
  5. piperacilline-tazobactam (breedspectrum)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welke van de 5 generaties cefalosporines worden vooral in NL gebruikt?

A

1,2,3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

van generatie 1 to 3 cefalosporinen, wat verandert er aan de werking?

A

steeds bredere werking, en van gram-positief meer naar negatief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

voorbeeld van 1e generatie cefalosporine

A

1 = A
cefazoline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

voorbeeld van 2e generatie cefalosporine

A

cefuroxim

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

voorbeeld van 3e generatie cefalosporine

A

3 = Three = T
ceftazidim en ceftriaxon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

voorbeeld van carbapenem

A

meropenem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is het werkingsspectrum van meropenem

A

heel breed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wat is het werkingsmechanisme van tetracyclinen?

A

remming eiwitsynthese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

voorbeeld van een tetracycline

A

doxycycline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

bijwerkingen van tetracyclinen (2)

A
  1. gebitsverkleuring bij kinderen
  2. fotosensibilisatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wanneer mogen tetracyclinen niet worden gebruikt? (2) En waarom niet?

A
  1. bij kinderen tot 8 jaar
  2. Tijdens gehele zwangerschap. Door schadelijke werking op bot- en tandweefsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

wat moet worden vermeden bij tetracycline?

A

zonlicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

welke stoffen verminderen de absorptie van tetracycline? En wat kan je hier tegen doen?

A
  1. aluminium
  2. calcium
  3. ijzer
  4. magnesium

Alternatief AB kiezen of anders gescheiden innemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

voorbeeld van aminoglycosiden

24
Q

indicatie aminoglycosiden, zoals gentamicine

A

(resistente) gram-negatieve bacteriën

25
wat zijn de bijwerkingen van aminoglycosiden, zoals gentamicine, waardoor ze zo kort mogelijk worden toegediend? (2)
1. (irreversibele) doofheid 2. reversibele nierfunctiestoornis
26
voorbeelden van macroliden (2)
1. claritromycine 2. azitromycine
27
werking macroliden
remming eiwitsynthese van bacterien
28
Waartegen zijn macroliden effectief? (2)
1. Atypische verwekkers (Legionella, Chlamydia pneumoniae, Chlamydia Psittaci en Coxiella Burnetti) 2. grampositieve verwekkers
29
Hoe wordt de combinatie van trimethoprim en sulfonamide genoemd?
co-trimoxazol
30
bij welke antibiotica kan de werking van methotrexaat (afweersysteem onderdrukker) worden versterkt? en waarom?
1. trimethoprim 2. en dus ook co-trimoxazol Kan leiden tot levensbedreigende beenmergsuppressie
31
Van welke antistolling remt co-trimoxazol de afbraak, waardoor deze combinatie moet worden vermeden?
Vitamine-K-antagonisten, waardoor stijging van INR en ernstige bloedingen
32
Voorbeeld van chinolonen
ciprofloxacine
33
waartegen welke chinolonen vooral?
gramnegatieve organismen
34
welke stoffen verminderen de absorptie van chinolonen? En wat kan je hiertegen doen?
1. aluminium 2. calcium 3. ijzer 4. magnesium Alternatief AB kiezen of anders gescheiden innemen
35
Welke bijwerking kunnen chinolonen hebben op het hart?
QTc-interval verlengen, waardoor risico op totorsades de pointes in combinatie met andere QTc verlengers
36
Wanneer is nitrofurantoïne minder werkzaam?
Nierfunctiestoornissen
37
Welke antibiotica kunnen worden gebruikt bij een cystitis (3)
1. nitrofurantoïne 2. fosfomycine 3. trimethoprim
38
Welke antibiotica kunnen worden gebruikt bij een gecompliceerde urineweginfectie (3)
1. ciprofloxacine 2. amoxicilline-clavulaanzuur 3. co-trimoxazol
39
Waartegen kan metronidazol worden gebruikt?
Anaerobe verwekkers
40
Advies omtrent alcohol bij behandeling met metronidazol
Alcohol afraden tot 48 uur na staken metronidazol, doordat het de afbraak van alcohol remt
41
Voor gerichte therapie, wanneer verwekker en gevoeligheid bekend zijn, hebben dan middelen met smal- of breedspectrum de voorkeur?
smal-spectrum
42
Beleid omtrent zeer ernstige infecties
enkele dagen intraveneus behandelen en zsm (3-4 dagen) over op orale therapie, tenzij orale therapie niet mogelijk is
43
Redenen van niet aanslaan van AB (4)
1. andere verwekker 2. koortsende niet-infectieuze ziekte 3. moeizaam te bereiken infectiehaard door abces of empyeem of corpus alienum (prothese, catheter, infuus), of compartiment (hartklep, hersenvliezen, bot, gewrichten) 4. resistentie
44
Welke antibiotica kan alleen i.v. worden toegediend, omdat het niet door de darm wordt opgenomen?
Aminoglycosiden, bijvoorbeeld gentamicine
45
Wat is een ernstige bijwerking van macroliden, wanneer deze worden gebruikt in combinatie met statines?
Rhabdomyolyse. Dit komt doordat het via CYP3A4 de afbraak van veel andere geneesmiddelen remt
46
In hoeveel % van de gevallen is er sprake van kruisgevoeligheid tussen penicillinen en cefalosporinen?
< 2%
47
Welke antibiotica is 1e keus tegen gram-positieve verwekkers, omdat 80-90% van de S.Aureus stammen resistent zijn tegen benzylpenicilline en amoxicilline?
Flucloxacilline
48
Behandeling van pseudomembraneuze colitis, veroorzaakt door Clostridiodes difficile?
Therapie onmiddellijk staken en behandeling tegen C. difficile inzetten
49
Waartegen zijn tetracyclinen werkzaam?
gram-positieve en intracellulair voorkomende micro-organismen (Q-koorts, Mycoplasma, Chlamydia)
50
In combinatie met welke medicatie kan doxycycline niet gescheiden worden ingenomen ervan, maar moet dit middel gestaakt worden (of 1 vd middelen vervangen worden)
Combinatie doxycycline en ferrofumaraat
51
Wat is de vicieuze cirkel bij aminoglycosiden?
Door neurotoxiciteit vermindert de nierfunctie, waardoor accumulatie. Hierdoor verder afgenomen nierfunctie en toenemende kans op ototoxiciteit
52
Welke bijwerking kunnen macroliden hebben op het hart?
QTc-interval verlengen, waardoor risico op totorsades de pointes in combinatie met andere QTc verlengers
53
Wat is een bijwerking van trimethoprim op de nieren?
Hyperkaliëmie, doordat het de natriumkanalen in de nieren remt
54
Wat is de interactie tussen metronidazol en alcohol?
Metronidazol remt de alcohol afbraak, waardoor misselijkheid, braken, rood gelaat en hoofdpijn
55
Wat is het werkingsmechanisme van chinolonen?
Remming nucleinezuur replicatie/transcriptie