H3: drugsgebruik Flashcards

(16 cards)

1
Q

Hoeveel sterfgevallen per miljoen mensen wereldwijd in de leeftijd van 15-64 jaar waren in 2012 toe te schrijven aan drugsgebruik?

A

In 2012 waren er wereldwijd ongeveer veertig sterfgevallen per miljoen mensen in de leeftijd van 15-64 jaar toe te schrijven aan drugsgebruik.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe verhoudt de prevalentie van drugsgebruik zich tot die van alcohol- of tabakgebruik?

A

De prevalentie van drugsgebruik is relatief laag vergeleken met die van alcohol- of tabakgebruik.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke zorg is er over het gebruik van illegale drugs, vooral onder jongeren?

A

Er is grote bezorgdheid over de impact van illegaal drugsgebruik, met name onder jongeren, ondanks dat sommige vormen van drugs legaal verkrijgbaar zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat wordt geassocieerd met het injecteren van drugs?

A

Het injecteren van drugs wordt vaak geassocieerd met ernstige ziekten zoals HIV en hepatitis C.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoeveel mensen wereldwijd worden geschat drugs te injecteren?

A

Wereldwijd injecteren naar schatting ongeveer 12,7 miljoen mensen drugs, waarvan een significant aantal een hiv-diagnose heeft en een groot deel lijdt aan hepatitis C.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn enkele bekende factoren die bepalen waarom mensen beginnen met het gebruik van verslavende stoffen?

A

Antwoord: Bekende factoren zijn:

Erfelijkheid
Nieuwsgierigheid
Modellering, sociaal leren en bekrachtiging
Sociale druk
Image en reputatie
Zelfbeeld en eigenwaarde
Gewichtsbeheersing
Neiging tot risico’s nemen
Gezondheidscognities
Stress

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe speelt erfelijkheid een rol bij het beginnen met roken?

A

Aanwijzingen suggereren dat genetische factoren en de werking van dopaminereceptoren een rol spelen bij het beginnen met roken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom beginnen veel mensen met roken of drinken, volgens de factor nieuwsgierigheid?

A

Vaak beginnen mensen met hun eerste sigaret of alcoholische drank uit nieuwsgierigheid, vaak na te hebben gehoord over de ervaringen van anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe beïnvloeden gezinsgedrag en sociale leerprocessen het gebruik van middelen?

A

Kinderen van ouders die roken of drinken, hebben een hogere kans om dit gedrag ook te ontwikkelen, doordat sociaal leren en modellering in het gezin invloedrijk zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe beïnvloedt sociale druk het gebruik van middelen bij adolescenten?

A

Groepsdruk, vooral binnen sociale groepen waar roken of drinken als positief wordt gezien, beïnvloedt vaak het gedrag van adolescenten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de rol van image en reputatie bij jongeren die beginnen met roken of drinken?

A

Tijdens de puberteit wordt roken of drinken soms gezien als een manier om ‘cool’ of ‘volwassen’ te lijken binnen een peer group.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom beginnen adolescenten met een laag zelfbeeld of gevoel van eigenwaarde soms met roken?

A

Adolescenten met een laag zelfbeeld of gevoel van eigenwaarde zijn vatbaarder voor risicogedrag zoals roken, om hun zelfbeeld te verbeteren of erbij te horen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom beginnen vooral jonge meisjes met roken?

A

Vooral jonge meisjes beginnen soms met roken als een methode voor gewichtsbeheersing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de rol van de neiging tot risicogedrag bij jongeren die beginnen met roken of drugs?

A

ongeren die een hogere neiging hebben tot risicogedrag zijn vaker geneigd om te beginnen met roken of drugs.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe beïnvloeden gezondheidscognities het gebruik van verslavende stoffen?

A

Rokers en middelengebruikers hebben vaak onrealistisch optimistische opvattingen over hun vermogen om hun gebruik onder controle te houden zonder negatieve gezondheidseffecten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe speelt stress een rol bij het beginnen met roken of drugsgebruik?

A

Stress, bijvoorbeeld door school, gezinsconflicten of economische zorgen, wordt vaak gelinkt aan het beginnen met roken of drugsgebruik.